Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Heeswijk. Maar ook toen bleef het gebied landelijk en werd in 1910-1915 de opgraving <strong>van</strong> Holwerda<br />
uitgevoerd in de nog aanwezige weilanden. Het betekent dat het terrein <strong>van</strong> de Romeinse <strong>stad</strong> tot vrij<br />
recent geheel of grotendeels als boerenland is gebruikt, met in de 17 e eeuw de opkomst <strong>van</strong><br />
landgoederen als nieuw element. Het gebruik als grotendeels onbewoond boerenland verklaart<br />
waarschijnlijk dat zowel BAAC als het AAC constateerden dat zelfs in de bouwvoor het veruit grootste<br />
deel <strong>van</strong> de scherven Romeins is. 2234<br />
Holwerda meende net buiten de noordwesthoek <strong>van</strong> de <strong>stad</strong> een post-Romeins kerkhof gevonden<br />
te hebben: ”Eveneens uit lateren tijd zijn eigenaardige langwerpig vierkante gaten aan de W-zijde<br />
buiten het vesting in het terrein gevonden”. <strong>De</strong> “regelmatige vormen der vierkante vakken” deden hem<br />
denken “aan de resten <strong>van</strong> een geheel opgeruimd later kerkhof”. In die veronderstelling vond hij<br />
“mogelijk steun in de vondst <strong>van</strong> eenige bronzen kruisjes op schroeven, waarschijnlijk versiering <strong>van</strong><br />
doodkisten.” 2235 <strong>De</strong> schroef is pas <strong>van</strong>af het midden <strong>van</strong> de 12 e eeuw in Noordwest Europa<br />
opgekomen, en de door Holwerda gevonden ornamenten zijn waarschijnlijk nog jonger. Toch is de<br />
vindplaats vlakbij de kleine Romeinse noordwest poort interessant. Hier vlakbij de rand <strong>van</strong> de <strong>stad</strong><br />
lag waarschijnlijk het westelijke Romeinse grafveld, en op de plaats <strong>van</strong> Romeinse grafvelden werden<br />
soms in latere perioden ook mensen begraven.<br />
Bij de opgravingen <strong>van</strong> BAAC en het AAC is de aandacht voor het eerst gevestigd op de donkere<br />
laag boven de Romeinse sporen. Bij de bewerking <strong>van</strong> de grond is materiaal uit de Romeinse periode<br />
opgespit en vermengd geraakt met de jongere landbouwgrond. Dit liet volgens de opgravers <strong>van</strong> BAAC<br />
een 1,4 tot 1,8 meter dikke ‘zwarte laag’ achter met veel Romeins materiaal, maar ook met wat jongere<br />
vondsten. <strong>De</strong> opgravers <strong>van</strong> BAAC zien het als een voorbeeld <strong>van</strong> de ‘dark earth’ die ook bekend is <strong>van</strong><br />
andere Romeinse vindplaatsen. Zo is er een sterke gelijkenis met de situatie in Oudenburg waar bovenop<br />
het Romeinse fort tot circa 1275 een boomgaard stond. 2236 Dit beeld lijkt bevestigd door het onderzoek<br />
<strong>van</strong> het AAC in 2007-2008. Bovenop de kleivulling <strong>van</strong> de insteekhaven is een donkere laag aangetroffen<br />
die de opgravers ook als ‘dark earth’ interpreteren. In die laag was meer dan 99 procent <strong>van</strong> het<br />
aardewerk Romeins en slechts 0,5 procent post-Romeins. Maar dat zegt weinig over de ouderdom omdat<br />
het terrein na de Romeinse tijd alleen nog als boerenland is gebruikt en zelfs in de door het AAC<br />
opgegraven bouwvoor meer dan 95 procent <strong>van</strong> het aardewerk Romeins is. <strong>De</strong> gelaagdheid duidt op een<br />
