04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Matth.10: 29,30<br />

Wij geloven, dat deze goede God, nadat Hij alle dingen geschapen had, ze niet aan<br />

zichzelf heeft overgelaten of aan het toeval of het lot heeft prijsgegeven, maar ze<br />

overeenkomstig zijn heilige wil zo bestuurt en regeert, dat in deze wereld niets geschiedt<br />

zonder zijn beschikking. Toch is God niet de bewerker van de zonde die gedaan wordt en<br />

evenmin draagt Hij er de schuld van. Want zijn macht en goedheid zijn zo groot en<br />

onvoorstelbaar, dat Hij zijn werk zeer goed en rechtvaardig beschikt en doet, ook al<br />

handelen de duivelen en goddelozen onrechtvaardig. En wat Hij doet boven het begrip<br />

van het menselijk verstand, dat willen wij niet nieuwsgierig onderzoeken, verder dan ons<br />

begrip reikt. Maar wij aanbidden in alle ootmoed en eerbied de rechtvaardige<br />

beslissingen van God, die voor ons verborgen zijn, en stellen ons ermee tevreden, dat wij<br />

leerlingen van Christus zijn om slechts te leren wat Hij ons onderwijst door zijn Woord,<br />

zonder deze grenzen te overschrijden. Deze leer schenkt ons een onuitsprekelijke roost,<br />

wanneer wij erdoor leren verstaan, dat ons niets kan overkomen bij toeval, maar alleen<br />

door de beschikking van onze goedertieren hemelse Vader. Hij waakt over ons met een<br />

vaderlijke zorg, terwijl Hij zo over alle schepselen heerst, dat niet één haar van ons hoofd<br />

- want die zijn alle geteld - en niet één musje ter aarde zal vallen zonder de wil van onze<br />

Vader.<br />

Hierop verlaten wij ons omdat wij weten, dat Hij de duivelen en al onze vijanden in toom<br />

houdt en zij ons zonder zijn toelating en wil niet kunnen schaden.<br />

Daarom verwerpen wij de verfoeilijke dwaling van de Epicureeërs, die zeggen dat God<br />

Zich nergens mee bemoeit en alles aan het toeval overlaat.<br />

Artikel 14 - Rutgers<br />

Van de schepping en val des menschen en zijn onvermogen tot het ware goed<br />

Wij gelooven, dat God den mensch geschapen heeft van het stof der aarde, en heeft hem gemaakt en<br />

geformeerd naar zijn beeld en gelijkenis, goed, rechtvaardig en heilig; kunnende met zijnen wil in alles<br />

overeenkomen met den wille Gods. Maar als hij in eere was, zoo heeft hij het niet verstaan, noch zijne<br />

uitnemendheid erkend; maar heeft zichzelven willens der zonde onderworpen, en overzulks den dood en<br />

vervloeking, het oor biedende aan het woord des duivels. Want het gebod des levens, dat hij ontvangen had,<br />

heeft hij overtreden, en heeft zich van God, die zijn ware leven was, door de zonde afgescheiden; hebbende<br />

zijne geheele natuur verdorven; waardoor hij zich schuldig gemaakt heeft des lichamelijken en geestelijken<br />

doods. En in alle zijne wegen goddeloos, verkeerd, en verdorven geworden zijnde, heeft hij verloren alle<br />

zijne uitnemende gaven, die hij van God ontvangen had, en heeft niet anders overig behouden dan kleine<br />

overblijfselen daarvan, dewelke genoegzaam zijn om den mensch alle onschuld te benemen; overmits al het<br />

licht, dat in ons is, in duisternis veranderd is, gelijk de Schrift ons leert, zeggende: Het licht schijnt in de<br />

duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen; alwaar de Heilige Johannes de menschen duisternis<br />

noemt. Daarom verwerpen wij al wat men hiertegen leert van den vrijen wil des menschen, aangezien de<br />

mensch niet dan een slaaf der zonde is, en geen ding kan aannemen zon het hem uit den hemel niet gegeven<br />

zij. Want wie is er, die zich beroemen zal iets goeds te kunnen doen als uit zichzelven, daar toch Christus<br />

zegt: Niemand kan tot mij komen, tenzij dat de Vader, die mij gezonden heeft, hem trekke? Wie zal met<br />

zijnen wil voorkomen, die daar verstaat, dat het bedenken des vleesches vijandschap is tegen God? Wie zal<br />

van zijne wetenschap spreken, ziende, dat de natuurlijke mensch niet begrijpt de dingen die des Geestes<br />

Gods zijn? Kortelijk, wie zal eenige gedachte voorstellen, dewijl hij verstaat, dat wij niet bekwaam zijn van<br />

onszelven iets te denken, als uit onszelven, maar dat onze bekwaamheid uit God is? En daarom hetgene de<br />

Apostel zegt, behoort met recht vast en zeker gehouden te worden, dat God in ons werkt heide het willen en<br />

het werken, naar zijn welbehagen. Want er is noch verstand, noch wil, den verstande en wille Gods gelijkvormig,<br />

of Christus heeft ze in den mensch gewrocht; hetwelk Hij ons leert, zeggende: Zonder Mij kunt gij<br />

niets doen.<br />

Artikel 14 - Dankbaar<br />

De schepping van de mens; de val en zijn gevolgen<br />

Wij geloven, dat God de mens uit het stof der aaide geschapen en hem gemaakt en gevormd heeft naar zijn<br />

beeld en gelijkenis, goed, rechtvaardig en heilig, zodat hij met zijn wil in alles overeen kon stemmen met de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!