Uru Kroniek - All Things Uru

More documents

Recommendations

Info

en bekeek de afbeelding nader. Dit was onmiskenbaar een tekening van mijn Relto, waarboven nu een drietal regenwolken waren gearriveerd. Nou, in Eder Kemo had ik daar al een voorproefje van gehad, maar nu leek het weer wel overal om te slaan… Toch had Yeesha helemaal gelijk. Regen was inderdaad het leven brengende elixer voor de woestijn, en eigenlijk ook voor alle andere gebieden, want zonder water kan niet één levend wezen – plant, dier, mens, D’ni of zelfs Bahro. Ik besefte dat het nu te laat was om te proberen Yeesha te achterhalen. Ik had ook het idee gekregen dat ze gezegd had wat er viel te zeggen en dat ze niet gesteld was op een nader onderonsje met mij. Toch moest ik maar eens buiten een kijkje gaan nemen, al hoopte ik wel dat het onweer niet al te nabij zou komen. Op de een of andere manier bleef de deur hier weigeren om open te gaan, dus nam ik maar de andere doorgang, in de keuken. Buiten gearriveerd, kletterde de regen daar neer en was het hier beneden in de spleet behoorlijk donker. De meest dreigende wolken hadden echter nog niet de zon bereikt en deze scheen nog waterig door dunnere wolkensluiers heen. Het gevolg was dat er hier sprake was van een behoorlijk ‘vals’ licht, donker en helder tegelijk. Daarbij viel het mij ook op dat de zon inderdaad een stuk lager stond en dat het hier bijna avond was geworden. Via de touwladder klom ik uit de spleet en was zo getuige van een bijzonder schouwspel. De regen die viel, viel natuurlijk ook in de vulkaanmond. Daarbinnen was de grond kennelijk nog heet en werd het hemelwater tot stoom getransformeerd. Het gevolg was dat de hele krater was gaan stomen, alsof er een eruptie aan de gang was, wat gelukkig niet zo was. Wat mij echter meer verontrustte was dat ik langs de hellingen van de vulkaan en de kraterrand een viertal zwarte figuren zag kruipen. De afstand was net wat te groot om te zien wat het precies waren, maar de figuren zagen er ietwat onheilspellend en niet menselijk uit. Twee verdwenen er snel in de vulkaanmond, maar de derde bleef op de rand staan en blikte in mijn richting. Hij kreeg gezelschap van de vierde, die vlak naast hem ging staan. Het leek wel alsof hij iets tegen de ander zei, alvorens ook in de krater af te dalen. De ene overgebleven figuur bleef rustig wachten terwijl hij mij bleef aankijken. Op dat moment doorkliefde een dikke bliksemslang het zwerk, die insloeg aan Een dikke bliksemslang slaat aan de andere kant van de kraterrand in. 352 Een viertal donkere en onheilspellende figuren kruipen naar de stomende rand van de vulkaankrater. de andere kant van de kraterrand. Terwijl de hemel doorscheurd werd door een oorverdovend rollende donder, hief het wezen beide armen en slaakte een ijselijke kreet. Vervolgens draaide hij zich half om, liep een paar passen langs de kraterrand en verdween, net als zijn drie metgezellen, in de vulkaan.
De rillingen liepen over mijn rug, toen ik besefte wat ik had gezien. Dit was de Bahro die ik had bevrijd! Hij werd opgewacht door drie vrienden. Het wezen zag er afschrikwekkender uit dan ik had verwacht. En wat hield die kreet in? Een triomfkreet? Een woord van dank jegens mij, zijn bevrijder? Of een strijdkreet? In mijn oren klonk het als het laatste. Plotseling voelde ik mij hier totaal niet meer op mijn gemak. Bovendien was dit een gevaarlijk punt om te blijven staan. Misschien zou de volgende bliksemstraal mij als doelwit uitzoeken. Daarbij werd ik zo langzamerhand ook kletsnat vanwege de regen. In een reflex greep ik mijn reisschakelboekje, drukte mijn hand op de foto en liet de link naar mijn Relto zijn werk doen. 353 De Bahro die ik heb bevrijd, heft zijn armen en slaakt een ijselijke kreet in mijn richting. Een dankwoord? Of een strijdkreet?
