HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
met de formulering van tekst IV vergelijkt, duidelijk zijn dat tekst IV totaal verschillend is van<br />
een dergelijke ajpografhv. De taal is verschillend (Latijn i.p.v. Grieks), de eigen schatting van<br />
het vermogen komt in geen enkele ajpografhv voor, men gebruikt in tekst IV de Romeinse<br />
manier van grensaanduiding en de ajpografaiv zijn alle in de eerste persoon opgesteld en<br />
nooit in de derde persoon zoals in het geval van tekst IV 589 .<br />
3.3.2.2 Een geboorteakte?<br />
Recent veronderstelde Burkhalter dat de papyrus een professio (d.i. een mondelinge<br />
verklaring voor een Romeinse magistraat) was van Pompeius Niger voor de geboorte van<br />
zijn dochter 590 . De vergelijking met andere geboorteverklaringen toont echter aan dat<br />
essentiële elementen in de formulering ontbreken opdat tekst IV zou kunnen geïnterpreteerd<br />
worden als een professio van Niger voor zijn dochter Lucia Pompeia Nigra 591 .<br />
3.3.2.3 Tekst IV: aangifte voor de Romeinse census van Romeinse burgers in<br />
47/8<br />
Zoals reeds gezegd in de uitgave van tekst IV kwam er m.i. twee jaar geleden dankzij<br />
Rathbone een doorbraak in het onderzoek naar de aard en bedoeling van tekst IV 592 . Het<br />
document bestaat uit twee gecertificeerde kopies van een professio en is een Romeinse<br />
censusaangifte voor de door keizer Claudius in het hele rijk georganiseerde census van<br />
47/8. De argumentatie gaat als volgt.<br />
De papyrus beantwoordt geheel aan de voorschriften van de forma censualis (de<br />
censusaangifte voor Romeinse burgers) 593 , die Ulpianus in het derde boek de censibus<br />
weergeeft (Dig. L 15,4): "Forma censuali cavetur, ut agri sic in censum referantur. nomen<br />
fundi cuiusque: et in qua civitate et in quo pago sit: et quos duos vicinos proximos habeat ...<br />
omnia ipse qui defert aestimet." Niger geeft inderdaad zijn huisbezittingen met vermelding<br />
van hun ligging, hij geeft de twee aangrenzende eigendommen op (en voegt zich hier dus<br />
heel duidelijk naar de Romeinse regels en niet naar de Egyptische, die voorschrijven dat de<br />
van het unieke karakter van deze aangifte. Cf. J.E.G. WHITEHORNE (1990), pp. 555-556. Hij presenteert het<br />
document als: "a unique return of both inhabitants and property" (p. 555). F. MITTHOF (2000), p. 404 n. 100<br />
("eine vermutlich für den Bürgerzensus erstellte lateinische Deklaration in doppelter Ausführung über<br />
Personenstand und Eigentum eines Haushaltes aus den Jahren 45-54.") neemt niet echt een duidelijke stelling in.<br />
Voor nog meer literatuurverwijzingen: D. RATHBONE (2001), p. 107.<br />
589<br />
D. RATHBONE (2001), p. 107.<br />
590<br />
F. BURKHALTER (1993), pp. 145-153, vooral pp. 147-149.<br />
591<br />
D. RATHBONE (2001), pp. 110-111.<br />
592<br />
D. RATHBONE (2001), pp. 99-113.<br />
593<br />
Dat had U. WILCKEN (1936), pp. 76-77 reeds opgemerkt. Maar enkel D. RATHBONE (2001), passim legde de<br />
link met de wereldwijde census van 47/8 (cf. infra).<br />
171