04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

enige sekte verlaten hadden (met name Wederdopers), vgl. Jansen p. 43-44. Daarmee waren de<br />

toenmalige mogelijkheden volledig aangeduid.<br />

Na de Afscheiding en de Doleantie en de Vereniging van 1892 komen de bepalingen van 1893,<br />

1914 en 1927. Voor predikers uit dan bestaande kerken die niet Rooms zijn, maar ook niet<br />

'Gereformeerd', worden aparte bepalingen gemaakt. Men meent deze niet onder te moeten<br />

brengen in de sfeer van art. 9 (nieuwelingen), maar in die van art. 5 (beroep van dienstdoende<br />

predikanten naar andere gemeenten). De gedachte daarbij zal geweest zijn dat zulke predikers,<br />

al behoorden ze niet tot de Gereformeerde Kerken, toch zeker wel gereformeerd waren in de<br />

leer en de kerkregering.<br />

Zodoende bleven voor art. 9, materieel gezien, de volgende categorieën over: Roomse geeste<br />

lijken, voorgangers uit sekten, en evt. niet theologisch geschoolden in het algemeen van buiten.<br />

Laatstgenoemden vallen in feite 66k af, want als ze eenmaal lid van de kerk zijn geworden en ze<br />

willen predikant worden, dan is er de weg van de theologische opleiding of van art. 8.<br />

Het is uiteraard mogelijk, art. 9 zo te redigeren, dat duidelijk wordt: het gaat hier alleen nog<br />

over Roomse geestelijken en voorgangers van sekten.<br />

8. Depp. menen echter, dat een andere weg verkieslijker is. In aansluiting bij hun overweging<br />

onder 2. menen ze te mogen stellen, dat toelating van predikanten uit buitenlandse kerken,<br />

waarmee kerkelijke gemeenschap wordt onderhouden, wèl past in de sfeer van art. 5: beroep<br />

naar een andere gemeente. Maar tevens, dat toelating van predikanten uit allerlei kerken.<br />

waarmee géén kerkelijke gemeenschap kan bestaan, daar veel minder op zijn plaats is.<br />

De laatstgenoemde toelating betreft toch 'nieuwelingen' in dezelfde zin als in het oude art. 9,<br />

met deze restrictie dat er nu geen 'leken' mee bedoeld kunnen zijn maar alleen voorgangers, die<br />

recentelijk uit een andere tot ons kwamen.<br />

9. In art. 9 dient dan uit te komen, dat hier anderen bedoeld zijn dan in art. 5, en dat de generale<br />

kerkelijke bepalingen. die hier van toepassing zijn, moeten worden nageleefd. Voor de<br />

duidelijke onderscheiding van een en ander hebben depp in art. 5 de formulering voorgesteld:<br />

predikanten die in gereformeerde kerken buiten Nederland gediend hebben.<br />

Voorstel:<br />

Voorgangers die zich sinds kort gevoegd hebben bij een van de kerken en daarvoor niet gediend<br />

hebben in een kerkverband waarmee kerkelijke gemeenschap wordt onderhouden, zullen slechts met<br />

grote voorzichtigheid tot de dienst des Woords worden toegelaten. Daarbij zullen de desbetreffende<br />

generale kerkelijke bepalingen in acht worden genomen. Indien de classis en de deputaten van de<br />

particuliere synode dit noodzakelijk achten, zullen zij eerst een proeftijd doormaken.<br />

11. Artikel 10 (<strong>acta</strong>)<br />

T. 1. Ogenschijnlijk heeft onderstaand voorstel niet alleen taalkundige, maar ook materiële<br />

consequenties. De tussenzin 'zonder bewilliging des kerkeraads en der diakenen en met<br />

voorweten van de classis' wordt daar niet meer gevonden.<br />

Dr. H. Bouwman schreef over de redactie van Dordrecht:<br />

'De woorden: "om elders een beroep aan te nemen". zoals in de Dordtsche redactie staat. zouden<br />

tot een verkeerde voorstelling aanleiding kunnen geven Doch deze woorden beteekenen niet,<br />

zooals wij tegenwoordig zeggen: 'een roeping aannemen', om dan later, na dimissie van<br />

kerkeraad en classis in een andere kerk het ambt te aanvaarden, maar zij duiden aan: "de ge<br />

meente verlaten om elders den dienst op te nemen". (Geref. <strong>Kerkrecht</strong> 1. p. 445).<br />

Het gaat in dit artikel over het daadwerkelijk vertrek naar een andere kerk. Nadat de predikant<br />

op grond van zijn eigen overwegingen het beroep heeft aangenomen (zoals ook wij het zeggen),<br />

maakt hij dit aan de kerkeraad en de diakenen bekend. Dan heeft hij namelijk hun bewilliging<br />

(onder voorkennis van de classis) nodig, om ook metterdaad de gemeente te verlaten. Deze<br />

bewilliging krijgt concrete vorm in de 'getuigenissen zijns afscheids'. Vandaar dat geen andere<br />

kerk hem mag ontvangen, voordat hij deze bewijstukken heeft overgelegd. Depp. menen dat dit<br />

in hun voorstel adaequaat is weergegeven.<br />

2 'Eens wettelijk beroepen zijnde' is overbodig in het licht van art. 3. 4 en 5. Zonder wettige

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!