Een brede verkenning van een leven lang leren - ecbo

More documents

Recommendations

Info

232 te persoonlijk karakter; de basis blijft instabiel en er komt geen verankering en verdere uitbouw tot stand. BEVORDERENDE FACTOREN VOOR SAMENWERKING Hier en daar lukt het echter wel degelijk om samenwerking van de grond te krijgen. Een aantal bevorderende factoren speelt daarbij een rol (Hövels e.a., 2005; Baarda e.a., 2006): • Tussen de organisaties bestaat een ‘wederzijdse chemie’; er is zorg voor een goede onderlinge en interne communicatie en partners zijn in staat eventuele cultuurverschillen te overbruggen. • Samenwerking wordt zowel op strategisch als op tactisch en operationeel niveau in de organisaties afgestemd. Het is geen zaak van alleen het uitvoerend of alleen het bestuurlijk niveau. Daardoor zijn partners over en weer op elkaar gericht; er is sprake van een open houding. Taken en verantwoordelijkheden zijn helder vastgelegd. • Partners zijn in staat de samenwerking te baseren op win-winsituaties met voordelen voor bedrijf, school én leerling. De investeringen over en weer – onder meer in termen van ingezette tijd – verhouden zich goed tot elkaar. SAMENWERKING TUSSEN MBO EN VMBO Samenwerking tussen mbo en vmbo kan de aansluiting tussen deze beide schoolsoorten verbeteren en het onderwijs aantrekkelijker maken. Ook gaan landelijke beleidskaders ervan uit dat op die manier een betere afstemming op de arbeidsmarkt tot stand komt. Samenwerking legt bovendien een basis voor een sterkere, regionale educatieve infrastructuur (Ministerie van OCW, 2005, 2006; Adviesgroep vmbo, 2006). Uit een recent onderzoek naar de samenwerking tussen vmbo en mbo blijkt dat scholen samenwerking nastreven om het (voortijdig) schoolverlaten terug te dringen en doorlopende leerlijnen te verbeteren, om zo meer kansen voor leerlingen te creëren (Van Schoonhoven, 2007a). Ook overwegingen in de sfeer van het profi leren van de eigen school, het werven van leerlingen en het verbeteren van de concurrentiepositie spelen echter mee; vormen van externe druk en (fi nanciële) prikkels kunnen eveneens reden voor samenwerking zijn, evenals het behalen van effi ciencyvoordelen.
AFSTEMMING ALS EERSTE STAP NAAR SAMENWERKING In de praktijk blijkt de samenwerking tussen mbo en vmbo – daar waar het gaat om de zogeheten experimenten in het kader van Herontwerp beroepsonderwijs – achter te blijven bij die tussen mbo en bedrijfsleven. Met het vmbo heeft het mbo “(…) in de helft van de gevallen nog geen afstemming en zit de samenwerking nog in de planningsfase. Ook de samenwerking in de eigen instelling en met de collega-mbo-instellingen vindt in de meeste gevallen nog beperkt plaats en is meer voorzien voor de toekomst.” (Baarda e.a., 2006). Waar het mbo wel samenwerkt met het vmbo heeft dit betrekking op “(…) voorlichting, de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen en de ontwikkeling van een gemeenschappelijk portfolio.” (ibidem). Als wordt samenwerkt tussen vmbo en mbo, neemt deze samenwerking meestal de vorm aan van afstemming (Van Schoonhoven, 2007a). Het gaat over de overdracht van leerlingen en de aansluiting van onderwijsprogramma’s. Verdergaande samenwerkingsvormen – waarbij bijvoorbeeld ook personeel, leerlingen en fi nanciële middelen worden uitgewisseld tussen vmbo en mbo – komen nog niet of nauwelijks voor. Als verklaringen worden genoemd dat afstemming het minst ingrijpend en het eenvoudigst te realiseren is. Afstemming is minder bedreigend voor een organisatie, omdat deze zichzelf kan blijven en geen autonomie of zeggenschap hoeft in te leveren. Afstemming kan wel een eerste stap zijn op de weg naar minder vrijblijvende vormen van samenwerking. AANBEVELINGEN VOOR MBO EN VMBO Samenwerking tussen vmbo en mbo kan volgens dit onderzoek worden