Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In zijn postuum in 1588 verschenen Batavia (afgerond tussen 1570 en 1575) besteedde<br />
<strong>Hadrianus</strong> Junius ook aandacht aan het onderwerp (afb. 1.2). 304 Hij sprak <strong>van</strong> koning Elinus en nam<br />
zodoende <strong>van</strong> de naam Aurindelinus alleen het laatste deel over. Hier vertaald uit het Latijn schreef<br />
Junius over “het zeer oude en bekende kasteel <strong>van</strong> Elinus (‘arx Elini’), waar<strong>van</strong> de kroniekschrijvers<br />
een andere Midas maken, hem noemende Eseloor, met oren der edelen”. <strong>De</strong> ruïne was volgens hem<br />
“niet ver weg <strong>van</strong> ’s Gravenhage, bij het dorp Voorburg, en was “vele morgen (multorum iugerum)<br />
groot. Hij meldt verder dat de “ruïnes en onderaardse constructies onder de aarde liggen”. Te denken<br />
valt onder meer aan de kelders en verwarmde vloeren waar<strong>van</strong> Reuvens de grotendeels uitgebroken<br />
restanten heeft opgegraven. Interessant is dat Junius schrijft dat men er “in de afgelopen jaren<br />
oneindig veel munten <strong>van</strong> alle soorten heeft uitgegraven. Ik heb er onder deze enkele gouden munten<br />
gezien, met aan de eene zijde de tekst Elinus, en aan de andere zijde Dore<strong>stad</strong>”. 305 Het is interessant<br />
dat Junius meerdere <strong>van</strong> deze munten (aureos nummulos) zag. 306<br />
Het gaat bij het genoemde munttype hoogst waarschijnlijk om een goudstuk (triens) <strong>van</strong><br />
Madelinus geslagen in Dore<strong>stad</strong> (Wijk bij Duurstede) zoals al in 1734 is gesuggereerd door<br />
Cannegieter. 307 Overigens is er een goede kans dat de Voorburgse goudstukken imitaties zijn. Van de<br />
circa vijfhonderd munten die inmiddels <strong>van</strong> Madelinus bekend zijn, is namelijk viervijfde een imitatie. 308<br />
Madelinus was eerst actief in Maastricht en sloeg vervolgens in het tweede kwart <strong>van</strong> de 7 e eeuw geld<br />
in Dore<strong>stad</strong>. Daarna werden nog tot circa 680 na Chr. imitaties geslagen. Het ging onder meer om<br />
munten met op de voorzijde het uit bolletjes gevormde borstbeeld <strong>van</strong> een Merovingische koning<br />
kijkend naar rechts en het omschrift 'DORESTATI FIT' (geslagen in Wijk bij Duurstede). Op de<br />
keerzijde staat op een breed voetstuk een kruis en het opschrift 'MAD.ELINUS M' (Madelinus,<br />
muntmeester). Omdat ‘Elinus’ los staat, meende Junius daaruit de naam <strong>van</strong> de afgebeelde heerser af<br />
te kunnen lezen. Dat was voor hem een sterk argument omdat munten in die tijd als een <strong>van</strong> de<br />
belangrijkste informatiebronnen werden beschouwd. Hij zou in zijn conclusie eventueel gesterkt<br />
kunnen zijn door de vondst <strong>van</strong> naamstempels op terra sigillata. Er zijn in Voorburg namelijk vijf<br />
stempels opgegraven <strong>van</strong> pottenbakker Ellenius die in de 2 e eeuw actief was in Les Allieux. 309 <strong>De</strong><br />
vondst <strong>van</strong> 7 e eeuwse munten strookt met andere aanwijzingen dat de Romeinse ruïne in de vroege<br />
Middeleeuwen nog steeds volk trok, zoals dat bij de meeste Romeinse versterkingen het geval was.<br />
