24.08.2013 Views

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.5.1.3 Privileges van soldaten en veteranen<br />

De laatste twintig jaar verschenen heel wat studies over dit onderwerp, vooral van Duitse<br />

vorsers 413 . We geven de informatie die relevant is voor ons archief in een samenvatting<br />

weer, waarbij we ook enkele originele argumentaties zullen geven.<br />

2.5.1.3.1 Privileges, rechten en plichten<br />

Na hun afzwaai verkregen legioenveteranen een aantal privileges, die de legerdienst<br />

aantrekkelijker moesten maken. Ze werden verleend door de keizer (cf. ook tekst XV r.10) en<br />

gingen terug op algemene edicten of werden ten persoonlijke titel verleend. De privileges<br />

konden op ieder moment weer ingetrokken worden 414 . Ten eerste verkregen de veteranen de<br />

praemia militiae, een geldsom of een stuk grond 415 . In Egypte is bijna uitsluitend sprake van<br />

een geldsom of missio nummaria 416 . Legioensoldaten verkregen 3000 denarii, in de tijd van<br />

Pompeius Niger ongeveer gelijk aan 12000 drachmen 417 . Verder verkregen veteranen een<br />

reeks voorrechten op juridisch, sociaal en economisch vlak 418 . De belangrijkste van deze<br />

privileges waren het Romeins burgerrecht en het ius conubii, waarvan we zeker weten dat de<br />

auxiliaveteranen ze verkregen. In het volgende punt gaan we dieper in op de vraag of ook<br />

legioenveteranen (zoals bv. Pompeius Niger) deze laatste twee voorrechten konden<br />

ontvangen. Eerst bespreken we de overige privileges in wat meer detail.<br />

Romeinse veteranen moesten enkel verantwoording afleggen bij de epistrateeg en de<br />

prefect. Lokale ambtenaren hadden gelimiteerde of helemaal geen jurisdictie over hen 419 .<br />

Bovendien hadden Romeinse burgers overal in het rijk recht op de appellatio ad Caesarem,<br />

413 Over de diplomata militaria en over de privileges van veteranen in het algemeen werd in oktober 1984 te<br />

Passau een colloquium gehouden. De referaten werden gepubliceerd onder leiding van W. ECK en H. WOLFF in<br />

Heer und Integrationspolitik, Keulen-Wenen, 1986 (Passauer Historische Forschungen 2). De<br />

doctoraatsverhandeling van H. DE KUYFFER (1989) heeft al deze verzamelde studies verwerkt en biedt een<br />

goede status quaestionis en een uitvoerige bibliografie. Toch ontbreekt volgens F. MITTHOF (2000), p. 378 n. 1<br />

nog steeds een diepgaande behandeling van de sociale geschiedenis van Romeinse soldaten en veteranen in<br />

Egypte. Het bronnenmateriaal noemt hij overvloedig, maar in zijn reconstructie en verwerking heel moeilijk en in<br />

vele gevallen aan een herziening toe. R. ALSTON (1995) krijgt het verwijt in zijn sociaalhistorische deel qua<br />

vraagstelling en bronnenmateriaal zich teveel op Karanis te focussen en te weinig aandacht te hebben voor het<br />

geheel. Cf. F. MITTHOF (2000), p. 393 n. 62.<br />

414 H. DE KUYFFER (1989), p. 345; F. MITTHOF (2000), p. 387.<br />

415 A. DE PRAETERE (2001), p. 24.<br />

416 F. MITTHOF (2000), p. 385. Deze missio nummaria werd door Augustus ingevoerd. Cf. G. WESCH-<br />

KLEIN (1998), p. 185.<br />

417 N. LEWIS (1983), p. 21; B. TENGER (1993), p. 166; G. WESCH-KLEIN (1998), p. 185.<br />

418 H. DE KUYFFER (1989), p. 345; R. ALSTON (1995), pp. 61-63; F. MITTHOF (2000), p. 387; A. DE<br />

PRAETERE (2001), p. 24. Een lijst van relevante primaire bronnen in F. MITTHOF (2000), p. 387 n. 39 (teksten<br />

XIII-XV worden uitdrukkelijk vermeld)<br />

419 J.E.G. WHITEHORNE (1990), p. 544, 547; R. ALSTON (1995), p. 61.<br />

132

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!