04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Dordtse Leerregels. Dat dan in deze Westminster confessie (even-als in de catechismi) hier en daar<br />

enigszins anders gesproken wordt over verbond, kerkregering en kerk dan in onze Nederlandse<br />

confessies, kan reden zijn voor verder kerkelijk gesprek, maar geen verhindering voor kerkelijke<br />

correspondentie naar de aangenomen regels en ook niet voor het samenkomen in een Gereformeerde<br />

Internationale Synode. Dit laatste ligt duidelijk in de lijn van Amersfoort 1967. Deze synode heeft<br />

namelijk de 'Presbyterian Church in Korea', die de Westminster confessie heeft, als zusterkerk in de<br />

Here kerkelijke correspondentie aangeboden.<br />

4.2. De bovengeschetste eigen historie van particuliere kerken in bepaalde plaatsen of landen heeft ook<br />

haar duidelijke invloed op en betekenis voor de gemeenschap en de contacten, die er bestaan met<br />

andere kerkengroepen, hetzij in eigen land of elders. Zo komen de Gereformeerde Kerken in<br />

Nederland steeds meer in contact met kerken in het buitenland, die zelf relaties hebben met kerken,<br />

waarmee dezerzijds geen correspondentie of gemeenschap wordt onderhouden. Deputaten stellen: een<br />

formele toepassing van de regel van Berkel 1952 zou in de situatie van onze jaren een gewenste of<br />

zelfs geboden contact-oefening met andere kerkelijke gemeenschappen kunnen blokkeren. Wij zullen<br />

wel niet mistasten, als deputaten doelen op gewenste of zelfs geboden contactoefening niet met<br />

andere kerken omdat deze de naam van ware kerken van Christus naar de art. 27-29 N.G.B. niet kan<br />

worden ontzegd. Nu is boven aangetoond, dat de regel van Berkel slaat op gemeenschap met<br />

kerkengroepen, tussen wie onderling geen correspondentie mogelijk blijkt naar dezelfde confessionele<br />

normen. Maar deze regel slaat niet op elke relatie met andere kerken waarmee de Gereformeerde<br />

Kerken in Nederland correspondentie aangaan of gewenst of geboden achten, zoals Amersfoort 1967<br />

al bewees.<br />

Deputaten wijzen er dan op, dat buitenlandse kerken (b.v. de E.P.C. in Ierland) haar houding tegenover<br />

de G.O.S. en ten aanzien van andere buitenlandse contacten niet door Nederlands-kerkelijke<br />

verhoudingen laten bepalen, maar door haar eigen situatie en wat men daarin als schriftuurlijke roeping<br />

ziet.<br />

Deputaten gaan dan echter weer van het laatste, meer algemene naar de bijzondere toespitsing op de<br />

vraag: 'zijn wij verantwoord indien we weigeren in gemeenschap te treden met kerken, die wij<br />

overigens herkennen als zusterkerken, zolang niet alle contact met de G.O.S. verbroken is en eveneens<br />

ieder ander contact dat van gelijksoortig karakter is.' Dat is de vraag, die volgens de deputaten onder<br />

ogen dient te worden gezien.<br />

Nu meent uw commissie, dat door de voorgangsters van uw synode altijd gezegd is dat deelname aan<br />

de G.O.S. een verhindering is voor kerkelijke gemeenschap (in eenheid van samenleven in<br />

kerkverband aan het adres van de Chr. Gereformeerden en voor kerkelijke correspondentie aan het<br />

adres van de Koreaanse kerken (zie de brieven van Amersfoort 1967 en alle uitspraken dienaangaande<br />

van volgende synoden).<br />

Uw commissie meent dat deze situatie voor de huidige G.O.S. nog evenzeer geldt, op reeds genoemde<br />

en nog te noemen gronden. Die uitspraken blijven gelden, ook als deputaten wijzen op de eigenaardige<br />

situatie van kerken, die geen correspondentie (meer) willen hebben met de synodaal gereformeerde<br />

kerken in Nederland, maar hun lidmaatschap van de G.O.S. voorshands handhaven. (E.P.C.I. en<br />

O.P.C.). Klaarblijkelijk ziet men dat als van verschillend niveau. 4.3. De naam en de aard van<br />

correspondentie.<br />

Wij zullen wel allereerst in rekening moeten brengen, dat het woord correspondentie niet dezelfde<br />

betekenis heeft voor de Nederlandse gereformeerde kerken, als voor gereformeerde kerken van<br />

Engelse origine, zoals de presbyteriaanse kerken.<br />

Voor de Nederlandse kerken is reeds eeuwen lang 'kerkelijke correspondentie' de naam voor het<br />

oefenen van gemeenschap met zusterkerken (art. 48 K.O.), die in het verlengde ligt van de<br />

gemeenschap in één kerkverband, die echter door afstand, taalverschillen of andere barrières beperkt<br />

is. Zo spreken ook de regels voor correspondentie van het achtgeven op elkaars blijven bij de<br />

gereformeerde belijdenis in leer, dienst, kerkregering en tucht; en het ontvangen van elkaars leden en<br />

dienaren.<br />

Deze betekenis had de uitdrukking 'kerkelijke correspondentie' tot na de tweede wereldoorlog ook voor<br />

de door Nederlandse immigranten gestichte kerken als de Christian Reformed Church in Amerika en<br />

Die Gereformeerde Kerk in Suid-Afrika; en dat geldt nog voor de met ons corresponderende kerken<br />

daar.<br />

Maar de van origine Engels sprekende kerken geven aan kerkelijke correspondentie vaak een veel<br />

meer bij het dagelijks spraakgebruik aansluitende betekenis voor allerlei contacten, tot gewone<br />

briefwisseling. Voor kerkelijke correspondentie spreken zij van 'Sister Church Relations" (de relatie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!