04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

herkennen en te erkennen als geschenken van Christus met het oog op de opbouw van de kerk.<br />

De gemeente is tot deze herkenning en erkennning in staat vanwege de verlichting van de Geest, die in haar<br />

woont.<br />

Wanneer de gemeente de gaven waarneemt en mobiliseert voor de ambtelijke diensten, is zij bezig om het<br />

beleid van Christus op te merken en na te volgen.<br />

Met name bij M. Bucer en J. Calvijn vinden wij deze gedachtengang.<br />

Calvijn schrijft b.v.:<br />

'Men pleegt ook te zeggen, dat ook particuliere personen tot het ambt geroepen zijn, van wie men ziet, dat ze<br />

geschikt en bekwaam zijn om het te bekleden, en wel omdat geleerdheid verbonden met vroomheid en de<br />

overige gaven van een goed herder een zekere voorbereiding ertoe is<br />

Want hen, die de Here tot een zo groot ambt bestemd heeft, rust Hij eerst toe met die wapenen, die tot de<br />

vervulling ervan vereist worden, opdat ze niet ledig en onvoorbereid komen. Daarom heeft ook Paulus in zijn<br />

brief aan de Corinthiërs (1 Kor. 12: 7), toen hij over de ambten zelf wilde handelen, eerst de gaven<br />

opgesomd, met welke zij, die de ambten bekleden, moeten begiftigd zijn ..<br />

De hoofdzaak komt hierop neer, dat slechts zulken moeten gekozen worden, die van een gezonde leer en<br />

heilige levenswandel zijn en die niet bekend zijn om enig gebrek, dat hun het gezag zou ontnemen en aan de<br />

dienst smaad zou toebrengen' (Inst. IV, 3, 11 en 12). Bucer schrijft b.v., onder verwijzing naar Hand. 6: 3:<br />

'In feite heeft de Heilige Geest door deze woorden gevorderd, dat de kerk in het verkiezen der dienaren<br />

ijverig zou onderzoeken en beschouwen, wie de Here zelf tot dit ambt heeft aangewezen en als bekwame<br />

dienaren heeft aangeboden, dat is, aan wie Hij de wil verleende en de bekwaamheid schonk om dit ambt tot<br />

de opbouw van de kerk te verzorgen'.<br />

Het 'door de gemeente en mitsdien door God zelf' gaat geheel op de gedachten van de Reformatoren terug en<br />

het 'mitsdien' laat zich slechts verklaren als een belijdenis van de inwoning van de Heilige Geest in de<br />

gemeente.<br />

Terwijl dus God zelf de verkiezing presideert (Bucer), schenkt Hij het vermogen der herkenning aan de<br />

gemeente: een uitzonderlijk blijk van de mondigheid, die de nieuw-testamentische kerk van de Heilige Geest<br />

heeft ontvangen!<br />

De gemeente, die haar Heer kent, erkent Zijn beleid en geeft stem aan Zijn roepen.<br />

Gód roept en wijst aan, maar de Here doet dat door Zijn beleid (in het schenken van gaven) in de<br />

consciënties der gemeenteleden met kracht-van-overtuiging (dat is: kracht van de Heilige Geest) weerklank<br />

te verschaffen.<br />

Deze reformatorische overtuigingen zijn als een belangrijk erfgoed aan ons toevertrouwd.<br />

Zij zijn vastgelegd in de sobere woorden van art. 31 N.G.B. en in de bevestigingsformulieren. Het is de taak<br />

en het voorrecht van de gereformeerde kerken om dit op de Schrift gegronde en in de konfessie beleden<br />

inzicht in Gods genadige regering van Zijn gemeente in een goede kerkordelijke praktijk te realiseren.<br />

2.4. 4. Voordat deputaten de hun voorgelegde problematiek inzake het zgn. 'vrouwenkiesrecht' vanuit deze<br />

reformatorische overtuigingen kunnen belichten, moeten zij vooraf de aandacht van Uw vergadering vragen<br />

voor een aspekt van de zaak, dat tot nu toe niet ter sprake kwam. Immers, reeds sinds de synode van<br />

Arnhem-1930 funktioneert in onze kerkelijke samenleving terzake van het kiesrecht en de kiesaktiviteit van<br />

de gemeente een omschrijving, die velen dient als uitgangspunt in hun denken en spreken in deze zaak.<br />

De synode van Arnhem sprak, blijkens art. 200 van haar <strong>acta</strong>, het volgende uit:<br />

'De generale synode,<br />

van oordeel,<br />

dat de verkiezing tot het ambt door de leden der gemeente niet het karakter draagt van advies, maar een daad<br />

van algemene regeermacht is, wel te onderscheiden van de bijzondere regeermacht, welke door Christus aan<br />

het bijzondere ambt der opzieners is opgedragen; dat weliswaar ook de approbatie, waarvan de vrouwen niet<br />

zijn uitgesloten, tot deze algemene regeermacht der gelovigen behoort, maar dan met dit onderling verschil<br />

in karakter, dat de gemeente bij de verkiezing uitspreekt, wie zij als ambtsdragers begeert, terwijl de<br />

approbatie bestaat in het al of niet goedkeuren der gekozen personen;<br />

dat daarom uit het feit, dat het ambt der geloovigen aan de vrouw in de kerk evenzeer toekomt als aan den<br />

man, niet volgt dat zij ook aan de verkiezing tot het ambt mag deelnemen; dat voorts het overtuigend bewijs,<br />

dat de Schrift het vrouwenkiesrecht eischt, niet is geleverd, maar de gegevens, welke zij ons biedt, veeleer<br />

daartegen dan daarvoor schijnen te pleiten; besluit:<br />

1. aan de vrouwelijke lidmaten der gemeente het kiesrecht in de kerk niet toe te kennen . . . etc.' Wij treffen<br />

hier de omschrijving aan: de verkiezing tot het ambt door de leden der gemeente is een daad van<br />

algemene regeermacht.<br />

Deputaten hebben zich uitvoerig bezig gehouden met deze kwalificatie en zij hebben getracht de herkomst

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!