bevorderd, als: • er sprake is van een gedeeld probleem en partners in staat zijn op basis van een gemeenschappelijke visie en taal de samenwerking verder te brengen en tevens om kunnen gaan met eventuele cultuurverschillen. • er sprake is van veelvuldig contact over en weer, vooral tussen docenten. Ook het management is in woord en daad bij de samenwerking betrokken. Van belang is tevens dat de samenwerking wordt ingebed in staand beleid en wordt georganiseerd met heldere regie, doelstellingen en resultaatgerichtheid. • partners in staat zijn niet alleen het eigen belang van de samenwerking te zien, maar ook interne steun geven aan (het opstarten van) deze samenwerking en voldoende faciliteiten (tijd!) beschikbaar stellen. 233
Page 1 and 2:
Een brede verkenning van een leven
Page 3:
Voorwoord Beleidsmakers hebben al j
Page 6 and 7:
• Leven lang leren in relatie tot
Page 8 and 9:
3.1.2 Voorbeelden van recent beleid
Page 10 and 11:
X 8.3.2 Ontwikkelingen in bedrijf 1
Page 13 and 14:
Inleiding EEN LEVEN LANG LEREN: ONO
Page 15 and 16:
De projectdirectie Leren & Werken,
Page 17 and 18:
Gielen en Derk-Jan Nijman. Maar het
Page 19:
Deel 1 Nationale beleidsontwikkelin
Page 22 and 23:
10 INVULLING PER LAND VERSCHILLEND
Page 24 and 25:
12 3 Bij het niveau gaat het om de
Page 26 and 27:
14 1.4 Spanje In Beleidsontwikkelin
Page 29 and 30:
Een leven lang leren in beeld: een
Page 31 and 32:
4. HET BESTAAN VAN MEERDERE DOELSTE
Page 33 and 34:
2.3.1 Nationale historie In Nederla
Page 35 and 36:
• 1998: presentatie Nationaal Act
Page 37 and 38:
maatregelen in het initieel onderwi
Page 39 and 40:
2 Burgers doorlopen behalve een arb
Page 41 and 42:
Tegelijkertijd lijkt de verdeling h
Page 43 and 44:
en maatwerk. Voorbeelden zijn de ve
Page 45 and 46:
STARTKWALIFICATIE Waar het gaat om
Page 47 and 48:
sinds 2001 bezig is met spaarrekeni
Page 49 and 50:
eleidsmatig nog weinig aandacht als
Page 51:
LITERATUUR Grip, A. de (2000). Van
Page 54 and 55:
42 Ondanks het spanningsveld tussen
Page 56 and 57:
44 ENGELAND De verantwoordelijkheid
Page 58 and 59:
46 Het memorandum Vaardigheden voor
Page 60 and 61:
48 onderzoekers om bij te blijven e
Page 62 and 63:
50 verbeteren. Dat kan door de capa
Page 64 and 65:
52 van het leren gebeurt door het d
Page 66 and 67:
54 OP ZOEK NAAR BALANS Onderneminge
Page 68 and 69:
56 enige afstand tussen leren en we
Page 70 and 71:
58 een interactief, virtueel progra
Page 72 and 73:
60 3.3.4 Foundation Degrees Foundat
Page 74 and 75:
62 Verdere ontwikkeling van dit raa
Page 76 and 77:
64 3.6.1 De individuele verantwoord
Page 78 and 79:
66 3.6.4 Onderzoek naar drempels en
Page 80 and 81:
68 LITERATUUR 3 Adult Learning Insp
Page 82 and 83:
70 Infelise, L. (1994). Incompany t
Page 85 and 86:
Beleidsontwikkelingen in Spanje: ee
Page 87 and 88:
GEEN VRAAGSTURING Geen van de drie
Page 89 and 90:
eschikbare fondsen voor scholing en
Page 91 and 92:
dit gebied. De getoonde goede wil h
Page 93 and 94:
wordt herhaaldelijk gerefereerd aan
Page 95 and 96:
toerisme, is het nu mogelijk voor w
Page 97 and 98:
HERVORMINGSRETORIEK De hervormingsr
Page 99 and 100:
sociale partners hebben geprofi tee
Page 101 and 102:
aanbod leidt tot beroepskwalifi cat
Page 103 and 104:
VOLWASSENENEDUCATIE In Spanje wordt
Page 105:
Deel 2 Een lang leven lang leren bu
Page 108 and 109:
96 • • Non-formeel leren Dit vi
Page 110 and 111:
98 werkplekleren wordt gekeken. Hij
Page 112 and 113:
100 formele leren daarmee afgeschaf
Page 114 and 115:
102 wel dat bedrijven en scholen be
Page 116 and 117:
104 leren dan alleen via het volgen
Page 118 and 119:
106 leren. Het (willen) opdoen van
Page 120 and 121:
108 Het zelfstandig leren van geabs
Page 122 and 123:
110 altijd in het oog gehouden word
Page 124 and 125:
112 INTERACTIEPROCESSEN Bij de werk
Page 126 and 127:
