29.11.2014 Views

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE STILLE NEERGANG VAN HET PENSIOENSTELSEL ...<br />

– een daling van de statutaire tewerkstelling (in de lokale sector in België –10% in<br />

10 jaar) (wat nog net niet een daling in absolute cijfers betekent maar wel in<br />

percentage t.o.v. de contractuele tewerkstelling) kan op termijn leiden tot een<br />

onderfinanciering;<br />

– nog meer verontrustend is de leeftijdscurve van de statutairen die piekt<br />

omstreeks 50 jaar zonder dat er nog langer in hun vervanging wordt voorzien;<br />

– er is vanzelfsprekend de toename van de levensverwachting;<br />

– daarbovenop vinden andere ontwikkelingen tegelijkertijd plaats: zo heeft de<br />

politiehervorming in 2001 de gemeentelijke politie geïntegreerd met de federale<br />

politie en hen ook in een eigen, afzonderlijk, pensioenfonds ondergebracht;<br />

de gemeentepolitie was nochtans de méést statutaire personeelsgroep<br />

in de lokale sector en hierdoor een belangrijke financieringscomponent; dit<br />

heeft dus duidelijk gevolgen voor de pensioenfinanciering van de lokale sector;<br />

– ook in de ziekenhuissector vindt soortgelijke evolutie plaats, waarvan de gevolgen<br />

voor de pensioenfinanciering van de lokale sector nog spectaculairder<br />

zullen zijn; door de vele fusies van privé- en openbare klinieken om te komen<br />

tot meer leefbare eenheden, worden nieuwe privaatrechterlijke entiteiten<br />

opgericht die niet alleen geen statutaire benoemingen meer verrichten, maar<br />

die bovendien de pensioenlasten van het verleden achterlaten bij de publieke<br />

instellingen (1);<br />

– de solidariteit kan ten slotte worden uitgehold door ‘valsspelers’: zo kunnen<br />

besturen die méér contractuelen in dienst nemen en bijgevolg minder vastbenoemden<br />

– méér en minder, staat hier voor méér en minder dan de gemiddelde<br />

waarden in de sector – hun eigen pensioenfactuur verminderen ten nadele van<br />

collega’s; de eigen gepensioneerden worden dan in belangrijke mate betaald<br />

door de andere besturen binnen het solidariteitsstelsel;<br />

Eenzelfde afwenteling van lasten vindt plaats bij benoeming van contractuelen tot<br />

vastbenoemden op het einde van hun loopbaan; de betrokkenen verwerven hierdoor<br />

het recht op een ambtenarenpensioen voor hun hele overheidsloopbaan,<br />

terwijl de pensioenbijdragen die voor hen de vorige jaren (de jaren als contractueel)<br />

betaald werden, veel lager lagen dan de bijdragen van een statutair.<br />

Men kan niet voldoende benadrukken dat pensioenstelsels en de financiering<br />

ervan langetermijnaangelegenheden zijn. Niet-geregelde effecten van de fusie van<br />

gemeenten in 1976 op de pensioenfinanciering van de lokale sector, laten zich<br />

pas vandaag gevoelen. Wanneer men zou willen sleutelen aan de aard van tewerkstelling<br />

en bijvoorbeeld niet langer personeelsleden statutair zou willen<br />

aanstellen, dan zullen de huidige, pas benoemde, vastbenoemden nog circa 30<br />

jaar in actieve dienst kunnen blijven en nadien nog eens aanspraak kunnen maken<br />

op een gelijkaardige periode als gepensioneerde. Zelfs bij de opstart van een<br />

nieuw personeelsstatuut zal dus het ‘oude’ systeem nog gedurende 60 jaar moeten<br />

worden gefinancierd, zij het in afnemende mate.<br />

(1) Zie voor een meer uitgebreidere bespreking J. Pacolet, C. Coudron, <strong>2006</strong>.<br />

627

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!