Een brede verkenning van een leven lang leren - ecbo
Een brede verkenning van een leven lang leren - ecbo
Een brede verkenning van een leven lang leren - ecbo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
126<br />
werkzaamheden in het primaire werkproces. Veel voorkomende werkzaamheden werden vaker<br />
besproken dan minder voorkomende. Hoewel dat op zich logisch is, is het de vraag of dat voor<br />
de ontwikkeling <strong>van</strong> de student ook het beste uitpakt. Juist de minder voorkomende<br />
werkzaamheden vragen aandacht, omdat de gelegenheid tot observeren en oefenen beperkt is<br />
en dus zo goed mogelijk benut moet worden.<br />
UITEENLOPEND GEBRUIK<br />
De richtlijnen voor interactie zijn op uit<strong>een</strong>lopende wijze gebruikt. Sommige werkbegeleiders<br />
gebruikten ze intensief, andere vrijwel niet. Degenen die ze gebruikten, volgden de richtlijnen<br />
soms precies zoals opgesteld of gaven er <strong>een</strong> eigen invulling aan: door richtlijnen weg te laten,<br />
eigen richtlijnen toe te voegen en/of door de volgorde aan te passen. Aanpassingen waren het<br />
gevolg <strong>van</strong> de beschikbare tijd voor interactie of <strong>van</strong> al ontwikkelde eigen routines voor<br />
interactie.<br />
Uit de evaluatie <strong>van</strong> de richtlijnen komt naar voren, dat zowel werkbegeleiders als studenten<br />
deze zien als <strong>een</strong> bruikbaar en ondersteunend instrument, dat rele<strong>van</strong>te aspecten <strong>van</strong> interactie<br />
bevat. De werkbegeleiders onderschrijven de uitgangspunten <strong>van</strong> het model en studenten<br />
bevestigen dat hun werkbegeleider in over<strong>een</strong>stemming met de uitgangspunten handelde. Deze<br />
bevindingen wijzen erop dat de richtlijnen voor interactie acceptabel zijn voor de werkbegeleiders.<br />
Wel gaven zij aan dat de richtlijnen niet altijd pasten in hun eigen manier <strong>van</strong> interactie of niet<br />
pasten in specifi eke situaties die zich voordeden op de werkplek. Dat wijst op <strong>een</strong> potentiële<br />
zwakte <strong>van</strong> het instrument: de richtlijnen zijn geformuleerd als <strong>een</strong> generieke set die bruikbaar<br />
wordt geacht voor elke werkbegeleider in elke situatie. Het instrument biedt g<strong>een</strong> tips voor<br />
aanpassingen <strong>van</strong> de richtlijnen aan de eigen, specifi eke situatie. Het toevoegen <strong>van</strong> zulke tips<br />
zou <strong>een</strong> verrijking <strong>van</strong> het instrument kunnen betekenen. Tegelijkertijd neemt het de <strong>een</strong>voud<br />
weg. En dat werpt met<strong>een</strong> <strong>een</strong> drempel voor gebruik op.<br />
<strong>Een</strong> be<strong>lang</strong>rijke conclusie uit het onderzoek pleit ervoor de richtlijnen te laten zoals ze zijn:<br />
intensief gebruik resulteert in <strong>een</strong> betere beheersing <strong>van</strong> beroepsrele<strong>van</strong>te competenties. De<br />
uitdaging is werkbegeleiders te verleiden ze intensief te gebruiken en dat is niet <strong>een</strong>voudig gebleken.