29.11.2014 Views

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE STAAT VAN DE VERZORGINGSSTAAT ANNO 2005: DE SITUATIE IN LUXEMBURG<br />

anderen de pensioenleeftijd bereiken. De impact is in het eerste, “optimistische”<br />

scenario echter minder zwaar dan in het tweede, “pessimistische” scenario. De<br />

deskundigen wezen echter op het feit dat, zelfs al verschillen de twee scenario’s<br />

blijkbaar vrij sterk van elkaar, ze elk op de een of andere manier werkelijkheid<br />

zouden kunnen worden. Bijgevolg is het noodzakelijk om voor het algemene stelsel<br />

een financiële situatie in overweging te nemen die minder gunstig is dan we volgens<br />

de resultaten van het eerste scenario zouden kunnen verwachten.<br />

Algemeen gesproken dient alles in het werk te worden gesteld om het stelsel op<br />

lange termijn te verstevigen. De IAO besluit dat het zeker niet aangewezen is om<br />

structurele verbeteringen door te voeren die moeilijk ongedaan kunnen worden<br />

gemaakt; bij wijze van compensatie stelt de organisatie het concept van rekeningen<br />

voor met participatie in het surplus. Dit concept zou een rechtvaardig evenwicht<br />

tussen werkende bijdragebetalers en pensioenuitkeringsgerechtigden bewerkstelligen<br />

in gunstige economische situaties in de toekomst.<br />

2.4.2. De resultaten van de “Rentendësch”<br />

De Eerste minister bracht, met zijn verklaring aangaande de economische, sociale<br />

en financiële toestand van het land, op 10 mei 2000, het rondetafelgesprek<br />

(“Rentendësch”) in verband met de pensioenen op gang. Bij dit gesprek zou bijzondere<br />

aandacht moeten worden besteed aan de resultaten van de IAO-studie. De vakbonden,<br />

werkgeversorganisaties en politieke partijen werden uitgenodigd om deel<br />

te nemen. De “Rentendësch” startte met de gesprekken onmiddellijk na de publicatie<br />

van de hoger vermelde studie. De IAO-studie geeft aan dat het stelsel tot en<br />

met 2035 leefbaar kan zijn met een bijkomende kost van 124 miljoen EUR per jaar.<br />

Volgens dat scenario is er geen stijging van het bijdrageniveau met een gemiddelde<br />

jaarlijkse groei van het BBP van 4%.<br />

De bedoeling van deze “Rentendësch”, die in de lente van 2001 plaatsvond, bestond<br />

erin de privésector het recht te geven om op het vlak van de pensioenen van zekere<br />

verbeteringen te genieten. Er werd geoordeeld dat op deze manier beide stelsels –<br />

publiek en privé – wat het niveau van de rustpensioenen betreft, zullen kunnen<br />

convergeren.<br />

Bijgevolg werd een met de reserves van de pensioenkassen gefinancierd maatregelenpakket<br />

aan het parlement voorgelegd, dat een wet stemde met de volgende<br />

bepalingen:<br />

de proportionele aanvullingen werden met 3,9% verhoogd. Technisch gesproken<br />

was dit mogelijk door de verhoging van het aanvullingspercentage van 1,78% tot<br />

1,85%. Dit is een lineaire maatregel waar alle gepensioneerden recht op hebben;<br />

een eindejaarstoelage van 42,38 EUR voor elk bijdragejaar (een totaal van 508,56<br />

EUR voor een volledige bijdragenloopbaan van 40 jaar) werd ingevoerd. De forfaitaire<br />

aanvullingen werden met 11,9% (van 277,64 EUR tot 310,83 EUR per<br />

maand) verhoogd. Hoewel alle gepensioneerden ervan genieten, heeft deze maatregel<br />

een grotere impact op de pensioenen gebaseerd op lage lonen; 679

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!