datering <strong>van</strong> de ‘dark earth’ in de Middeleeuwen. Het valt namelijk op dat de laag in werkput 1 <strong>van</strong> het<br />
AAC over eerder genoemde middeleeuwse sloot ligt die met C14-technieken is gedateerd in de periode<br />
1270-1440 na Chr. Verder lag de laag in werkput 2 over sporen met onder meer een gebroken maar<br />
bijna complete kogelpot (900-1250 na Chr.), en een complete Andennepot (900-1300 na Chr.). 2237<br />
Tussen de ‘dark earth’ en de onderliggende schone vulling <strong>van</strong> de geul zijn door het AAC twee<br />
kleilaagjes aangetroffen. Direct boven de schone vulling bleek een grijze verontreinigde kleilaag<br />
afgezet <strong>van</strong> donkergrijze-zwarte humeuse klei. Aan<strong>van</strong>kelijk werd aan een ophogingslaag gedacht.<br />
Maar slijpplatenonderzoek met een microscoop maakte duidelijk dat het om een natuurlijke<br />
getijdenafzetting <strong>van</strong> kalkrijke lichte tot zware klei gaat. 2238 <strong>De</strong> natuurlijke horizontale beweging <strong>van</strong><br />
aanspoeling is daarbij herkenbaar aan de horizontale gerichtheid <strong>van</strong> de microscopisch kleine<br />
deeltjes. Onnatuurlijke processen zouden daarentegen ook vertikale richtingen veroorzaken. Na het<br />
dichtslibben <strong>van</strong> de geul stond deze dus incidenteel nog steeds via (restanten) <strong>van</strong> het kanaal <strong>van</strong><br />
Corbulo in verbinding met het buitenwater, waarschijnlijk via de monding <strong>van</strong> de Maas. Erboven<br />
bevond zich nog een tweede verwante natuurlijke laag niet gerijpte klei. Daarin was veel materiaal<br />
gedumpt dat vervolgens is weggezakt en later door slib overdekt. 2239 In Wateringen is in 2007 bij de<br />
Julianahof het sediment gedateerd met Optisch Gestimuleerde Luminescentie (OSL-datering), een in<br />
1984 uitgevonden techniek. Daaruit bleek een kleilaag afgezet te zijn tussen 997 en 1157 na Chr., wat<br />
te maken zou kunnen hebben met stormvloeden in 1014 of 1134 na Chr. Elders is ook wel gedacht<br />
aan invloeden <strong>van</strong> een overstroming uit 1163 of de Allerheiligenvloed <strong>van</strong> 1 november 1170 na<br />
Chr. 2240 <strong>De</strong> voorheen met Duinkerken III aangeduide wateroverlast heeft een kleipakket afgezet dat<br />
dicht bij de Maas in bijvoorbeeld Maassluis ongeveer een meter dik is, en landinwaarts in om<strong>van</strong>g<br />
afneemt tot een paar centimeter in <strong>De</strong>lft. 2241 In bijvoorbeeld de Harnaschpolder is een drie decimeter<br />
2234<br />
Bink en Franzen 2009,116 en Van de Venne 2009,208 (BAAC); Stoffels 2009a,76.<br />
2235<br />
Holwerda 1911,42.<br />
2236<br />
Bink en Franzen 2009,443.<br />
2237<br />
Driessen 2009a,57, 59, 61, 67 en 69; Driessen 2009b,109; Stoffels 2009a,75-76; Stoffels 2009c,97.<br />
2238<br />
Driessen 2009a,59: spoor 38 in werkput 1.<br />
2239<br />
Het gaat in werkput 1 om laag S38 met erboven S28 (zie in werkput 1 profiel 1 en 11: <strong>De</strong> Wolf en Cleveringa 2009,35 fig.<br />
3.2 en Driessen 2009a,57 fig. 6.1.); in werkput 2 laag S2341/2175 en erboven S2002.<br />
2240<br />
Eimermann 2009c,27 en 30-32.<br />
2241 Van Londen 2006,7.<br />
313