04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

daarvan op het spoor te komen, met name door middel van bestudering van de destijds uitgebrachte<br />

rapporten.<br />

Naar het gevoelen van deputaten dient op dit moment, uit respekt voor het werk van de vroegere deputaten<br />

(1923-1930) en tot goed begrip van de uitspraak van de synode van Arnhem een korte beschouwing aan de<br />

idee van de 'algemene regeermacht' te worden gewijd. Deputaten menen in dit verband zich te kunnen<br />

beperken tot het aanwijzen van twee aspekten, die hun., inziens hier van betekenis zijn.<br />

2.4.1. 1. Deze uitdrukking uit het besluit van 1930 laat zich in de eerste plaats ten dele verklaren vanuit een<br />

bepaalde ontvouwing, die men in de na-reformatorische tijd gegeven heeft aan de leer omtrent de<br />

sleutelmacht van de kerk.<br />

De Reformatoren hebben de kerk doen verstaan, dat de sleutelmacht, waarvan de Here sprak tot Petrus en de<br />

andere apostelen, een aan de gemeente (en niet aan de geestelijkheid) toevertrouwde dienst is. 'Macht' ziet<br />

niet op heerschappij. maar op volmacht tot bediening (vgl.2.2.). Tweeërlei dienst werd de in het oor gevat:<br />

de bediening van het evangelie en de bediening van de tucht (vgl. zondag 31 H.C.).<br />

In later tijd heeft meer dan één theoloog hieraan een derde macht toegevoegd: de macht van de regering of<br />

ordening van de kerk.<br />

Het verkiezen van ambtsdragers werd vervolgens geacht een uitoefening van déze macht te zijn. Zo verstaan<br />

wij de opinie van Voetius. die door de aan de synode van Arnhem rapporterende deputaten naar voren<br />

geschoven is.<br />

Voetius stelde, dat de verkiezings-handeling is een door kerkeraad en gemeente gemeenschappelijk<br />

uitgeoefende regeermacht van de kerk.<br />

In die handeling zijn ook onderdelen, die slechts door de kerkeraad kunnen worden behartigd. maar met<br />

name het 'stemmen' achtte hij een gemeenschappelijke uitoefening van deze (derde) macht te zijn.<br />

2.4.2. 2. Toch is deze verwijzing naar Voetius niet genoegzaam ter verklaring van het 'oordeel' van Arnhem<br />

1930.<br />

Blijkens de formulering van de besluittekst zelf ('algemeene regeermacht der geloovigen') en gelet op de<br />

desbetreffende rapporten (van deputaten en synode-commissie), steekt achter deze formulering 66k in niet<br />

geringe mate een bepaalde opvatting omtrent het ambt der gelovigen. Het christen-ambt, waarvan zondag 12<br />

H.C. spreekt, wordt - in navolging van uiteenzettingen van dr. A. Kuyper - toegespitst op het funktioneren<br />

van de christenen in het 'institutaire' bestel van de kerk. Het ambt der gelovigen wordt als een kerkelijk ambt<br />

beschouwd; in het 'instituut' van de kerk bedienen de gelovigen hun profetische. priesterlijke en koninklijke<br />

ambt en aangezien er in de kerk 'geen ambt (is) zonder macht, door Christus verleend' (aldus de commissie<br />

ter synode van Utrecht-1923, <strong>acta</strong>, p. 232), komt men aldus te spreken over de algemene profetische,<br />

priesterlijke en koninklijke macht der gelovigen. Deze algemene ambtsmacht dient te worden onderscheiden<br />

van de bijzondere ambtsmacht op het niveau van de 'bijzondere' ambtsdragers.<br />

Op dát niveau verbijzondert zich het drievoudige christenambt tot de macht van de predikant (profeet), de<br />

diaken (priester) en de ouderling (koning).<br />

De aktiviteit van de gelovigen in het 'kiezen' wordt met behulp van deze schematiek ondergebracht onder het<br />

oefenen van 'algemene regeermacht' als exponent van het koninklijke ambt van de christen (vgl. b.v. het<br />

rapport van de commissie ter synode van Arnhem-1930, <strong>acta</strong>, p. 288).<br />

2.5. 5. Het is de overtuiging van deputaten, dat deze typering van de synode van 1930 onhoudbaar is en<br />

derhalve ook formeel uit de synodale samenlevingsregels van de kerken behoort te worden verwijderd.<br />

Deputaten willen de volgende vijf bezwaren tegen deze kerkrechtelijke konstruktie inbrengen.<br />

2.5.1. Voetius' indeling van de kerkelijke macht, waarvan de 'regering der kerk' één der drie delen vormt, is<br />

een niet door de Schrift of de konfessie geboden indeling.<br />

Bovendien kan deze indeling gemakkelijk tot konsekwenties leiden, die het rechte zicht op de 'regering der<br />

kerk' kunnen blokkeren.<br />

Wij kunnen in het verband van dit rapport de vraag onbeantwoord laten, of zulks reeds bij Voetius zelf het<br />

geval is.<br />

Afgedacht daarvan - het is. naar het inzicht van deputaten. een goede zaak om elkaar voor te houden, dat het<br />

'regeren' van de kerk niet gelijk gesteld mag worden met het aanbrengen en bewaren van goede orde in de<br />

gemeente. 'Regeren' is niet hetzelfde als 'ordenen'.<br />

Immers, in de Bijbel ziet het 'regeren' van een gemeente op de herderlijke zorg voor de gemeente. Christus<br />

regeert Zijn gemeente door Zijn Geest en Woord. Hij is de Eigenaar van de gemeente en Hij is in het midden<br />

van de gemeente aanwezig. Christus' regering is een genadige regering, een zorgend herderschap, een steeds<br />

bemoedigend voorgaan, een waakzaam en beschermend verzorgen en een op tijd voorzien in alles, wat Zijn<br />

volk nodig heeft. Het is het regiment van waarheid, recht en vrede, waarvan de beloften gedurende vele<br />

eeuwen gesproken hebben.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!