29.11.2014 Views

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 4e TRIMESTER <strong>2006</strong><br />

Tegelijkertijd steeg de “jongerencoëfficiënt” (3) van 37,5 in 1990 tot 38,3 in 2000,<br />

een cijfer dat in 2002 ongeveer 37,3 bedraagt; de “ouderencoëfficiënt” (4) daarentegen<br />

steeg gestaag van 35,2 in 1990 tot 44,3 in 2002 (Sommer/Voit, 2004, p. 1404).<br />

Gezien deze tendensen op het vlak van geboortecijfers en levensverwachting (en<br />

enkele veronderstellingen aangaande immigratie en emigratie), kunnen verschillende<br />

varianten worden berekend van de ontwikkeling van de bevolking, alsook van<br />

de “jongerencoëfficiënt” en de “ouderencoëfficiënt” (5); de ouderencoëfficiënt<br />

varieert dan van 44,3 nu tot 70 à 90 in 2050, de jongerencoëfficiënt varieert van nu<br />

38,3 tot een lagere coëfficiënt van ongeveer 30.<br />

1.2. ECONOMISCHE GROEI<br />

Sinds 1992 steeg het BBP in lopende prijzen haast onafgebroken, zoals in figuur 1<br />

wordt geïllustreerd. Uit het jaarlijkse groeicijfer blijkt echter dat er nog steeds een<br />

conjunctuurcyclus is. We bekomen hetzelfde resultaat als we het bbp in prijzen van<br />

2000 gebruiken. De figuur toont aan dat na de “boom” van de hereniging tussen<br />

1989 en 1992 het jaarlijkse groeipercentage rond de 2 procent schommelde. Meer<br />

dan 6 jaar lang blijft de Duitse economie hangen bij lage groeicijfers zonder uitgesproken<br />

conjunctuurcyclus. Het meest doorslaggevende gevolg daarvan is het feit<br />

dat deze cijfers haast altijd lager liggen dan de “werkgelegenheidsdrempel”, met een<br />

stijgende (of althans niet dalende) werkloosheid en sociale uitgaven.<br />

(3) Gedefinieerd als de verhouding van de jongeren onder de 20 ten opzichte van 100 mensen die<br />

tussen 20 en 60 jaar oud zijn.<br />

(4) Gedefinieerd als de verhouding van 60-plussers ten opzichte van 100 mensen die tussen 20 en 60<br />

jaar oud zijn.<br />

(5) Voor een samenvatting, zie Sommer (2003).<br />

720

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!