Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DANKWOORD<br />
<strong>De</strong> auteur raakte in de tweede helft <strong>van</strong> de jaren zeventig gefascineerd door de geheimen <strong>van</strong> <strong>Forum</strong><br />
<strong>Hadriani</strong>, de noordelijkste Romeinse <strong>stad</strong> <strong>van</strong> het Europese vasteland. <strong>De</strong> tot dan als raadselachtig<br />
beschouwde opgravingsgegevens bleken een schat aan informatie te bevatten. Met de herbestudering<br />
<strong>van</strong> de oude opgravingskaarten kwam stap voor stap de ‘<strong>vergeten</strong> <strong>stad</strong> <strong>van</strong> <strong>Hadrianus</strong>’ tevoorschijn. Voor<br />
het eerst ontstond een samenhangend beeld <strong>van</strong> een in Nederland gelegen Romeinse stedelijke<br />
nederzetting. Een <strong>stad</strong> met een winkelstraat, badhuis, eenvoudige en grote woonhuizen, tempels, haven,<br />
<strong>stad</strong>sommuring en nog veel meer.<br />
Velen waren bij het onderzoek een bron <strong>van</strong> inspiratie. Dank daarom aan J.P.A. <strong>van</strong> der Vin die in<br />
1973 mijn vragen als basisscholier over Romeinse munten al even serieus beantwoordde als latere<br />
vragen over de munten <strong>van</strong> Voorburg. 1 Met mijn klasgenoot R. Mulder deed ik in die tijd mijn eerste<br />
oppervlaktevondsten in het Voorburgse park. Dank gaat verder uit naar mijn oude leraar Latijn, A.<br />
Nieuwenhuis, die me aan het eind <strong>van</strong> de jaren zeventig als middelbare scholier hielp aan de entree tot<br />
de benodigde bronnen bij de Leidse universiteit. In die tijd was mevrouw H.A. Hasselbach als<br />
bibliothecaresse <strong>van</strong> het Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudheden ook een belangrijke gids. Het was H. Brunsting die<br />
in 1979, toen al gepensioneerd, het eerste concept voor een artikel over Romeins Voorburg bekeek. 2<br />
Later vertelde hij nog enthousiast over zijn herontdekking <strong>van</strong> een inscriptie die een sleutelrol vervulde bij<br />
de lokalisatie <strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong>. In deze periode werd aan de rand <strong>van</strong> een Zwammerdamse sloot een<br />
langdurig contact gelegd met M.D. de Weerd nadat de nog jeugdige auteur ten onrechte meende in<br />
Zwammerdam een Romeins schip gevonden te hebben. Zijn aanhoudende belangstelling bood het<br />
nodige vertrouwen in het belang <strong>van</strong> het onluikende onderzoek naar Voorburg. J. E. Bogaers, de<br />
archeoloog die <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> definitief lokaliseerde, toonde <strong>van</strong>af onze kennismaking in 1984 interesse<br />
voor het onderzoek in veelal korte maar intensieve telefoongesprekken. Met W. Jung, die als scholier al in<br />
de jaren zestig Romeinse sporen in Voorburg registreerde, werd in de jaren 1982 – 1984 zeer intensief<br />
samengewerkt bij de speurtocht met de grondboor naar de Romeinse <strong>stad</strong>smuur en de daarop volgende<br />
verkenningen in het veld. Leden <strong>van</strong> de in september 1985 opgerichte Archeologische Werkgroep<br />
Voorburg (AWV, tegenwoordig Archeologische Werkgroep Leidschendam-Voorburg ) verrichtten onder<br />
soms barre omstandigheden een groot aantal kleine opgravingen en namen deel aan de grote opgraving<br />
<strong>van</strong> 2005. Daardoor zijn de afgelopen jaren waardevolle gegevens bewaard gebleven. Zij, en de tientallen<br />
anonieme personen die tijdens de grote opgravingen <strong>van</strong> Reuvens en Holwerda volledig met de hand de<br />