Page 3 and 4:
U R U Tom van der Spek
Page 5 and 6:
Deze ketting bleek een ‘Amulet de
Page 7 and 8:
opnieuw de Droomwereld van Serenia
Page 9 and 10:
Enige tijd later kwam Veovis zélf
Page 11 and 12:
van de grot, omdat het haar niet lu
Page 13 and 14:
zijn toestemming wilde geven. Veovi
Page 15 and 16:
zou laten. Wat A’Gaeris niet wist
Page 17 and 18:
Anna was wakker geworden en vermoed
Page 19 and 20:
was moeilijk tevreden te stellen. H
Page 21 and 22:
toe: “Je kunt net zoveel verbindi
Page 23 and 24:
wanhopig en zo ook Atrus, vooral to
Page 25 and 26:
manier zou hij daarna de juiste ver
Page 27 and 28:
wachtte ze op het moment waarop ik
Page 29 and 30:
Oreadoraneiken, een soort naaldbome
Page 31 and 32:
Ze slagen erin om een eenvoudig lif
Page 33 and 34:
dat een verschrikkelijke ziekte zic
Page 35 and 36:
De De profetieën… profetieën…
Page 37 and 38:
Hoofdstuk 1: Een opmerkelijk nalate
Page 39 and 40:
Ik heb een simpel verzoek voor je.
Page 41 and 42:
kant op moest wandelen en daar zou
Page 43 and 44:
Met een hol, rommelend geluid licht
Page 45 and 46:
was hij verder niet. Op mijn vraag
Page 47 and 48:
gekraak stortte ik in de diepte. Al
Page 49 and 50:
stang, die echter door een aantal k
Page 51 and 52:
van de toegang tot D’ni, hier erg
Page 53 and 54:
accu op te laden. Een schets van de
Page 55 and 56:
Nog drie vingers te gaan! Dan moest
Page 57 and 58:
daarop een grote wittige vogel aang
Page 59 and 60:
De deur van de keuken was nog open,
Page 61 and 62:
Onverwacht vind ik hier de reisdoek
Page 63 and 64:
Het lijkt geen schakelboek te zijn.
Page 65 and 66:
ging mijn belangstelling uit naar d
Page 67 and 68:
Dit is het enige boek dat de boeken
Page 69 and 70:
oekwerkje waren geciteerd, om daar
Page 71 and 72:
een flink understatement om die ‘
Page 73 and 74:
Hoofdstuk 4: Teledahn. Ik kwam bij
Page 75 and 76:
de reisdoeken in de woestijn en de
Page 77 and 78:
niet zo fel als op Aarde, maar dat
Page 79 and 80:
Een duidelijke hint… deze knop mo
Page 81 and 82:
doormidden gekliefd! De route eindi
Page 83 and 84:
Terug dan maar weer, voor een tweed
Page 85 and 86:
ingewikkeld zag het er niet uit. Ui
Page 87 and 88:
onderste helft van de bladzijde wee
Page 89 and 90:
Engels geschreven: hij hij is is ve
Page 91 and 92:
Hoofdstuk 5: Het kantoor van Dougla
Page 93 and 94:
Ik moest het hier doen met het toch
Page 95 and 96:
Gezien de D’ni getallen die langs
Page 97 and 98:
Uiteindelijk was het tijd geworden
Page 99 and 100:
14.11.98 - Deze Deze emmers emmers
Page 101 and 102:
sporen sporen - het het leek leek e
Page 103 and 104:
die in hun circussen ook gladiatore
Page 105 and 106:
intrek in een gebouw in de stad had
Page 107 and 108:
18.11.02 18.11.02 - Die Die Zandi Z
Page 109 and 110:
Ik Ik Ik ga ga proberen proberen hi
Page 111 and 112:
Ik kijk hier niet naar een schakelb
Page 113 and 114:
meter. De vlakke ‘vloer’ leek w
Page 115 and 116:
Maar in plaats daarvan gebeurde er
Page 117 and 118:
Dapper daal ik verder in de afvoerp
Page 119 and 120:
gebeurde er niets. Zodra ik er weer
Page 121 and 122:
Hoofdstuk 8: De vijfde reisdoek. Mi
Page 123 and 124:
Langs de kustlijn groeien een paar
Page 125 and 126:
