29.11.2014 Views

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 4e TRIMESTER <strong>2006</strong><br />

‘maximumfactuur’ voor categorieën van gerechtigden met een laag tot middelgroot<br />

inkomen, zorgde voor een betere betaalbaarheid. Voor de volledige gezondheidszorg<br />

wordt het totale medeverzekeringsbedrag van ongeveer 2% van het bbp via de<br />

maximumfactuur terugbetaald voor ongeveer 0,5%, wat wijst op een substantiële<br />

inspanning om die remgelden te beperken. Ook op dit vlak heerst steeds meer<br />

bezorgdheid over het feit dat deze kosten te snel stijgen, maar tegelijkertijd worden<br />

de grenzen van deze stijgende eigen bijdragen duidelijk.<br />

Sommigen geloven dat de invoering van een tweede pijler in het pensioenstelsel,<br />

een oproep is om in de ziekteverzekering een vergelijkbare tweede pijler in te<br />

voeren. Anderen dan weer, zoals de voormalige Minister van <strong>Sociale</strong> Zaken Frank<br />

Vandenbroucke, nemen aan dat de gezondheidszorgsector zich niet leent voor<br />

dergelijke tweedepijleroplossingen. Internationale voorbeelden, de VS ‘par excellence’,<br />

illustreren dat het mogelijk is. De vrijwillige verzekering in België, ongeacht<br />

of deze van de tweede of de derde pijler is, heeft een breed bereik, maar het belang<br />

ervan is tot nog toe beperkt gebleven. Een bijzondere situatie is die van de zelfstandigen,<br />

zo’n 700.000 personen, die voor kleine risico’s een vrijwillige verzekering<br />

moesten nemen. Vanaf het midden van <strong>2006</strong> worden de zelfstandigen opgenomen<br />

in de wettelijke ziektekostenverzekering, waardoor het bestek van de vrijwillige<br />

verzekering kleiner wordt. De ziekenfondsen waren en zijn nog steeds betrokken bij<br />

de aanvullende ziekteverzekering, zodat deze waarschijnlijk zal blijven bestaan.<br />

Verder werd de vrijwillige hospitalisatieverzekering een belangrijk bijkomend element<br />

voor beroepsmatige voordelen. Dit is het belangrijkste tweedepijlerproduct.<br />

Verder zijn andere individuele verzekeringen mogelijk. Ook voor de zorgverzekering<br />

sluiten privéverzekeringsmaatschappijen verzekeringspolissen af en zij hebben<br />

het recht om de verplichte Vlaamse zorgverzekering te verstrekken (maar dit is niet<br />

echt een succes). Al bij al is het bereik zeer wijd: niet minder dan 60% van de<br />

bevolking (of 6 miljoen mensen, 2 miljoen door de ziekenfondsen, 4 miljoen door<br />

de privéverzekeraars) is door zulk een regeling gedekt. Volgens schattingen blijft<br />

hun relatieve belang echter beperkt tot ongeveer 4% à 5% van de totale uitgaven<br />

voor gezondheidszorg (zie tabel hierna), maar tegelijkertijd steeg het de laatste jaren snel (13).<br />

614<br />

(13) Voor een gedetailleerde analyse van de financiering van de gezondheidszorg en de welzijnszorg<br />

in Vlaanderen, zie Pacolet, Van Opstal, Borghgraef, 2007.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!