02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Gordianus III aan dat de put nog tot ten minste dat jaar in gebruik was. 1969 Dat klopt met het feit dat in<br />

de kelder zelf een muntschat is verborgen met als sluitmunt een antoninianus <strong>van</strong> Philippus (244-249<br />

na Chr.) 1970<br />

<strong>De</strong> kelder is in 1988 opnieuw opgegraven. <strong>De</strong> waterput is volgens Koot tijdens of direct na de<br />

opgraving <strong>van</strong> Reuvens in elkaar gestort. Op de veldtekening <strong>van</strong> 1988 staat daarover bij de put<br />

aangetekend (afb. 12.5): “Vulling grotendeels door Reuvens uitgespit. Alleen onderzijde lijkt nog enig<br />

oorspr[onkelijk] materiaal te bevatten (vrijwel compl. pot uit zand!)”. Vlakbij de schets <strong>van</strong> deze “pot<br />

<strong>van</strong> scherven” staat ook de vondst <strong>van</strong> het muntje vermeld, wat de munt <strong>van</strong> Gordianus III moet zijn.<br />

Overigens is daarmee niet bewezen dat de kelder niet eerder is gebruikt. Maar een aanvullend<br />

argument voor een late datering kan de metseltechniek <strong>van</strong> de kelder zijn met afwisselend blokken<br />

natuursteen en tegelbanden (opus listatum). Die techniek is namelijk kenmerkend voor Romeins<br />

metselwerk uit de 3 e eeuw en later, hoewel er wel enkele voorbeelden uit de 2 e eeuw bekend zijn. 1971<br />

Het ziet er zoals gezegd naar uit dat insula VIII voor de uitbreiding door een <strong>stad</strong>sbrand is<br />

getroffen. Maar het is daarmee zeker niet gezegd dat sprake was <strong>van</strong> een grote <strong>stad</strong>sbrand. Zoals<br />

eerder aangegeven, was zeker met de vele houten huizen de kans op een ‘gewone’ plaatselijke<br />

<strong>stad</strong>sbrand in <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> aanzienlijk. Bovendien werden gebouwen ook wel bewust in brand<br />

gestoken om nieuwbouw te kunnen uitvoeren. Brandsporen in Noviomagus (Nijmegen) uit circa 100<br />

na Chr. lijken bijvoorbeeld verband te houden met zo’n opzettelijke brand, zoals dat rond dezelfde tijd<br />

ook in Xanten het geval was. 1972 Verder kan de brand al eerder hebben plaatsgevonden omdat niet<br />

bewezen is dat de uitbouw <strong>van</strong> de insula direct op de brand volgde. <strong>De</strong> brandsporen in de Voorburgse<br />

insula VIII hoeven daarom niet het gevolg te zijn <strong>van</strong> gewelddadigheden rond de Chaukische invallen.<br />

Daarbij komt dat de met dat soort invallen vaak gepaard gaande schatbegravingen uit de periode 172-<br />

174 na Chr. niet in Voorburg gevonden zijn. Overigens is zo’n <strong>stad</strong>sbrand nog niet helemaal<br />

uitgesloten omdat de dateringen <strong>van</strong> Holwerda wat betreft de branden niet erg exact hoeven te zijn.<br />

Maar in combinatie met de andere aanwijzingen is een <strong>stad</strong>suitbreiding onder Marcus Aurelius niet erg<br />

waarschijnlijk.<br />

Commodus (180 – 192 na Chr.)<br />

Een uitbreiding onder Commodus is evenmin erg aannemelijk. Er is in 2005 weliswaar vastgesteld dat<br />

er in de periode 180-185 na Chr. sprake was <strong>van</strong> aanpassingen in insula X. Maar dat heeft zoals<br />

aangegeven eerder te maken met de bouw <strong>van</strong> de eerste <strong>stad</strong>smuur dan met een <strong>stad</strong>suitbreiding. <strong>De</strong><br />

opgravers <strong>van</strong> BAAC kregen namelijk ook de indruk dat het in de periode 180-185 geëgaliseerde<br />

terrein pas in het begin <strong>van</strong> de 3 e eeuw intensiever gebruikt is. Er wordt voor de periode 180/85 – 210<br />

na Chr. gedacht aan gebruik als paardenweide met geen of weinig ambachtelijke activiteiten en geen<br />

sporen <strong>van</strong> bewoning. 1973 Dat zou niet zo vreemd zijn omdat het gebied in deze periode niet alleen<br />

werd getroffen door een economische teruggang, maar ook mogelijk door een grootschalige epidemie<br />

die het inwoneraantal <strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> aanzienlijk verkleind kan hebben.<br />

<strong>De</strong>ze epidemie, de ‘Antonijnse’ plaag, teisterde gedurende bijna een kwart eeuw grote delen <strong>van</strong><br />

het Imperium. <strong>De</strong> beschreven symptomen doen sterk denken aan de pokken, maar een combinatie<br />

met mazelen behoort ook tot de mogelijkheden. <strong>De</strong> plaag zou zijn ontstaan in het zuidoosten <strong>van</strong> het<br />

Imperium waar deze in 165 na Chr. voor het eerst wordt vermeld. Uit deze regio terugkerende legers<br />

<strong>van</strong> Lucius Verus namen de ziekte volgens de keizersbiografie mee naar Rome waar in 166 na Chr.<br />

de nodige slachtoffers vielen. Een jaar later zijn er berichten zowel in de Balkan als in Egypte. <strong>De</strong><br />

Romeinse keizer Marcus Aurelius (161-180 na Chr.) zou op zijn sterfbed tegen zijn geëmotioneerde<br />

vrienden hebben gezegd: “Waarom huilen jullie om mij, in plaats <strong>van</strong> je druk te maken over de<br />

epidemie die talloze slachtoffers maakt?”. 1974 <strong>De</strong> plaag is vrij goed bekend dankzij de beschrijving <strong>van</strong><br />

medicus Galenus die ook meldt dat de epidemie vrij lang duurde. Mogelijk waren er verschillende<br />

uitbraken omdat de berichten tot 180 na Chr. aanhouden, met nog een laatste uitbraak in Rome in 189<br />

na Chr. <strong>De</strong> berichten beslaan zodoende bijna een kwart eeuw. 1975<br />

Recente ervaring met dergelijke epidemieën leert dat het effect sterk per regio kon verschillen.<br />

Duncan-Jones bracht de aanwijzingen voor de Antonijnse plaag in kaart. <strong>De</strong>ze waren duidelijk in het<br />

1969<br />

Koot 2006b,266-268, vondstnummer 2-3-40 en 2-3-48.<br />

1970<br />

Schat B, bij de westmuur <strong>van</strong> de kelder; Buijtendorp 1988e; Buijtendorp 2006f,318-319.<br />

1971<br />

Moffet, Fazio en Woodehouse 2003,115-116.<br />

1972<br />

Van Enckevort e.a. 2000a,72 en Van Enckevort en Thijssen 2000b,104 (Nijmegen); Bridger 1984b,18 en Zieling 1999,25<br />

(Xanten).<br />

1973<br />

Bink en Franzen 2009,419.<br />

1974<br />

Meijer 2009,7.<br />

1975<br />

Jones 1974,134; Duncan-Jones 1996,116—117; Scheidel 2002,97; Cartwright en Biddiss 2000,10-11, 21 en 63-66; Scripta<br />

Historia Augusta, Verus 8.1.1-2.<br />

280

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!