Hoofdstuk 9: Virtueel gevangen. Na
Page 127 and 128:
lage struiken, maar op diverse plaa
Page 129 and 130:
Deze deur kan ik helaas niet open k
Page 131 and 132:
Hoofdstuk 10: Schoten richting het
Page 133 and 134:
Het looppad knikt naar beneden en k
Page 135 and 136:
witte stofwolk in zijn geheel was o
Page 137 and 138:
Hoofdstuk 11: De Bahro grot. Het ge
Page 139 and 140:
kon mij daarom niet voorstellen dat
Page 141 and 142:
plafond van deze schacht nog een vi
Page 143 and 144:
Hoofdstuk 12. Gahreesen. Zoals te v
Page 145 and 146:
Het is duidelijk… die kant moet i
Page 147 and 148:
Ik arriveer op een balkon in de oud
Page 149 and 150:
Op de stenen plaat waren echter een
Page 151 and 152:
Hoofdstuk 14: De naaf van het gebou
Page 153 and 154:
achter de deur waarvan de DRC kenne
Page 155 and 156:
Tussen een vrij gebleven smal pad b
Page 157 and 158:
afgeleverd. Verder rondkijkend zag
Page 159 and 160:
natuurlijk veroorzaakt door het ove
Page 161 and 162:
hierop, begon de cilinder met een g
Page 163 and 164:
De gang boog in een flauwe knik naa
Page 165 and 166:
Hoofdstuk 15: Naar buiten. De reis
Page 167 and 168:
elangstellend naar een naburige rot
Page 169 and 170:
Een stukje naast deze rots stond ee
Page 171 and 172:
Hoofdstuk 16: In de vesting. Ik was
Page 173 and 174:
oosters waren weggewerkt en waaruit
Page 175 and 176:
grote, zeshoekige zaal in het hart
Page 177 and 178:
Ik moet zeggen dat Kodama enkele th
Page 179 and 180:
Keverkooien Een nuttige instorting.
Page 181 and 182:
ontworpen om schepsels buiten te la
Page 183 and 184:
Bovenste delen Ik ga nu niet naar b
Page 185 and 186:
want ook op déze tafel lag een not
Page 187 and 188:
KI-naar-KI: Iedere individuele KI k
Page 189 and 190:
helften van de eierschaal ietwat ui
Page 191 and 192:
later op vele andere plekken in Gah
Page 193 and 194:
Ik klauter naar boven… ladder ind
Page 195 and 196:
Maar goed, het was nog te vroeg om
Page 197 and 198:
moeder, boorden een gat in het duis
Page 199 and 200:
eangstigend. Het leek wel of er een
Page 201 and 202:
oog, maar zelfs een kleuter kon zie
Page 203 and 204:
verschillende rechte en ronde metal
Page 205 and 206:
Hoofdstuk 21: Het museum. Mijn reis
Page 207 and 208:
Mooi, met een tevreden gevoel liep
Page 209 and 210:
stukken opgedeeld. Op het derde pla
Page 211 and 212:
waren. Helaas, vanuit mijn positie
Page 213 and 214:
… en tot slot, de rechter knop vi
Page 215 and 216:
Ik tuur door de tweede kijker. alsm
Page 217 and 218:
Allereerst manoeuvreer ik het korte
Page 219 and 220:
daaronder ronddreven. Die wolken we
Page 221 and 222:
Hoofdstuk 24: De vloer doen. Na een
Page 223 and 224:
Het patroon op de vloer is opgebouw
Page 225 and 226:
Een koude douche… de deur is nog
Page 227 and 228:
Hoofdstuk 25: Vergezichten. Door de
Page 229 and 230:
Ik spring echter over de kloof en k
Page 231 and 232:
gebouw en behoorlijk onopvallend za
Page 233 and 234:
eperkt aantal tekeningetjes gold. D
Page 235 and 236:
Op de derde tegel staand, kan ik tw
Page 237 and 238:
In de gang tref ik de vijfde reisdo
Page 239 and 240:
Gelukkig zag ik dat de ladder aan d
Page 241 and 242:
… en daalt er vanuit het plafond
Page 243 and 244:
