04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

zij constateert tenslotte<br />

dat tegen het besluit van de generale synode van Kampen 1975 (Acta art. 91) de volgende bezwaren<br />

worden ingebracht:<br />

1. dat dit besluit in strijd met art. 82 K.O. de betreffende kerkleden in een uitzonderingspositie plaatst<br />

tegenover andere verhuizende kerkleden;<br />

2. dat hierdoor een zo goed mogelijke verzorging van deze kerkleden niet wordt bevorderd maar veeleer<br />

belemmerd, omdat:<br />

a. de thuiskerk onvoldoende op de hoogte is van liet geestelijk klimaat en de gevaren in<br />

verpleeginrichtingen en/of gezinsvervangende tehuizen;<br />

b. de betreffende kerkleden in het kerkelijk register van de kerk op wier grondgebied zij wonen,<br />

moeten zijn ingeschreven om op kerkelijke zorg te kunnen rekenen en de gemeenschap der heiligen<br />

te kunnen genieten;<br />

c. de thuiskerk deze kerkleden uit liet oog kan verliezen, wanneer zij van inrichting naar inrichting<br />

gaan;<br />

3. dat de generale synode van Kampen ten onrechte geen onderscheid gemaakt heeft tussen lichamelijk<br />

gehandicapten die altijd aanspreekbaar zijn, en verstandelijk gehandicapten die in sommige gevallen<br />

niet en in andere gevallen wel aanspreekbaar zijn;<br />

4. dat de band met het ouderlijk huis niet de doorslag mag geven voor de beantwoording van de vraag, tot<br />

welke plaatselijke kerk deze kerkleden zuilen behoren. omdat het ouderlijk huis kan wegvallen c.q.<br />

het ouderschap niet meer ten volle kan functioneren met betrekking tot deze kerkleden;<br />

zij overweegt<br />

1. dat art. 82 K.O. de regel stelt dat aan naar een andere gemeente vertrekkende leden een attestatie<br />

verstrekt wordt, onder meer opdat de betreffende kerkleden goede ambtelijke verzorging blijven<br />

ontvangen en hun plaats in de hen ontvangende gemeente verkrijgen;<br />

2. dat eerst wanneer aangetoond kan worden, dat naar elders vertrekkende ge-handicapte kerkleden beter<br />

de ambtelijke verzorging kunnen blijven ontvangen vanuit de kerk in de plaats van herkomst, een<br />

uitzondering op deze regel gerechtvaardigd is;<br />

zij is van oordeel<br />

1. dat hetgeen de generale synode van Kampen 1975 (Acta art. 91) aanvoert onder `zij overweegt b.'<br />

allerminst aantoont dat de regel van art. 82 K.O. en van de synode van Amsterdam 1936 niet<br />

voldoende is voor de door de synode van Kampen genoemde kerkleden:<br />

2. dat het besluit van de generale synode van Kampen 1975 deze gehandicapte leden in een<br />

uitzonderingspositie plaatst die schadelijk kan zijn voor hun geestelijke verzorging, mede gelet op het<br />

- dikwijls gevaarlijke -- geestelijke klimaat in verpleeginrichtingen en/of gezinsvervangende tehuizen;<br />

3. dat ook voor deze gehandicapte leden der kerken die nog wel een ouderlijk huis hebben, doch elders in<br />

een verpleeginrichting of in een gezinsvervangend tehuis worden geplaatst, de regel van art. 82 K.O.<br />

van kracht is, tenzij het in het kennelijk belang van deze kerkleden is dat de geestelijke verzorging<br />

blijft bij de kerk in de plaats van herkomst;<br />

4. dat voor de materiële verzorging van de betreffende kerkleden de regel van art. 83 K.O. voldoende is<br />

zij spreekt uit<br />

dat de generale synode van Kampen 1975 ten onrechte heeft uitgesproken dat ook de geestelijke<br />

verzorging van de geestelijk en/of lichamelijk gehandicapte leden der kerken die nog wel een ouderlijk<br />

huis hebben, doch elders in een verpleeginrichting of in een gezinsvervangend tehuis worden geplaatst,<br />

zoveel mogelijk behoort te blij-ven voor verantwoordelijkheid van de kerk in de plaats van herkomst;<br />

zij besluit<br />

1. a. de uitspraak van de generale synode van Kampen 1975 inzake attesten voor gehandicapte<br />

kerkleden (Acta art. 91) vervallen te verklaren, daar de regel van art. 82 K.O. voldoende is ook<br />

voor verhuizende gehandicapte leden der kerken, tenzij er gegronde redenen zijn om hen lid te<br />

doen blijven van de kerk in de plaats van herkomst;<br />

b. dat hun materiële verzorging naar de regel van art. 83 K.O. dient te geschieden;<br />

2. hiervan kennis te geven aan adressanten, genoemd onder <strong>Bijlage</strong> 2 sub II h 1 t/m 9, 11 t/m 19.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!