04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

voor de gemeente ongeoorloofd wordt verklaard; dit nog temeer, nu het oordeel uit het<br />

commissierapport niet expliciet is opgenomen in de besluiten van die synode;<br />

4. dat het van daar uit ook te verklaren valt, dat latere synoden bij het tijdelijk buiten werking stellen van<br />

het besluit van 1908 zich nooit gedrongen hebben gevoeld voor hun besluit andere argumenten aan te<br />

voeren dan die aan de concrete situatie, n.l. de nood in de kerken, waren ontleend;<br />

5. dat ook hij handhaving van liet besluit van 1908 door de generale synoden van 1951 en 1961 geen<br />

bepaalde overwegingen hebben gegolden, die als nadere 'principiële fundering' hebben gediend;<br />

6. dat in dezen alleen door de generale synode van Kampen 1951 slechts de volgende argumenten zijn<br />

genoemd om het besluit van 1908 te handhaven<br />

`1. dat het zoogenaamde rondpreeken van de studenten, ook volgens het oordeel der Hoogleeraren,<br />

gelijk dit blijkt uit het Rapport der Curatoren aan deze synode, de vordering in hun studie voor de<br />

studenten nadeelig beïnvloedt, waardoor het tekort aan predikanten eer bestendigd dan<br />

weggenomen wordt;<br />

2 (……..)<br />

3. dat de generale synode van Groningen1946 reden had voor haar voormeld besluit, omdat er, toen zij<br />

samenkwam, gedurig plaatsen, waar de dienst des Woords noodig was, bijkwamen, maar deze<br />

reden thans niet meer van kracht is';<br />

7. dat de kerken sinds 1908, naar uit het voorgaande blijkt, het optreden van studenten voor de gemeente<br />

niet hebben toegestaan tenzij de situatie in de kerken zulks wenselijk en noodzakelijk maakte;<br />

8. dat de `nuttigheid' voor de studenten (zie constatering 5) ongetwijfeld aan de synoden van na de<br />

Vrijmaking bekend is geweest en onder ogen gezien, maar geen grond werd geacht om het besluit van<br />

Amsterdam 1908 definitief buiten werking te stellen.<br />

Zij is van oordeel<br />

1. dat de kerkeraad het gewicht van het besluit van de generale synode van Amsterdam 1908, bevestigd<br />

door de generale synode van 'sGravenhage 1914 en door die van Kampen 1951, overaccentueert door<br />

nadrukkelijke verwijzing naar in het betreffende commissierapport aangevoerde argumenten en<br />

gebruikte termen, en daardoor ook komt tot een onjuiste taxatie van het tijdelijk buiten werking stellen<br />

van dat besluit;<br />

2. dat de kerkeraad te veel voorbijziet aan het feit, dat het verlenen van spreekconsent en het daartoe<br />

tijdelijk buiten werking stellen van de besluiten van Amsterdam 1908, 'sGravenhage 1914 en Kampen<br />

1951, een door de nood der kerken bepaalde uitzondering bedoelde te zijn;<br />

3. dat de `nuttigheid' voor de studenten nog steeds geen grond kan zijn om tot een definitieve<br />

buitenwerkingstelling van het besluit van Amsterdam 1908 over te gaan.<br />

Zij is voorts van oordeel<br />

dat, hoewel een verzoek in de beperkte zin van een tijdelijke buitenwerkingstelling van de besluiten van<br />

Amsterdam 1908, 'sGravenhage 1914 en Kampen 1951 ditmaal niet vanuit de kerken aan de synode werd<br />

voorgelegd, uit het verzoek van de kerkeraad van de Gereformeerde Kerk te Goes kan worden geconcludeerd<br />

dat de nood der kerken die te kampen hebben met moeite in de preekvoorziening nog bestaat, en het opnieuw<br />

tot de eerstvolgende generale synode buiten werking stellen van die besluiten gewenst moet worden geacht.<br />

Zij besluit<br />

1. aan het verzoek van de raad van de Gereformeerde Kerk te Goes tot definitieve buitenwerkingstelling<br />

van het besluit van Amsterdam 1908 niet te voldoen;<br />

2. de besluiten van Amsterdam 1908 (Acta art. 60), 'sGravenhage 1914 (Acta art. 77) en Kampen 1951<br />

(Acta art. 70) tot de eerstvolgende generale synode buiten werking te stellen met inachtneming van de<br />

regels gesteld door Bunschoten/Spakenburg 1958/59 (Acta art. 30) en Kampen 1975 (Acta art. 62);<br />

3. hiervan kennis te geven aan de raad van de Gereformeerde Kerk te Goes.<br />

B. Zij constateert<br />

1. dat de classis Zutphen in haar vergadering van 1 september 1976 verzoek tot verlenging van<br />

'preekconsent' te behandelen kreeg van een broeder aan wie reeds eerder een consent voor 12 maanden<br />

was verleend, en die intussen het candidaatsexamen (oud) had afgelegd en zijn studie had voortgezet<br />

met de voorbereiding op een doctoraal examen (oude stijl); dat de classis er toen van is uitgegaan `dat<br />

de regels van de diverse synodes in het onderhavige geval niet zonder meer van toepassing konden<br />

worden geacht voor wat de bepalingen van de termijn betreft', en daarom besloot aan het verzoek te

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!