29.11.2014 Views

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 4e TRIMESTER <strong>2006</strong><br />

In principe waren de ouders vele jaren lang vrij om binnen hun gemeente te kiezen<br />

welke instelling ze voor hun kind wilden. In de praktijk bleek echter dat de wachtlijsten<br />

zo lang waren dat ouders soms veel geduld aan de dag moesten leggen eer er<br />

in het gewenste kinderdagverblijf een plaats vrijkwam. Wie dringend een plaats<br />

nodig had, moest genoegen nemen met wat werd aangeboden. In kleinere gemeenten<br />

kon het aantal alternatieven overigens vrij laag liggen.<br />

Vanaf juli 2002 kon een gemeente ouders die zelf voor hun kinderen zorgden en<br />

hen niet naar een kinderdagverblijf van de overheid brachten, subsidiëren; vanaf<br />

augustus 2003 hadden alle ouders het recht om te kiezen tussen een economische<br />

subsidie voor wie een privékinderverzorg(st)er in dienst neemt, of kiest voor een<br />

privékinderdagverblijf voor kinderen onder de schoolleeftijd. Sinds januari 2004<br />

hebben de ouders de mogelijkheid om te opteren voor kinderopvang in een andere<br />

gemeente dan de hunne (Regeringen, 2004b). Er bestaan geen gegevens over de<br />

gevolgen van deze regels.<br />

2.4. PENSIOENSTELSELS<br />

Gedurende lange tijd maakten de bijdragen voor beroepspensioenregelingen van<br />

werkgevers en werknemers deel uit van een overeenkomst op de openbare sector<br />

en in het begin van de jaren negentig werden zulke regelingen ook op de privésector<br />

ingevoerd. Daarenboven stond het de burgers vrij om een individueel pensioenplan<br />

op te stellen. Deze privépensioenplannen vormden een aanvulling op het<br />

algemene openbare pensioenstelsel.<br />

Bijdragen aan privépensioenplannen en in het bijzonder aan beroepspensioenregelingen<br />

volgens algemene overeenkomsten, blijven toenemen en in de toekomst<br />

zouden we tot de vaststelling kunnen komen dat het openbare ouderdomspensioen<br />

een aanvulling is op de beroeps- of privépensioenstelsels. In 1997 maakte het openbare<br />

ouderdomspensioen gemiddeld ongeveer de helft uit van het bruto-inkomen<br />

van een gepensioneerde. Volgens berekeningen zal – met de huidige ontwikkeling<br />

van bijdragen aan privé- en beroepspensioenstelsels – het openbare ouderdomspensioen<br />

tegen 2045 gemiddeld ongeveer eenderde uitmaken (Regeringen 2000). De<br />

inkomens zouden in de toekomst gelijkmatiger over de gepensioneerden gespreid<br />

moeten zijn dan nu het geval is. De spreiding van beroepspensioenregelingen over<br />

meer groepen op de arbeidsmarkt houdt in dat meer mensen met een laag of middelhoog<br />

inkomen geld sparen voor hun oude dag, en in de toekomst zullen minder<br />

ouderen het alleen met het openbare ouderdomspensioen moeten stellen.<br />

756<br />

2.5. ANDERE ACTOREN BIJ DE ARBEIDSBEMIDDELING<br />

Een hoofdelement in de hervorming van het werkgelegenheidsbeleid van 2002 was<br />

de invoering van “andere actoren” dan de Arbeidsbemiddelingsdienst van de overheid<br />

Public Employment Service (PES) in de stelsels waarbij werklozen aan een baan<br />

worden geholpen. Hiermee wilde men de bevoegdheid van de PES en de gemeen-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!