24.08.2013 Views

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dat van Karanis in het noordoosten van het Fajoem, een dorp waar heel wat veteranen zich<br />

vestigden. Veteranen leefden inderdaad niet gelijkmatig verdeeld over Egypte en hoewel<br />

sommige veteranen afgescheiden leefden van een veteranengemeenschap, valt het toch op<br />

dat we regelmatig concentraties van veteranen ontmoeten 507 . Een mooi voorbeeld hiervan is<br />

precies de Arsinoïtische gouw 508 .<br />

Een vierde argument meen ik te kunnen onderscheiden in de formulering van Nigers<br />

censusaangifte (tekst VII B) en zijn eigendomsaangifte (tekst VII C). Er worden formuleringen<br />

gebruikt die enkel uit de Arsinoïtesgouw (tekst VII B) bekend zijn of die doen vermoeden dat<br />

de aangiftes in een andere gouw geredigeerd werden. De argumentatie heb ik bij mijn<br />

bespreking van tekst VII B uitvoerig behandeld (cf. deel 3.1.1.7)<br />

Prof. Vandorpe adviseerde me de herkomst te onderzoeken van de andere papyri die<br />

tesamen met mijn archief gevonden werden. Een uitvoerig onderzoek hiernaar kon niet meer<br />

gevoerd worden, een must voor toekomstige onderzoekers. Merken we slechts het volgende<br />

op. Eén van de Yale-papyri (P. Yale inv. 1532) die met zekerheid samen met tekst VII en XIII<br />

werd aangekocht (cf. de gegevens bij de uitgaves van deze teksten), komt uit Ibion<br />

Eikosipentarouron, een dorpje in de Arsinoïtesgouw. Van de andere gepubliceerde papyri die<br />

met zekerheid samen met tekst VII en XIII werden aangekocht, lijkt de herkomst onbekend<br />

(het zijn bijna allemaal literaire papyri). Heel interessant is dat P. Fouad 18 (Inv. 177, een<br />

inventarisnummer dat dus erg dicht ligt bij de teksten uit de Fouad-collectie in ons archief) uit<br />

Oxyrhyncha komt. Dit is hetzelfde dorp als datgene dat op het adres van tekst XII verschijnt,<br />

een brief die gericht is aan Pompeius. In de comm. bij tekst XII.20 zagen we reeds dat er<br />

slechts negen à tien papyri uit de eerste eeuw bewaard zijn uit dit dorpje; de kans op toeval<br />

wordt hiermee erg klein.<br />

507 R. ALSTON (1995), p. 39; F. MITTHOF (2000), pp. 390-391 merkt m.i. correct op dat veteranen zich in elkaars<br />

buurt vestigden omdat het dan gemakkelijker was om hun privileges te laten gelden tegenover de lokale<br />

bevolking en de lokale ambtenaren.<br />

508 R. ALSTON (1995), p. 50; F. MITTHOF (2000), p. 391 n. 51. Een echt voor de hand liggende reden waarom<br />

de soldaten het noordoosten van het Fajoem precies uitkozen als vestigingsplaats, is er overigens niet. Cf. R.<br />

ALSTON (1995), p. 50. Het was in ieder geval niet het resultaat van een strikt regeringsbeleid: de regering<br />

speelde weinig rol in deze materie. Cf. R. ALSTON (1995), pp. 51-52; F. MITTHOF (2000), p. 387. Veteranen<br />

lijken zich eerder te hebben mogen vestigen waar ze wilden. Cf. R. ALSTON (1995), p. 49.<br />

150

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!