HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
enkel de tria nomina, in VI.2-3 wordt het cognomen niet meer vermeld, maar vermeldt Niger<br />
wel dat hij een op rust gestelde soldaat is. Blijkbaar gebruikt Niger in de loop van de jaren<br />
zijn cognomen minder en minder. Een andere vaststelling is dat Niger in zijn correspondentie<br />
met de autoriteiten (en dus niet in een contract met een privé-persoon zoals in tekst V)<br />
steeds vermeldt dat hij een op rust gestelde soldaat is, vermoedelijk omdat hij hen wil<br />
herinneren aan bepaalde privileges waarop een legioensoldaat in theorie aanspraak kan<br />
maken (cf. 2.5.1.3.3). In privé-correspondentie ten slotte wordt Pompeius door familieleden<br />
of verwanten steeds aangesproken met zijn nomen (tekst VIII-XII). In de bijlage vind je een<br />
lijst met alle manieren waarop de naam Pompeius Niger voorkomt in het archief.<br />
2.5.2.3.1 Een uitzonderlijke veteraan?<br />
Om verschillende redenen wordt Niger in moderne studies een uitzonderlijke veteraan<br />
genoemd.<br />
a) Rekrutering van een Egyptenaar voor de legioenen<br />
Algemeen wordt aangenomen dat door de Gnomon van de Idios Logos (BGU V 1210) § 55<br />
aan aigyptioi de toegang tot het legioen ontzegd was. Pompeius Niger was echter een<br />
Egyptenaar (en maakte dus deel uit van de aigyptioi, cf. deel 2.5.1.1) die dienst deed in de<br />
legioenen. We behandelen de problemen omtrent origo en rekrutering van legioensoldaten in<br />
de tijd van Pompeius Niger meer uitgebreid in deel 3.5.2. De conclusie daar zal zijn is dat er<br />
wél een legale basis was voor inschrijving van personen van Egyptische afkomst in de<br />
legioenen én dat er enkele parallelle situaties te vinden zijn in de opschriften, maar dat het<br />
geenszins mogelijk is te zeggen of de situatie van Pompeius regelmatig voorkwam in de<br />
vroege keizertijd.<br />
b) Burgerrechtsverlening aan een legioensoldaat en zijn kinderen ná de legerdienst<br />
Pompeius Niger was geen Romeins burger tijdens zijn legerdienst bij de legioenen, die,<br />
zoals men in bijna ieder historisch werk kan lezen, nochtans uitsluitend voorbehouden waren<br />
voor burgers 490 . Dankzij tekst IV.A.3-5/B.3-6 491 weten we immers dat Niger in maart-juni 45 n.<br />
490 In een standaardwerk over Romeins Egypte: N. LEWIS (1983), pp. 27-28. Cf. ook H. DE KUYFFER (1989), p.<br />
348; A. DE PRAETERE (2001), p. 1. J.E.G. WHITEHORNE (1988), p. 447 stelt het wat minder scherp (wat zeer<br />
begrijpelijk is, aangezien zijn artikel precies over Pompeius Niger gaat). Volgens hem kregen legioensoldaten uit<br />
de klasse der peregrini normaal gezien het burgerrecht bij inschrijving in het legioen, want in het legioen dienden<br />
enkel Romeinse burgers. R. ALSTON (1995), p. 20, p. 216 n. 23 (iv) is ook iets genuanceerder, maar niet<br />
voldoende. Hij stelt dat in theorie alle legioensoldaten burgers waren vóór hun inschrijving in de legioenen. Aan<br />
Egyptenaren was het niet toegestaan om dienst te doen in de legioenen. De realiteit was echter anders. Er zijn<br />
145