04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gen en zich onder opzicht te stellen.<br />

Dit is een daad, waarvoor de mondigheid in de kerk vereist is. De betrokken leden zijn<br />

echter kerkelijk inderdaad onmondig, zoals in R.c.2. gezegd is.<br />

Nadere bezinning evenwel doet depp. hun mening, dat deze doopleden zelf om verzending<br />

van het attest moeten vragen, herzien.<br />

De verantwoordelijkheid voor het blijven onder opzicht en tucht van een kerkeraad zou<br />

zodoende tóch op een beslissend punt bij de doopleden zelf worden gelegd, wat in feite de<br />

mondigheid veronderstelt.<br />

9. Bij de tucht over afkerige volwassen doopleden geldt de regel, dat de uitsluiting niet plaats<br />

heeft voordat zij 25 jaar oud zijn. Depp. meenden bij de rapportage over art. 78 als<br />

achtergrond van deze regel te mogen aangeven, dat de betrokkenen tot zolang niet ten volle<br />

verantwoordelijk worden geacht (en gesteld) voor hun keuze. Er zijn dan twee<br />

mogelijkheden:<br />

a. de tijd van het verantwoordelijk stellen is vóór het vertrek van een dooplid<br />

aangebroken . de uitsluiting heeft dan ook plaats gehad.<br />

b. dit moment is bij het vertrek nog niet gekomen; maar dan moet de kerkeraad het dooplid<br />

óók niet verantwoordelijk stellen voor het aanvragen van een attest waardoor het onder<br />

opzicht en tucht van een volgende kerkeraad komt te staan.<br />

10 De oplossing is naar het oordeel van depp. te zoeken in wat de meergenoemde Richtlijnen<br />

van d. g.s. Sneek in de aanhef bepalen, als uitgangspunt voor heel de procedure:<br />

'De kinderen der christenen, die in het verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn en<br />

wier namen in de doopboeken zijn opgeteekend, zullen, zoolang zij nog niet tot het heilig<br />

avondmaal zijn toegelaten, als doopleden der kerk beschouwd en behandeld worden, totdat<br />

zij krachtens openbaar af te kondigen besluit van den kerkeraad niet meer tot de gemeente<br />

gerekend worden, waarvan in de doopboeken behoorlijk melding moet worden gemaakt'.<br />

Totdat zij krachtens openbaar af te kondigen besluit van de kerkeraad niet meer tot de<br />

gemeente gerekend worden: krijgt hiermee niet de kerkeraad de uiteindelijke<br />

verantwoordelijkheid, ook wanneer noch de ouders, noch de volwassen doopleden iets van<br />

zich laten horen?<br />

11. Er is één uitzondering op het onder 10. gestelde: dat het betrokken dooplid uitdrukkelijk te<br />

kennen geeft, zich aan de gemeenschap van de kerk te onttrekken.<br />

Maar depp. vragen zich af of vertrek-zonder-kennisgeving als een daadwerkelijke<br />

onttrekking kan worden aangemerkt, zoals bij de belijdende leden. Zij menen van niet,<br />

omdat de belijdende leden ten volle verantwoordelijk worden geacht voor hun daden, terwijl<br />

bij deze doopleden juist met een onvolgroeide aansprakelijkheid wordt gerekend (anders<br />

waren ze al uitgesloten). Dan blijft naar het oordeel van depp. als enige goede mogelijkheid<br />

over, dat de kerkeraad zijn verantwoordelijkheid nakomt, en een duidelijk doopattest (d.w.z.<br />

met de nodige informatie voorzien) verzendt aan de kerk in de nieuwe woonplaats, met het<br />

verzoek, de betrokkene onder opzicht en tucht te nemen.<br />

12. Blijkt nu, dat het dooplid de ambtsdragers in zijn nieuwe woonplaats niet erkent of ontvangt,<br />

dan lijkt het depp. niet zinvol als dáár een onttrekking moet worden afgekondigd. In dat<br />

geval kan het doopattest. met mededeling van de gang van zaken, teruggezonden worden<br />

naar de kerk van herkomst en moet daar de onttrekking worden afgekondigd. Hier behoren<br />

uiteraard geen maanden overheen te gaan.<br />

13. Onder beding dat de gedachtengang van depp., met name onder 10-12, juist wordt bevonden,<br />

kunnen zij in hun voorstel een bepaling opnemen die op alle doopleden betrekking heeft, en<br />

het gewenste onderscheid t.a.v. de vertrekkende leden aangeeft.<br />

Voorstel:<br />

Wanneer leden naar een andere gemeente vertrekken, zal de kerkeraad hun na de vereiste afkondiging<br />

aan de gemeente een attestatie betreffende hun leer en leven meegeven, ondertekend door de praeses<br />

en de scriba. Op deze attestatie zullen ook hun kinderen worden vermeld die nog geen belijdenis van<br />

het geloof hebben gedaan. Aan de kerkeraad van de betrokken gemeente zal bericht worden gedaan.<br />

Indien een lid dat nog geen belijdenis van het geloof heeft gedaan, besluit te verhuizen naar een andere

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!