Zoals wordt besproken aan het slot <strong>van</strong> hoofdstuk 8, zijn verschillende vroeg-Middeleeuwse vondsten<br />
in Voorburg gedaan. <strong>De</strong> opmerking <strong>van</strong> Junius is daarom zeker geloofwaardig.<br />
Martinus Hamconius geeft in 1609 hetzelfde verhaal <strong>van</strong> koning Elinus vrij uitvoerig weer, waarbij<br />
de koning ook een voornaam krijgt: “Ridzardus Elinus”. Hij meldt verder dat het terrein bekend staat<br />
als de “heuvel <strong>van</strong> koning Aurendulius” (montem regis aurendulii) en stelt evenals Snoy dat deze tien<br />
morgen (decem iugera) groot is. 310 Scriverius geeft dezelfde maat. Hij stelt dat “de fondamenten<br />
genoeg betuygen dat een machtigh swaer gebouw gestaen heeft”. 311 In de algemene omschrijving<br />
volgt hij zijn voorgangers: “Een te hoogen ende grooten Slot/ dat sijns gelijck niet en was <strong>van</strong><br />
hoocheyt/ende grootheyt”. Hij vult het aan met het oppervlak “als in sijn begrip groot sijnde thien<br />
morghen landts”. Hij voegt er dan niet zonder humor met een verwijzing naar de oude Ezeloorlegende<br />
aan toe: “opdat die Coninck pletse genoeck soude hebbe/ om sijn groote ooren te<br />
herbergen”. 312 Scriverius opperde in 1612 dat het zou kunnen gaan om de restanten <strong>van</strong> <strong>Forum</strong><br />
<strong>Hadriani</strong>. 313 Die naam stond op de reiskaart <strong>van</strong> Peutinger waar<strong>van</strong> in 1508 een middeleeuwse kopie<br />
was opgedoken die daarna weer zoek raakte. <strong>De</strong> kaart kreeg daardoor pas grotere bekendheid aan<br />
het eind <strong>van</strong> de 16 e eeuw. <strong>De</strong> kaart werd toen opnieuw ontdekt. Nadat in 1591 al een fragment was<br />
gepubliceerd, verscheen in 1598 op initiatief <strong>van</strong> Ortelius een volledige uitgave. 314 <strong>De</strong> door Scriverius<br />
gesuggereerde identificatie <strong>van</strong> Voorburg met <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> bleef de volgende eeuwen terugkomen,<br />
zij het dat er bij een aantal auteurs aarzeling bleef bestaan. 315<br />
Junius vermeldde behalve munten een aantal andere Romeinse vondsten die volgens hem<br />
tevoorschijn kwamen uit een akker (“e regione agri” oftewel een “agger”). Het ging om een inscriptie<br />
<strong>van</strong> een Romeinse priester (Sevir Augustales) die hij ook afbeeldt (afb. 1.2). Verder beschrijft hij een<br />
304 Buijtendorp in voorbereiding (Brittenburg).<br />
305 Junius 1988,313-314; Vergelijk vertaling in Boxhorn 1632a,167.<br />
306 Vergelijk Boxhorn 1632,167; Westreenen <strong>van</strong> Tiellandt 1827,15 en 21.<br />
307 Oudaan 1664,21; Cannegieter 1734, 130-131 en 145-146 met afbeelding; Westreenen <strong>van</strong> Tiellandt 1826,15; <strong>De</strong> Boone<br />
1972,87-88.<br />
308 Pol 1978,146, 149 en 151; Pol 2001; Pol en Van der Veen 2008,317-319.<br />
309 Holwerda 1923,35 nr. 72.<br />
310 Hamconius 1609,34.<br />
311 Scriverius 1612,22; Scriverius 1663,205.<br />
312 Scriverius 1612,22 en 30.<br />
313 Scriverius 1612,23.<br />
314 Stuart 1999,3 en 5.<br />
315 Scriverius 1612,23; Van Wijn 1800,II,14; <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> in 1667 genoemd door D. <strong>van</strong> Bleijswijk (p 17); Reuvens 1829a,1.<br />
61