114 individuele engagement hangt bi
Page 128 and 129:
116 6.6 Tot slot Het komt in scholi
Page 130 and 131:
118 Eraut, M., Alderton, J., Cole,
Page 132 and 133:
120 Ruelens, L. en Baert, T. (2002)
Page 134 and 135:
122 naar factoren die van invloed z
Page 136 and 137:
124 INSTRUMENT VOOR INTERACTIE Blok
Page 138 and 139:
126 werkzaamheden in het primaire w
Page 140 and 141:
128 recentelijk hun opleiding afger
Page 142 and 143:
130 ANDERSOORTIGE LEERRESULTATEN De
Page 144 and 145:
132 interactie neemt de werkbegelei
Page 146 and 147:
134 Blokhuis, F. en Leenders, E. (2
Page 148 and 149:
136 ontwikkelingen worden genegeerd
Page 150 and 151:
138 waarde- en normenpatronen dan a
Page 152 and 153:
140 oogmerk een inhaalslag, omdat z
Page 154 and 155:
142 functionaliteiten. Ook de leide
Page 156 and 157:
144 machines) zijn enkele interview
Page 158 and 159:
146 Reactief leren vindt deels coll
Page 160 and 161:
148 van vitalisering, maar wordt va
Page 162 and 163:
150 worden vormgegeven: in feite wo
Page 164 and 165:
152 Tabel 8.1 Articulatie van leerv
Page 166 and 167:
154 3 Maatwerk, fl exibilisering va
Page 168 and 169:
156 LITERATUUR Aspin, D.N. e.a. (Ed
Page 170 and 171:
158 LEERPROCESSEN IN BEELD Juist in
Page 172 and 173:
160 COMPLEMENTARITEIT ONDERWIJS EN
Page 174 and 175:
162 Daarnaast geven ook veel mensen
Page 176 and 177:
164 HOGER EN LAGER OPGELEIDEN Het i
Page 178 and 179:
166 kunnen wijzen dat vooral kenmer
Page 180 and 181:
168 Ook in een multivariate analyse
Page 182 and 183:
170 werkende leeftijdsgenoten een k
Page 184 and 185:
172 Onderwijsraad (2003). Werk Make
Page 186 and 187:
174 10.1 Duurzame ontwikkeling Duur
Page 188 and 189:
176 functioneren zonder illegale im
Page 190 and 191:
178 aangegeven. Ook wordt geprobeer
Page 192 and 193:
180 ondersteunende rol gespeeld bij
Page 194 and 195: 182 werknemers verlaten op termijn
Page 196 and 197: 184 LITERATUUR Beck, U. (1999). Wor
Page 198 and 199: 186
Page 200 and 201: 188
Page 202 and 203: 190 DRIE NIVEAUS VAN INTERACTIE In
Page 204 and 205: 192 Invoering veronderstelt dat het
Page 206 and 207: 194 ONTWERP- EN ONTWIKKELGERICHTE A
Page 208 and 209: 196
Page 210 and 211: 198 12.1 Laaggeletterdheid als prob
Page 212 and 213: 200 Automatisering en stijgend gebr
Page 214 and 215: 202 12.5 Werk naar school, school n
Page 216 and 217: 204 loopbaanontwikkeling en vakinho
Page 218 and 219: 206 taalcompetenties bepaald en ver
Page 220 and 221: 208 Schema 12.2 Routeplanner voor h
Page 222 and 223: 210 begeleider en in elk geval als
Page 224 and 225: 212
Page 226 and 227: 214 en de (toekomstige) beroeps- of
Page 228 and 229: 216 13.2 Op zoek naar krachtige lee
Page 230 and 231: 218 kunnen werken met een persoonli
Page 232 and 233: 220 Bij deze ontwikkeltaken wordt v
Page 234 and 235: 222 • Individueel en collectief l
Page 236 and 237: 224 • Integrale schoolontwikkelin
Page 238 and 239: 226 of productgroepen) behelzen voo
Page 240 and 241: 228
Page 242 and 243: 230 14.1 De ‘harde’ kant van he
Page 246 and 247: 234 14.2 Theoretische noties over h
Page 248 and 249: 236 INTERORGANISATORISCHE NETWERKEN
Page 250 and 251: 238 • op praktijkleren bijvoorbee
Page 252 and 253: 240 Bogenrieder en Nooteboom onders
Page 254 and 255: 242 Tabel 4.1 Samenvatting resultat
Page 256 and 257: 244 LEERPROCESSEN IN RELATIE TOT VE
Page 258 and 259: 246 contact tussen de organisaties
Page 260 and 261: 248 LITERATUUR Adviesgroep vmbo (20
Page 262 and 263: 250 Vlaar, P.W.L. (2006). Making se
Page 264 and 265: 252 volwasseneneducatie en een leve
Page 266 and 267: 254 Max van der Kamp. Max is op 6 j
Page 268 and 269: 256 Vanaf die tijd heeft zij als co
Page 270: 258 10 De overgang van vmbo naar mb
show all

Een brede verkenning van een leven lang leren - ecbo

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?