29.11.2014 Views

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 4e TRIMESTER <strong>2006</strong><br />

TABEL 4: VERVANGINGSRATIO VOOR TYPISCHE GEVALLEN, BRUTO EN NETTO, OP HET OGEN-<br />

BLIK VAN DE PENSIONERING<br />

Vervangingsratio in % 2002 2010 2020 2030<br />

Brutovervangingsratio 1e pijler 36,5 37,1 36,8 36,6<br />

Brutovervangingsratio 2e pijler 3,5 6,1 12,2 11,8<br />

Totale brutovervangingsratio 40,0 43,2 49,0 48,4<br />

Totale nettovervangingsratio 66,1 68,2 77,2 76,3<br />

Bron: Studiecommissie voor de vergrijzing, 2004, p. 151.<br />

Dat onze pensioenen toereikend zullen zijn, wordt dan ook steeds meer in twijfel<br />

getrokken, want in de periode 1982-1998 werd het maximum voor het berekenen<br />

van de pensioenuitkering alleen geïndexeerd volgens de prijzen, maar niet volgens<br />

de algemene evolutie van de inkomens. Voor de gepensioneerden is er een gewaarborgde<br />

koopkracht, door ook hier de pensioenen aan de index te linken, maar niet<br />

aan de algemene evolutie van de inkomens. Alleen voor het ambtenarenstelsel is er<br />

een link met de loonevolutie (‘perequatie’). Verdere maatregelen om de uitkeringen<br />

selectief te verbeteren, zijn te vinden in Pacolet, Verschueren (2007).<br />

De pensioenstelsels spelen een zeer belangrijke rol bij het voorkomen van armoede<br />

bij ouderen. Zonder deze stelsels zou zo’n 90% van deze groep arm zijn, maar zelfs nu<br />

ligt het armoederisico bij ouderen tweemaal hoger dan bij de rest van de bevolking,<br />

(Commissie voor Vergrijzing, 2004, p. 37): zo’n 25% is arm, in vergelijking met 13%<br />

bij de rest van de bevolking. Doordat een reeks van selectieve pensioenverhogingen<br />

werd doorgevoerd, vroegen ook minder personen het minimumpensioen aan.<br />

6.2. HERVORMING<br />

De hervorming van het huidige wettelijke pensioenstelsel, waarvan zo dikwijls<br />

sprake was, werd niet ten uitvoer gebracht. Daardoor blijft de pensioenverzekering<br />

in grote mate een repartitiestelsel, waarbij het aandeel van de tweede pijler<br />

nauwelijks stijgt (pas in de voorbije jaren werden uitkeringen door uitzonderlijke<br />

opbrengsten gecompenseerd). Loonmatiging en groei in die sectoren die zich deze<br />

bijkomende pensioenstelsels niet kunnen veroorloven, verklaren deze trage groei<br />

(Bouten, Pacolet, 2000).<br />

604<br />

De pensioenhervorming van 1997 probeerde het vertrouwen in het huidige wettelijk<br />

pensioenstelsel, de eerste pijler, te doen toenemen door niet alleen het maximumpensioen<br />

dat aan aangepaste loonplafonds is gekoppeld, te verbeteren, maar<br />

ook de welvaartsaanpassingen voor de laagste pensioenen. Tegelijkertijd beperkte<br />

deze hervorming de uitgaven, aangezien de pensioenen alleen volgens de prijzen<br />

(prijsindex voor gezondheidsuitgaven) werden geïndexeerd. Uit berekeningen van<br />

het Federaal Planbureau, gebaseerd op extrapolatie van het huidige systeem op

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!