04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

facetten, nl.<br />

1. het opgeven van namen aan de kerkeraad;<br />

2. het approberen van een door de kerkeraad voorgesteld enkeltal;<br />

3. het stemmen door de leden van de gemeente uit een dubbeltal;<br />

4. de approbatie van de gekozenen.<br />

3.1. In het voorgaande is reeds opgemerkt, dat de kerkeraad niet is gebonden aan de opgave vooraf van<br />

namen van wie men geschikt acht voor het ambt. Aan de kerkeraad kunnen redenen bekend zijn, waarom hij<br />

tot het oordeel moet komen (nota bene: de ambtsdragers moeten worden verkozen door zijn 'oordeel'), dat de<br />

ene of andere genoemde broeder toch niet moet worden verkozen, of dat om enige reden aan een andere<br />

broeder (andere broeders) de voorkeur moet worden gegeven. Dit opgeven van namen moge van de zijde<br />

van een of meer leden van de gemeente een vorm zijn om uiting te geven aan 'erkenning' van Gods gaven in<br />

de ene of andere broeder, de kerkeraad 'oordeelt' tenslotte naar eigen verantwoordelijkheid en plaatst zo<br />

namen op een (enkel- of dubbel)tal. Daarmee geeft hij te kennen, dat naar uitwijzen van Gods Woord déze<br />

broeders 'verkiesbaar' zijn (zonder uitdrukkelijk over anderen te oordelen) en stèlt hij hen verkiesbaar. Dit<br />

onderdeel van de gehele procedure behoort onweersproken tot de bevoegdheid van de kerkeraad.<br />

3.2.1. Ter bepaling van wat naar gereformeerd kerkrecht het karakter is van de hierop volgende facetten van<br />

de verkiezingsprocedure, is het nodig te letten op de historische ontwikkelingsgang van het dienaangaande in<br />

onze kerkenordening bepaalde.<br />

In 1568 heeft het Convent van Wezel uitvoerig aandacht gegeven aan de procedure tot verkiezing van<br />

predikanten (Hoofdstuk II). Uitgangspunt was, dat niemand tot enige kerkelijke bediening mocht worden<br />

toegelaten zonder wettige roeping, verkiezing, goedkeuring, behoorlijk onderzoek en wettige ordening (1).<br />

Grote nadruk legden de broeders in Wezel er op, dat roeping en verkiezing met geen enkel recht voor wettig<br />

kunnen worden gehouden, wanneer daarbij niet de schadelijke invloed van een drietal verkeerde praktijken<br />

zoveel mogelijk wordt uitgesloten, nl. 1. de kuiperij van de beroepene; 2. de onbeheerste en wisselvallige<br />

genegenheden van het kerkvolk; en 3. de aanmatigende heerszucht van de ouderlingen en voorgangers (2).<br />

Om dergelijke verkeerde praktijken met de daaruit voortvloeiende schadelijke gevolgen zo goed mogelijk te<br />

weren, opperde men verschillende mogelijkheden.<br />

De meest-ideale methode voor de verkiezing van predikanten zagen de broeders in een regeling, waarbij een<br />

gereformeerde overheid harerzijds haar bijstand zou verlenen aan het rijpe oordeel en de voorzichtige keuze<br />

door de ouderlingen; dan zou het hele kiesrecht van het kerkvolk veilig kunnen berusten in het<br />

samengevoegde gezag van deze twee, overheid en ouderlingschap (3a).<br />

De broeders waren evenwel nuchter genoeg om te beseffen, dat deze methode (die herinnert aan die, welke<br />

Bucer en Calvijn hadden gepropageerd voor een christelijk geregeerde stad) binnen de Nederlanden geen<br />

haalbare kaart was in 1568. Vandaar, dat zij een noodoplossing aanboden. De beste noodoplossing voor de<br />

tijd, dat er nog geen gereformeerde overheid zou zijn en ook nog geen classikale indeling zou zijn tot stand<br />

gekomen, was naar hun mening deze. dat de gemeenschappelijke stemming van de kerk zou worden gevoegd<br />

hij het gezag van de ouderlingen (3b). Men wilde voorkomen, dat de ouderlingen meer macht en vrijheid<br />

tegenover het kerkvolk zouden krijgen dan billijk is. Daartoe is het nodig, dat de ouderlingen een dubbeltal<br />

van geschikte mannen uitzoeken en (als zij althans voorden zijn) met naam en toenaam aan het kerkvolk<br />

bekend te maken; door de stemmen van ieder afzonderlijk zal vervolgens uit dit dubbeltal de helft worden<br />

gekozen en voor de uitoefening van de dienst aangesteld (4). Maar als op een of andere plaats het kerkvolk<br />

minder geschikt zou zijn om aan de verkiezing deel te nemen (b.v. omdat het aantal gelovigen te klein is, of<br />

omdat het er ontbreekt aan mannen met inzicht en ervaring, of omdat er felle partijstrijd woedt, of tenslotte<br />

omdat er nog niet eerder een predikant heeft gestaan en geen kerk was geïnstitueerd), dan kan daar niemand<br />

in de dienst worden gesteld, tenzij met gebruikmaking van een alternatieve noodoplossing, nl. dat het gezag<br />

en oordeel van een andere ,liefst aanzienlijke en zo mogelijk naburige kerk daarbij wordt ingeschakeld (5).<br />

Wanneer evenwel een classikale indeling is tot stand gekomen, dan is de meest-aanbevelenswaardige hulpoplossing<br />

voor de tijd, waarin nog steeds geen gereformeerde overheid bestaat, dat de te houden synode<br />

bepaalt, ode bepaalt., dat de predikanten en ouderlingen van een aantal kerken samenkomen voor de<br />

verkiezing en het onderzoek in één gemeente. Ook dan lijkt het stemmen door het kerkvolk niet zo volstrekt<br />

noodzakelijk te zijn; want dan is het gezag van het grotere aantal kerken bij machte de eventuele willekeur<br />

van de ouderlingen te beteugelen (3c).<br />

Naast de verkiezing werd ook de goedkeuring van de verkozenen door de gemeente noodzakelijk geacht (1).<br />

Deze goedkeuring vond na het examen plaats 'door de stemmen van de gemeente' (11) en werd gevolgd door<br />

de bevestiging ten overstaan van heel de gemeente. De verkiezing van ouderlingen (Hoofdstuk IV, 5) en van<br />

diakenen (Hoofdstuk V, 2) is in hoofdzaak gelijk aan die van de predikanten geregeld door het Convent van<br />

Wezel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!