04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Anderzijds wordt echter betoogd, dat de adoptie-uitspraak (die een juridische ouderkind-relatie tot<br />

stand brengt) bepaald meer is dan een formele afronding van de procedure. 'Derden-voogden' (dus ook<br />

a.s. adoptiefouders) kunnen evenals (adoptief-)ouders uit de voogdij resp. het ouderlijk gezag worden<br />

ontzet. Maar 'derden-voogdij' kan nooit worden hersteld, ouderlijk gezag wel. Bovendien: 'derdenvoogdij'<br />

vervalt bij meerderjarigheid van het kind, de (adoptief-)ouder-kind-relatie is levenslang (tenzij<br />

volgens art. 231 B.W. de adoptie wordt her-roepen op verzoek van het adoptiefkind).<br />

Met andere woorden: de adoptie betekent een versteviging van de band bóven de voogdijrelatie en de<br />

(adoptief-)ouder-kind-relatie is ook principieel anders.<br />

4.2.3. De kerkeraad te Arnhem (en in haar voetspoor de classis Arnhem d.d. 17-11-'77/26-1-'78) onderstreept<br />

het voorlopig karakter van de door voogdij gecreëerde gezagsverhouding. Zij kan zelfs verbroken<br />

worden, doordat de Nederlandse rechter op advies van de Raad van Kinderbescherming (vanwege<br />

gedrag of achteraf gebleken onvermogen tot opvoeding) de voogdij ontneemt of de tenaamstelling<br />

weigert. De kans daarop is klein, maar aanwezig. Bovendien zijn de inschrijving in het<br />

vreemdelingenregister en de toekenning van een verblijfsvergunning z.i. typerend voor het voorlopig<br />

karakter van de relatie tussen de a.s. adoptiefouders en hun buitenlands pleegkind.<br />

5. Beoordeling<br />

Het 'debat' in de stukken, eigen informaties en het Hattemse besluit overziende merkt uw commissie het<br />

volgende op. Zij wil eerst nagaan, of de voorstanders van de doop aan in het buitenland geadopteerde<br />

kinderen aan de voogdijrelatie terecht een definitief karakter toekennen, om<br />

vervolgens in het kader van deze zaak de Hattemse besluiten nog eens te herlezen.<br />

5.1. Hoeveel elementen in de argumentatie van de voorstanders van de 'vervroegde' doopsbediening ook<br />

toe te stemmen zijn, er blijven belangrijke factoren in de adoptieprocedure aanwezig die niet slechts<br />

vanuit formeel, maar ook vanuit materieel oogpunt het voorlopig karakter van de voogdijrelatie<br />

bepalen.<br />

5.1.1. Allereerst is het de commissie gebleken, dat de voorstanders te ongenuanceerd spreken over 'in het<br />

buitenland geadopteerde kinderen'.<br />

Voor alle duidelijkheid merkt de commissie op, dat het in deze zaak uiteraard gaat om kinderen uit<br />

landen waarmee geen adoptieverdrag bestaat, zodat de buitenlandse adoptie-uitspraak niet door de<br />

Nederlandse overheid als zodanig wordt erkend. Maar verder is er ook een grote diversiteit in de wijze<br />

waarop de adoptie in verschillende landen tot stand komt en de kracht die zij dan heeft.<br />

Er zijn landen die het kind wel met zijn a.s. ouders laten vertrekken, maar zonder de relatie definitief te<br />

hebben geregeld. Regelmatige rapportage door de instanties in Nederland wordt dan geëist, voordat<br />

ginds de verbreking van de banden met de natuurlijke ouder(s) definitief wordt vastgelegd.<br />

Dezelfde eis van rapportage door de Nederlandse instanties geldt trouwens ook voor andere landen die<br />

reeds wel een definitieve adoptie-uitspraak hebben gedaan.<br />

Ook is er veel variatie in de eisen die aan de adoptanten gesteld worden. Niet in alle gevallen vindt de<br />

tenaamstelling reeds in het buitenland plaats.<br />

Er zijn dientengevolge allerlei verschillen in de positie waarin een buitenlands kind verkeert, wanneer<br />

het ons land binnenkomt. Dit gegeven maakt het doen van algemene uitspraken over 'in het buitenland<br />

geadopteerde kinderen' op z'n minst riskant.<br />

5.1.2. Vervolgens bleek bij nadere informatie uit de jurisprudentie, dat onder de 'voogdij' die de wet als<br />

voorwaarde stelt voor een adoptie-uitspraak (art. 228 of B.W.), ook kan worden verstaan de<br />

gezagsrelatie die door de adoptie in het buitenland tussen de adoptanten en het kind tot stand kwam.<br />

Een afzonderlijke toekenning van voogdij door de kantonrechter is niet strikt noodzakelijk. De<br />

buitenlandse adoptie wordt geacht reeds (voorlopig) in het gezag te hebben voorzien. In deze zin<br />

spreken terecht de vraag van de classis Appingedam en de bij haar brief gevoegde nota van Mr.<br />

Schilder.<br />

Hieruit blijkt, dat de toekenning van voogdij door de Nederlandse rechter niet wezenlijk verschilt van<br />

de adoptie-uitspraak in het buitenland. Dit zou evenwel op het standpunt van de voorstanders<br />

betekenen, dat in geen enkel opzicht een beslissing van de Nederlandse rechter behoeft te worden<br />

afgewacht en dat de doop reeds zou kunnen worden bediend terstond na aankomst van het kind in<br />

Nederland.<br />

5.1.3. Voorts wijst de commissie erop, dat de voogdijrelatie waarover de voorstanders steeds spreken, een<br />

'onvolledige' gezagsrelatie is in die zin, dat slechts één van de adoptanten met het gezag over het kind<br />

bekleed is. Meestal is de man voogd en de vrouw toeziend voogdes; dat laatste is een positie zonder

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!