Al snel arriveerde ik bij het punt
Page 245 and 246:
Ik ging in de denkkamer en meende n
Page 247 and 248:
getroffen en was hij één van de v
Page 249 and 250:
Hoofdstuk 28: En dat is drie! Tja,
Page 251 and 252:
Bahrototem bevond. Veel tijd om ron
Page 253 and 254:
in het inmiddels bekende blauwige l
Page 255 and 256:
Hoofdstuk 29: Eder Gira. Na een kor
Page 257 and 258:
moest de top van die staak bereikba
Page 259 and 260:
op de loodrechte wand van de spleet
Page 261 and 262:
sikkelvormige dal af. Beide fumarol
Page 263 and 264:
dat mij terug naar Eder Gira kon br
Page 265 and 266:
En dat was het geval. Zodra ik in d
Page 267 and 268:
De landtong hier liep trouwens dood
Page 269 and 270:
Een soort potkacheltje geeft in de
Page 271 and 272:
De dikke stenen pilaren geven net t
Page 273 and 274:
Dat was belangrijke informatie, die
Page 275 and 276:
ichtlijnen betreffende de plaatsing
Page 277 and 278:
‘inleiding tot de betekenis van s
Page 279 and 280:
Hmmm… Demath had de knoet er dus
Page 281 and 282:
Het was een regeringsperiode met up
Page 283 and 284:
Het jaar 2397 DE wordt het vaakst o
Page 285 and 286:
had Sam zijn naam neergepend. Ik sl
Page 287 and 288:
Het bruine boek beschrijft de regee
Page 289 and 290:
mijn eerdere bezoekjes aan URU had
Page 291 and 292:
Koning Me’emen In 5240 DE kwam Me
Page 293 and 294:
Het tweede verslag handelt over Kon
Page 295 and 296:
Saavedro waren geweest, dan zou het
Page 297 and 298:
eslissing die een D’ni overhaast
Page 299 and 300:
ze nu waren en de D’ni geloofden
Page 301 and 302:
Volwassenwording Net als bij een gr
Page 303 and 304: Zwangerschap Nou, dat is verrassend
Page 305 and 306: Er zijn best een aantal duidelijke
Page 307 and 308: Het prieeltje vormde het einde van
Page 309 and 310: nog wel minstens ééntje ergens ve
Page 311 and 312: nog iets groter), maakte dat er nie
Page 313 and 314: was meer dan een paar decimeter hoo
Page 315 and 316: eindigden. Tezamen met de bollen di
Page 317 and 318: Achter het stenen bankje en rechts
Page 319 and 320: had gezien. Nou ja, belangrijk leek
Page 321 and 322: Hoofdstuk 32: Vermist goed teruggev
Page 323 and 324: Onmiskenbaar is dit verhaal door Sa
Page 325 and 326: Dit verhaal gaat nog verder, maar d
Page 327 and 328: schuine kant van de kei liep nog te
Page 329 and 330: Hoofdstuk 33: Bruggen voor levend l
Page 331 and 332: al gebleken dat de vuurvliegjes - n
Page 333 and 334: Wellicht kan ik deze visfuik als ee
Page 335 and 336: Er rest mij geen andere keuze om te
Page 337 and 338: stappen zou moeten nemen. Als bij h
Page 339 and 340: Hoofdstuk 34: Halen en weer terugbr
Page 341 and 342: Maar daar bleef het ditmaal niet bi
Page 343 and 344: Het donkerrode water was toch verde
Page 345 and 346: van een oog. Ik besloot niet lang t
Page 347 and 348: Hoofdstuk 35: Bevrijding. Opnieuw l
Page 349 and 350: van een aantal minuten te zijn gewe
Page 351 and 352: kon omvormen. Daar verscheen het sy
Page 353: Ik ontmoet de ‘echte’ Yeesha, v
Page 357 and 358: ehoorlijk wat tekening in de lucht
Page 359 and 360: ieder geval waren daar alle spullen
show all

Uru Kroniek - All Things Uru

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?