04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Heeft de kerk ambtsdragers nodig, dan mag zij die verwachten uit de handen van Hem, die uit Zijn rijkdom<br />

al het nodige schenkt aan Zijn gemeente (Ef. 4: 7-11).<br />

Wij weten, dat deze Christus voor Zijn regering ook mensen wil inschakelen. Dat mag een kenmerk heten<br />

van Zijn genadig bestel, dat Hij, die de Heilige Geest voor de Zijnen verwierf en aan de Zijnen schonk,<br />

ménsen wil en kan gebruiken voor Zijn Geestelijke regering (vgl. Calvijn, IV, 3, 1 vv).<br />

De regerende Christus presenteert Zich op déze wijze onder ons. Deze regering-door-mensen zal<br />

vanzelfsprekend het beeld van Christus' regering moeten vertonen in wijsheid, liefde. vrede, zorgzaamheid,<br />

waakzaamheid, kracht, gerechtigheid.<br />

Christus geeft herders aan Zijn gemeente (Ef. 4: 11): mannen die voorop lopen. verzorgen, beschermen,<br />

vergaderen.<br />

Christus geeft voorgangers aan Zijn gemeente (Hebr. 13: 7, 17, 24 en Hand. 15: 22), die door de bediening<br />

van het Woord, de zielszorg en de profetie (vgl. Hand. 15: 32) de gemeente de weg wijzen, haar bemoedigen<br />

en versterken. Overeenkomstig Christus, bevel en oordeel gedragen deze vooropIopers zich als dienaars<br />

(Luk. 22: 26).<br />

Christus geeft regeerders. aan lijn gemeente de 'leidinggevend van 1 Tim 5 ; 17 vgl ook Rom 12: 8 en 1<br />

Thess. 5: 12. Zij zijn mensen, die vooroplopen in zorgzaamheid. Zoals een vader, die leiding geeft aan zijn<br />

huis door initiatief en waakzaamheid te tonen in de verzorging van vrouw, kinderen en personeel (1 Tim. 3:<br />

4, 5, 12, vgl. ook 5: 14; Titus 3: 8, 14 en het verwante woord in Rom. 16: 12 beschermvrouwe, verzorgster,<br />

patrones). Wanneer wij op grond van 1 Tim. 5: 17 plegen te spreken van 'regeer'-ouderlingen, dient dus wél<br />

bedacht te worden<br />

a. dat 'regeren' en 'verzorgen' vrijwel identiek zijn;<br />

b. dat ook zij, die arbeiden in prediking en onderricht, als zodanig bezig zijn met 'regeren':<br />

c. dat deze 'regering' niet primair bestaat in het administreren, het zorgen voor een goede gang van zaken,<br />

maar in het herderlijk leiding geven aan de 'zielen'.<br />

Christus heeft niet een 'technische' of 'administratieve' direktie (een 'kerkvoogdij') ingesteld náást de<br />

pastorale werkers.<br />

Het pastoraat is ook in het regelen van en voorzien in administratieve aangelegenheden van de kerk bezig<br />

met zijn eigen taak en dus zullen ook alle maatregelen d c op dat niveau worden genomen. merk van het do<br />

aai h meten vertonen.<br />

Ook de funktie van het besturen, die als een charisma aan de gemeente wordt gegeven (1 Kor. 12: 28) is niet<br />

een administratieve funktie. Het is de gave om 'de weg te wijzen' aan de gemeente en het vermoeden is<br />

gewettigd, dat deze 'stuurmanskunde' door de leraars en de profeten is uitgeoefend.<br />

Het heersen in de gemeente zoals dat in het wereldlijk regiment wordt aangetroffen. is aan niemand<br />

toegestaan (Matth. 20: 25; Mark. 10: 42; Luk. 22: 25; 1 Petr. 5: 3).<br />

Uit deze Schriftgegevens kan duidelijk zijn, dat alle wettige 'regerende' aktiviteiten in de gemeente het beeld<br />

van de liefdevolle en initiatiefrijke zorg van Christus behoren te vertonen. Juist dáárom is het gevaarlijk<br />

náást de volmacht tot bediening van het Woord (en van de sakramenten) en tot de oefening van de<br />

christelijke tucht een derde zelfstandige kerkelijke 'macht' te kreëren, die zich speciaal zou richten op de<br />

wetgevende funkties en de ordeningsaspekten in het gemeentelijke samenleven.<br />

Een dergelijke idee omtrent een 'regeermacht' van deze aard heeft immers tweeërlei gevaar bij zich:<br />

a. dat de 'ordening' in de kerk zelfstandig gaat funktioneren naast de Woordbediening en de zielszorg;<br />

b. dat het woord 'regering' wordt uitgehold (en daarmee tevens het ouderlingschap wordt uitgehold) en tot<br />

het oefenen van een administratieve bevoegdheid wordt.<br />

2.5.2. 2. Ook de taal van de belijdenis verzet zich tegen de idee van een aparte regeermacht van de kerk.<br />

Wanneer art. 30 N.G.B. spreekt van de noodzaak van regering der kerk naar de norm van de 'geestelijke<br />

politie' van de Schrift, dan ziet deze 'politie' zeer duidelijk op wat Calvijn noemde het 'Geestelijk regiment':<br />

de inrichting der dingen, zoals de Heilige Geest die aan de kerk schenkt en voorschrijft en waarin de<br />

heerschappij van Christus op aarde gestalte krijgt.<br />

De 'regering' wijst dienovereenkomstig op de konkrete uitoefening van deze genadeheerschappij over Gods<br />

volk door de dienst van de ambtsdragers, inklusief de diakenen.<br />

Déze regeerders regelen 66k met elkaar de zaken, die terwille van de goede voortgang van de regering<br />

geregeld dienen te worden (art. 32-begin). Maar met name het ouderlingen-ambt gaat volstrekt niet daarin<br />

op: veeleer vindt het zijn eigen werk in het herderlijk opzicht en de oefening van de tucht, zoals art. 30 zegt.<br />

Met andere woorden: de ouderlingen heten niet regeerders, omdat zij allerlei dingen mogen regelen, maar<br />

omdat zij waken over zielen.<br />

Het is een kwalijke zaak, dat in de konstruktie van Voetius de regering geheel is ondergebracht bij de zgn.<br />

'kerkelijke ordenings- of regeermacht'.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!