Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
tonput <strong>van</strong> zilverspar. 1760 Ook Holwerda constateerde dat het door hem opgegraven deel <strong>van</strong> dezelfde<br />
geul was opgevuld. Hij schreef over “de honderden kilo’s fragmenten die uit de waterbedding<br />
gekomen zijn” dat het ging om “bijna uitsluitend scherven uit de latere periode (ruwwandige met<br />
hartvormige profielen, late 2 e eeuwsche kruikhalzen, late terra sigillata etc.)”. Verder stelde hij dat<br />
handgevormde scherven “hier zo goed als ontbreken”. 1761<br />
Het is goed mogelijk dat de verspreid over de <strong>stad</strong> waargenomen bouwactiviteiten verdeeld over<br />
een jaar of tien zijn uitgevoerd. Zo ziet het er naar uit dat enkele jaren na de verlening <strong>van</strong> de<br />
<strong>stad</strong>srechten bij de grote westelijke poort een speciale voorziening is getroffen, wat overigens ook een<br />
opzichzelf staande aanpassing kan zijn. <strong>De</strong> nieuwe voorziening was waarschijnlijk bedoeld voor een<br />
verbeterde waterafvoer (afb. 6.2 en 15.21). <strong>De</strong> technische aspecten hier<strong>van</strong> komen aan het eind <strong>van</strong><br />
hoofdstuk 15 ter sprake. Hier is vooral <strong>van</strong> belang dat de betreffende constructie waarschijnlijk in de<br />
periode 150 – 160 na Chr. is aangelegd. Vermoedelijk is tussen beide uiteinden <strong>van</strong> de binnenste<br />
gracht een houten duiker of andersoortige verbinding geplaatst. Daartoe is vermoedelijk een tijdelijke<br />
greppel tussen beide grachten dichtgegooid. Op een foto <strong>van</strong> het opgravingsvlak is zichtbaar hoe het<br />
houten wegriool wordt doorsneden door deze tijdelijke greppel. Blijkens de opgravingstekening werd<br />
bij het verder afwerken <strong>van</strong> het vlak in de tijdelijke greppel duidelijk het spoor <strong>van</strong> de nieuwe houten<br />
verbinding zichtbaar. 1762 Holwerda schreef over de tijdelijke verbinding dat “de aarden dam tusschen<br />
de beide uiteinden <strong>van</strong> de binnenste gracht een strook grond vertoont, die wel lang niet de donkere<br />
kleur vertoont <strong>van</strong> de gewone grachtvulling, maar toch iets donkerder is dan de vaste grond”. <strong>De</strong><br />
vondsten beschrijft hij als volgt: “In den bedoelden aangevulden grond werden, naast eenige stukjes<br />
vrij goed terra-nigra-achtig aardewerk, wrijfschaalfragmenten met vrij slanken rand, dik grijs aardewerk<br />
met smal, vrij scherp profiel en zoowel breede als smalle voetjes <strong>van</strong> geschilderde bekers, ook een<br />
paar hartvormige urnrandprofielen aangetroffen; <strong>van</strong> sigillata niet anders dan een onleesbaar<br />
stempel”. Hij concludeert over de scherven uit de vulling <strong>van</strong> de tijdelijke greppel: “<strong>De</strong>ze scherven<br />
behooren tot het eerste deel <strong>van</strong> de tweede eeuw, uit den tijd kort na het midden <strong>van</strong> die eeuw komen<br />
er geen meer in voor. We mogen dus zeggen dat omstreeks 160 na Chr. deze verandering<br />
waarschijnlijk heeft plaats gehad”. 1763 Overigens kan dit ook verband houden met de in hoofdstuk 2<br />
genoemde mogelijke wateroverlast in 160 na Chr., waarover meer bij de bespreking <strong>van</strong> de<br />
constructie aan het eind <strong>van</strong> hoofdstuk 15.<br />