Romeinse resten blootlegden, stonden aan de basis <strong>van</strong> de in deze studie gebundelde kennis.<br />
Velen waren steun bij de uitwerking. M. Brouwer, in een belangrijke fase <strong>van</strong> de onderzoeksperiode<br />
conservatrice <strong>van</strong> de klassieke afdeling <strong>van</strong> het Leidse museum <strong>van</strong> Oudheden, was zeer behulpzaam bij<br />
het voor het onderzoek beschikbaar stellen <strong>van</strong> de Voorburgse vondsten en oude opgravingsverslagen.<br />
Bovendien verrichtte ze een aantal cruciale determinaties. Haar opvolger, R.B. Halbertsma, was ook<br />
uitermate behulpzaam met het beschikbaar stellen <strong>van</strong> materiaal in de afrondende fase. W. A. <strong>van</strong> Es, die<br />
met '<strong>De</strong> Romeinen in Nederland' een voor mij en vele anderen inspirerend boek schreef, toonde<br />
eveneens een aanmoedigende belangstelling. Dat droeg zeker bij aan de beslissing dit tijdrovende project<br />
door te zetten. Hetzelfde geldt voor de belangstelling <strong>van</strong> J.H.F. Bloemers. W. M. Jongman maakte me<br />
wegwijs in de literatuur inzake de Romeinse economie en J. Teyl begeleidde mijn scriptie over de<br />
economie <strong>van</strong> Romeins Zuid-Holland. Daarin speelde het onderzoek naar Romeins Voorburg een<br />
belangrijke rol. Aardewerkspecialist C.A. Kalee leerde me veel over Romeins aardewerk en hielp bij de<br />
datering <strong>van</strong> de door Holwerda gepubliceerde versierde terra sigillata en stempels. Terra sigillata-kenner<br />
M. Polak leverde waardevol commentaar op de determinatie <strong>van</strong> de oudste eerste eeuwse stempels.<br />
Dank ook aan J. A. Waasdorp die op basis <strong>van</strong> zijn opgravingen in Ockenburg bij <strong>De</strong>n Haag nieuwe<br />
inzichten bood in de selectieve werkwijze <strong>van</strong> archeoloog Holwerda die aan het begin <strong>van</strong> de 20e eeuw<br />
een belangrijk deel <strong>van</strong> Voorburg opgroef. Met W. de Jonge <strong>van</strong> de archeologische werkgroep<br />
Leidschendam-Voorburg was er in de laatste fase intensief contact over recente waarnemingen en het in<br />
2006 gepubliceerde publieksboek. Met B. Brobbel waren er in die periode boeiende bijeenkomsten om tot<br />
reconstructietekeningen te komen. M. Haars projecteerde de laatste gegevens op basis <strong>van</strong> de laatste<br />
inzichten op de huidige topografie, en bouwde daarbij voort op het de kaart die B. Ridderhof en M. Kosian<br />
hadden vervaardigd voor het publiekboek. 3 <strong>De</strong> medewerksters <strong>van</strong> de openbare bibliotheek in Laren<br />
waren altijd zeer behulpzaam bij het bestellen <strong>van</strong> boeken en compenseerden zo voor het feit dat er geen<br />
archeologische bibliotheek direkt bij de hand was.<br />
1 Bijvoorbeeld brief d.d. 18 oktober 1973 (ref. nr. 1581) met determinatie gekochte Romeinse munt.<br />
2 Brief C.A. Kalee <strong>van</strong> het Archeologisch instituut <strong>van</strong> de Rijksuniversiteit Utrecht d.d. 14-5-1980 met retour de kopij met<br />
commentaar <strong>van</strong> Brunsting. Door redactionele drukte verscheen het artikel pas in 1982 (Buijtendorp 1982).<br />
3 <strong>De</strong> deadline <strong>van</strong> het publieksboek stond het niet toe al het commentaar <strong>van</strong> ondergetekende in die kaart te verwerken. Verder<br />
is nadien in 2007-2008 door het AAC een opgraving uitgevoerd (Bink en Franzen 2009); zie bijlage L.<br />
14