04.05.2013 Views

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1978.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Artikel 19 - Rutgers<br />

Van de vereeniging en het onderscheid der twee naturen van Christus in één persoon<br />

Wij gelooven, dat door deze ontvangenis de Persoon des Zoons onafscheidelijk vereenigd en tezamen<br />

gevoegd is met de menschelijke natuur; zoodat er niet zijn twee Zonen Gods, noch twee personen, maar twee<br />

naturen in eenen eenigen persoon vereenigd; doch elke natuur hare onderscheidene eigenschappen<br />

behoudende. Gelijk dat de Goddelijke natuur altijd ongeschapen gebleven is, zonder beginsel der dagen of<br />

einde des levens, vervullende hemel en aarde, alzoo heeft de menschelijke natuur hare eigenschappen niet<br />

verloren, maar is een schepsel gebleven, hebbende beginsel der dagen, zijnde eene eindige natuur, en<br />

behoudende al hetgene dat een waar lichaam toebehoort. En hoewel Hij haar door zijne verrijzenis<br />

onsterfelijkheid gegeven heeft, nochtans heeft Hij de waarheid zijner menschelijke natuur niet veranderd,<br />

dewijl onze zaligheid en verrijzenis mede hangen aan de waarheid zijns lichaams. Doch deze twee naturen<br />

zijn alzoo tezamen vereenigd in één persoon, dat zij ook zelfs door zijnen door niet gescheiden zijn geweest.<br />

Zoo was dan hetgene Hij stervende in de handen zijns Vaders bevolen heeft, een ware menschelijke geest,<br />

die uit zijn lichaam scheidde; maar intusschen bleef de Goddelijke natuur altijd vereenigd met de<br />

menschelijke, ook zelfs toen Hij in het graf lag; en de Godheid hield niet op in Hem te zijn, gelijk zij in Hem<br />

was toen Hij een klein kind was, hoewel zij zich voor eenen kleinen tijd zoo niet openbaarde. Hierom<br />

bekennen wij, dat Hij waar God en waar mensch is: waar God, om door zijne kracht den dood te overwinnen,<br />

en waar mensch, opdat Hij voor ons zoude kunnen sterven uit de zwakheid zijns vleesches.<br />

Artikel 19 - Dankbaar<br />

De twee naturen van Christus<br />

Wij geloven, dat de Persoon van de Zoon door deze ontvangenis onafscheidelijk verenigd en verbonden is<br />

met de menselijke natuur, zodat er geen twee zonen van God en geen twee personen, maar twee naturen in<br />

één Persoon verenigd, waarbij elke natuur haar onderscheiden eigenschappen behoudt. Evenals de goddelijke<br />

natuur altijd ongeschapen gebleven is, zonder begin van dagen of einde van leven (Hebr. 7: 3) en aarde en<br />

hemel vervult, zo heeft ook de menselijke heeft, eindig van aard is en alles behoudt wat bij een echt lichaam<br />

behoort. En hoewel Hij daar natuur haar eigenschappen niet verloren, maar is schepsel gebleven, dat wel een<br />

begin van dagen door zijn opstanding, onsterfelijkheid heeft gegeven, heeft Hij de echtheid van zijn<br />

menselijke natuur niet veranderd, omdat ons behoud en onze opstanding mede van de echtheid van zijn<br />

lichaam afhankelijk zijn. Maar deze twee naturen zijn zo in één Persoon verenigd dat zij zelfs door zijn dood<br />

niet gescheiden werden. Zo was dus wat Hij bij zijn sterven in de handen van zijn Vader heeft overgegeven<br />

een echt menselijke geest, die zijn lichaam verliet, maar intussen bleef de goddelijke natuur steeds met de<br />

menselijke verenigd, ook toen Hij in het graf lag. De Godheid hield niet op in Hem te zijn, evenals zij in<br />

Hem was toen Hij een klein kind was, hoewel zij zich korte tijd niet openbaarde. Hierom belijden wij, dat<br />

Hij werkelijk God en werkelijk mens is: werkelijk God om door zijn kracht de dood te overwinnen,<br />

werkelijk mens om in de zwakheid van zijn vlees voor ons te kunnen sterven.<br />

Artikel 19 - Deputaten<br />

De twee naturen van Christus<br />

Wij geloven, dat de Persoon van de Zoon door deze ontvangenis onafscheidelijk verenigd en verbonden is<br />

met de menselijke natuur, zodat er geen twee zonen van God en geen twee personen zijn, maar twee naturen<br />

in één Persoon verenigd, waarbij elke natuur haar onderscheiden eigenschappen behoudt. Evenals de<br />

goddelijke natuur altijd ongeschapen gebleven is, zonder begin van dagen of einde van leven en aarde en<br />

hemel vervult, zo heeft ook de menselijke natuur haar eigenschappen niet verloren, maar is schepsel<br />

gebleven, dat wel een begin van dagen heeft, van een eindige natuur is en alles behoudt wat bij een echt<br />

lichaam behoort. En hoewel Hij haar door zijn opstanding onsterfelijkheid heeft gegeven, heeft Hij de<br />

echtheid van zijn menselijke natuur niet veranderd, omdat ons behoud en onze opstanding mede van de<br />

echtheid van zijn lichaam afhangen. Maar deze twee naturen zijn zo in één Persoon verenigd. dat zij zelfs<br />

door zijn dood niet gescheiden werden. Zo was dus wat Hij bij zijn sterven in de handen van de Vader heeft<br />

overgegeven een echt menselijke geest, die zijn lichaam<br />

menselijke verliet, maar intussen bleef de goddelijke natuur steeds met de menselijke verenigd, zelfs toen Hij<br />

in het graf lag. De Godheid hield niet op in Hem te zijn, evenals zij in Hem was toen Hij een klein kind was,<br />

hoewel zij zich voor een korte tijd als zodanig niet openbaarde. Hierom belijden wij, dat Hij werkelijk God<br />

en werkelijk mens is: werkelijk God om door zijn kracht de dood te overwinnen, werkelijk mens om voor

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!