02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

eeuw een woonwijk aangelegd en in 1890-91 bij Hoekenburg de Trekvliet met tientallen meters<br />

verbreed. Bij die gelegenheid zijn mogelijk delen <strong>van</strong> het westelijke grafveld en een weg langs het<br />

Kanaal <strong>van</strong> Corbulo vergraven. In 1894 kwam in die omgeving bij de aanleg <strong>van</strong> een weg (hoek<br />

Heeswijkstraat – Prinses Mariannelaan: Arentsburg) een drietal gouden munten tevoorschijn en twee<br />

laat-Romeinse exemplaren. 475 En in het begin <strong>van</strong> de 20e eeuw verscheen aan de westzijde <strong>van</strong><br />

<strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> een woonwijk, bij welke gelegenheid complete potten gevonden zouden zijn die<br />

wellicht <strong>van</strong> een grafveld afkomstig waren. 476 Ook ten noorden <strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> rukte in het begin<br />

<strong>van</strong> de twintigste eeuw de bebouwing op. Dat was voor Holwerda mede aanleiding om een<br />

archeologisch onderzoek voor te bereiden.<br />

Het onderzoek <strong>van</strong> Holwerda<br />

In 1904, bijna driekwart eeuw na Reuvens, werden door Holwerda (1873 – 1951) de voorbereidingen<br />

gestart voor zijn grootschalige opgravingscampagnes in de jaren 1910-1915. Met een opgegraven<br />

oppervlak <strong>van</strong> naar schatting ongeveer 13.000 vierkante meter is dit het tweede grote onderzoek dat<br />

cruciaal is voor de (her)interpretatie <strong>van</strong> de sporen <strong>van</strong> Romeins Voorburg. 477 Holwerda was een <strong>van</strong><br />

de grondleggers <strong>van</strong> de moderne Nederlandse archeologie. 478<br />

<strong>De</strong> start en aanpak <strong>van</strong> Holwerda<br />

Holwerda sloot zijn studie klassieke talen in september 1899 af met zijn promotie tot doctor in de<br />

letteren en wijsbegeerte. <strong>De</strong> jonge Holwerda promoveerde bij zijn vader die directeur was <strong>van</strong> het<br />

Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudheden. 479 Daarna was Holwerda junior leraar op gymnasia in Alkmaar en zijn<br />

geboorteplaats Schiedam, in welke periode hij ook leerboeken schreef.<br />

Holwerda’s vader haalde al snel zijn zoon naar Leiden en gaf hem de functie <strong>van</strong> conservator<br />

(1904) en onder-directeur (1910). Al in de zomer <strong>van</strong> 1904 was de interesse <strong>van</strong> Holwerda voor<br />

Romeins Voorburg gewekt. Dat blijkt uit het archief in het Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudheden waar een boek<br />

met voorbereidende aantekeningen <strong>van</strong> Holwerda bewaard is. 480 Zijn aantekeningen beginnen op 14<br />

juli 1904 en beschrijven systematisch de opgraving <strong>van</strong> Reuvens, hier en daar geïllustreerd met<br />

ingeplakte foto’s <strong>van</strong> zijn tekeningen. Bijna aan het eind <strong>van</strong> de aantekeningen is een publicatie<br />

ingeplakt <strong>van</strong> Holwerda in Elzevier uit 1907 over Het Romeinsche Landhuis in Nederland. <strong>De</strong> jonge<br />

Holwerda liep in 1905, toen hij begin dertig was, een korte stage bij de Duitse archeoloog Carl<br />

Schuchhardt (1857 – 1943). <strong>De</strong>ze verrichtte sinds 1899 opgravingen naar een Romeins fort in Haltern.<br />

Daar maakte Holwerda kennis met nieuwe opgravingstechnieken die het mogelijk maakten ook resten<br />

<strong>van</strong> vergane houten gebouwen als grondverkleuringen te herkennen. Dit ‘paalgatprincipe’ werd door<br />

Holwerda in 1906 geïntroduceerd in de Nederlandse archeologie. Het betrof een onderzoek naar<br />

grafheuvels dat hij op verzoek <strong>van</strong> koningin Wilhelmina uitvoerde in de Kroondomeinen bij Hoog<br />

Soeren op de Veluwe. Enkele jaren later zou die nieuwe techniek bij zijn onderzoek in Voorburg <strong>van</strong><br />

grote waarde blijken te zijn. 481 Hij maakte ook als eerste in Nederland systematisch gebruik <strong>van</strong><br />

fotografie en introduceerde de sleuvenmethode (zoals ook al beperkt toegepast door Reuvens), een<br />

graafwijze waarmee grote oppervlakken met beperkte inspanningen onderzocht konden worden. 482<br />

Bovendien specialiseerde Holwerda zich in aardewerk, waaronder de terra sigillata. In dat kader<br />

onderhield hij direct contact met Dragendorff, dé autoriteit op dat gebied. Holwerda’s classificatie <strong>van</strong><br />

het Voorburgse aardewerk werd nog lange tijd gebruikt, waaronder de typologie <strong>van</strong> het ruwwandige<br />

kustaardewerk met de grote kookpotten met omgeslagen rand Arentsburg 140-142 en de kleinere<br />

versie Arentsburg 130-136. Holwerda sprak <strong>van</strong> Arentsburgpotten terwijl soms ook wel de aanduiding<br />

Holwerda-potten voorkomt.<br />

475<br />

Jongkees 1950,24 noot 59; Schat G.<br />

476<br />

Zo meldde in 1984 een bewoner aan W.Jung ten tijde <strong>van</strong> het booronderzoek.<br />

477<br />

Oppervlak geschat op basis <strong>van</strong> de puttenkaart in Holwerda 1916. Holwerda onderzocht in 1910-1911 in insula I een terrein<br />

dat op het oog aaneengesloten overeen komt met een vlak <strong>van</strong> circa 70 bij 50 meter (3500 m2). Bovendien onderzocht hij in<br />

1911 aan de kant <strong>van</strong> de Vliet over circa 100 meter lengte een aantal sleuven met bij elkaar een breedte <strong>van</strong> ongeveer 20<br />

meter (2000 m2), plus een vlak dat op het oog overeenkomt met een aaneengesloten vlak <strong>van</strong> ongeveer 60 bij 10 meter (600<br />

m2). Tot slot onderzocht hij in de jaren 1912, 1914 en 1915 het tussenliggende terrein over een lengte <strong>van</strong> in totaal ongeveer<br />

160 meter en een breedte <strong>van</strong> ongeveer 90 meter. Op het oog heeft hij daar<strong>van</strong> ongeveer de helft opgegraven (7200 m2). Dat<br />

is bij elkaar 13.300 m2, wat gezien de onzekerheden is afgerond op 13.000 m2.<br />

478<br />

Van Wijngaarden 1951; Brongers 1976,10, 36-37; Waterbolk 1976.<br />

479<br />

Eickhoff 2003,24.<br />

480<br />

Archief RMO, Holwerda privé-archief, Doos C279 (kast 8, plank 6): band met titel „Arentsburg, Excerpt Holwerda“.<br />

481<br />

Brongers 1976,10 en 37; Louwe Kooijmans 1979,37; Van Ginkel 1983,115; Bloemers e.a. 1981,8; Verhart 2001,7; Eickhoff<br />

2003,25-26; Van Wijngaarden 1951,4 noemt 1903 als jaartal bezoek Haltern.<br />

482<br />

Verhart 2001,8-9.<br />

79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!