In hoofdstuk 2 is ook aangeven dat de Rijn-tak waarschijnlijk al halverwege de 2 e eeuw buiten<br />
gebruik was geraakt. In dat geval valt niet uit te sluiten dat het verlenen <strong>van</strong> <strong>stad</strong>srechten een<br />
compensatie was voor het verlies <strong>van</strong> de centrale ligging, met mogelijk als gevolg dat een regionale<br />
rol <strong>van</strong> de vloothaven minder belangrijk werd. Een impuls kwam rond het midden <strong>van</strong> de 2 e eeuw ook<br />
om andere redenen goed uit. Sinds de oprichting rond 121/122 na Chr. was er immers inmiddels een<br />
nieuwe generatie bewoners. Bovendien vragen houten woningen na gemiddeld dertig jaar het nodige<br />
onderhoud. 1764<br />
<strong>De</strong> symbolische verdedigingswerken<br />
Een andere belangrijke aanwijzing voor de Antonijnse impuls in Voorburg vormt de aanleg <strong>van</strong><br />
symbolische verdedigingswerken in deze periode. Halverwege de 2e eeuw, tijdens de regering <strong>van</strong><br />
Antoninus Pius, heerste nog volop de Romeinse vrede (Pax Romana). Er was daardoor weinig<br />
behoefte aan echte verdedigingswerken. Hoofdzakelijk steden die in het directe zicht <strong>van</strong> de vijand<br />
langs de Rijn lagen, zoals Keulen en Xanten, bezaten al in een vroeg <strong>stad</strong>ium <strong>stad</strong>smuren om<br />
eventuele aanvallers af te schrikken. 1765 Daarbij is in Xanten mogelijk aan<strong>van</strong>kelijk alleen het deel <strong>van</strong><br />
de <strong>stad</strong>smuur langs de Rijn afgebouwd, in welk geval de afschrikwekkende werking en het prestige<br />
belangrijker was dan de defensieve waarde. 1766 Steden die iets verder landinwaarts lagen, zoals<br />
1760<br />
Bink en Franzen 2009,87, 92 en 413; waterput 2 en 3.<br />
1761<br />
Holwerda 1912a,17-18.<br />
1762<br />
Op de ongekleurde veldtekening is met potlood het riool als één geheel getekend en vervolgens bij de buitenste gracht en<br />
de mogelijke duiker weggegumd. Dat is niet het geval bij de tijdelijke greppel die ook nog net gesneden wordt door de rand <strong>van</strong><br />
een paal <strong>van</strong> de weg. Dat suggereert dat de tijdelijke greppel ouder is, maar de tekening maakt een schetsmatige indruk. Op de<br />
vlakfoto lijkt het riool door de tijdelijke greppel te zijn onderbroken (zie ook Holwerda 1915a, afb. 1 en 3). Dat de fasering in de<br />
tekening niet zo scherp was illustreert het feit dat daarin het middenriool binnen de poort als een muurstuk werd getekend,<br />
terwijl op foto’s duidelijk zichtbaar is dat het om een steenloos afwijkend spoor gaat dat door de muren <strong>van</strong> de poort wordt<br />
gesneden (afb. 4.7).<br />
1763<br />
Holwerda 1915a,10 en Holwerda 1923,12; misschien is er een verband met deze infrastructuerele activiteit en het werk aan<br />
de weg in 162 na Chr. waarlangs de mijlpaal <strong>van</strong> Naaldwijk/Monster stond, waarover verderop meer.<br />
1764<br />
Heidinga 1987,32 (circa 25 jaar); Van Enckevort 2003,357 (25-30 jaar op grond <strong>van</strong> Oss-Westerveld); Meffert 1998,74 en 80<br />
(circa 30 jaar); Brandt e.a. 1987,218 en Bloemers 1978,37 (30-35 jaar op grond <strong>van</strong> Rijswijk en Wijster); <strong>De</strong>rks 1996,50 (30-50<br />
jaar).<br />
1765<br />
Vergelijk Van Es 1981,143.<br />
1766 Driessen 2007,162; Müller 2008a,270.<br />
251