29.11.2014 Views

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 4/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 4e TRIMESTER <strong>2006</strong><br />

Dit omslagstelsel is ontstaan in het begin van de jaren dertig. Door dit omslagstelsel<br />

werd een vrijwillig solidariteitsysteem ingesteld tussen de gemeenten, die zich voor<br />

de toekenning van de pensioenrechten aan hun ambtenaren konden verenigen mits<br />

de betaling van een jaarlijks vast te stellen bijdragepercentage op de loonmassa van<br />

de vastbenoemde ambtenaren.<br />

Hier komen we bij een volgend begrip: dit financieringsstelsel heeft alléén<br />

betrekking op de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden. De bijdragen<br />

worden geïnd samen met de andere socialezekerheidsbijdragen.<br />

Ook voor de contractuele personeelsleden worden pensioenbijdragen op dezelfde<br />

wijze geïnd, maar deze bijdragen worden doorgestort naar het globale beheer van<br />

de sociale zekerheid, die op haar beurt instaat voor de financiering van de sectoren<br />

volgens hun behoeften.<br />

Voor het individuele personeelslid - statutair of contractueel - is de persoonlijke bijdrage<br />

gelijk, nl. 7,5% van het loon. De ‘patronale’ bijdrage is evenwel voor de statutairen<br />

de laatste decennia sterk toegenomen, terwijl dit voor de contractuelen 8,86%<br />

bedraagt. Dit grote verschil in bijdragen voor de sector pensioenen (meer dan het<br />

dubbele) houdt natuurlijk verband met de grote verschillen inzake uitgekeerde pensioenen,<br />

tussen publiek en privé.<br />

Op het belang van het aantal en de verhouding statutairen-contractuelen zullen we,<br />

met het oog op de toekomstige financieringsbehoeften, later nog terugkomen.<br />

Wat betekent het pensioen van een statutair personeelslid? De lokale besturen zijn<br />

er wettelijk toe gehouden aan de vastbenoemden pensioenrechten toe te kennen<br />

die minstens gelijk zijn aan de pensioenen van een federale ambtenaar. Vroeger<br />

keerden bepaalde gemeenten beduidend hogere pensioenen uit maar gaandeweg<br />

zijn deze uitzonderlijke voordelen in de lokale sector afgebouwd omwille van een<br />

tekort aan financiële middelen.<br />

De gemeenten kunnen zich voor het toekennen en de betaling van de pensioenen<br />

van hun ambtenaren:<br />

ofwel aansluiten bij een gemeenschappelijk stelsel (pool 1 en 2);<br />

ofwel er een eigen gemeentelijke pensioenkas op na houden (pool 4);<br />

of zich wenden tot een verzekeringsmaatschappij (pool 3) (in de wetgeving<br />

‘erkende voorzorginstelling’ genoemd).<br />

Deze laatste zal op basis van eigen actuariaatsstudies, financieringsplannen<br />

voorstellen aan het individueel bestuur. Het gaat hierbij immers in wezen om de<br />

uitvoering van een contract met een privéverzekeringsmaatschappij betreffende de<br />

vaststelling en de uitbetaling van de pensioenen, mits de jaarlijkse betaling van een<br />

overeengekomen bedrag. De regionale of federale overheid komt hier nauwelijks<br />

aan te pas. De politiehervorming bracht de jongste jaren ook een vijfde pool in het<br />

vizier. Hieronder wordt het relatieve belang van de diverse pensioenregimes<br />

weergegeven.<br />

624

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!