HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tekst B. Verso<br />
Census van Pompeius.<br />
Commentaar:<br />
r. A.1/B.2: Pompeia Nigra is een dochter van Pompeius Niger 173 . Het is interessant dat ook<br />
zij de tribusnaam Pollia krijgt, omdat het mogelijk duidt op het insluiten van volwassen<br />
vrouwen in het totaal van de Romeinse burgers op de censuslijsten vanaf de tijd van<br />
Augustus 174 . Bovendien is de aanduiding van de tribus het formele bewijs van Romeins<br />
burgerschap 175 . Deze dochter van Pompeius Niger is dus een Romeins burgeres. Voor een<br />
uitgebreide uiteenzetting over de kinderen van Pompeius Niger, cf. deel 2.5.2.4.1 en 2.5.2.5.<br />
Cf. ook de stamboom in bijlage.<br />
r. A.3-5/B.3-6: Prof. Vandorpe maakte me er attent op dat het woord esse op deze regel,<br />
waarvan de lezing zeker is (cf. de foto in PSI XI Tav. 5), heel belangrijk is: zonder het<br />
werkwoord zou men immers kunnen denken dat donatos enkel op filios betrekking heeft en<br />
dan zouden we niet met zekerheid kunnen zeggen dat Pompeius Niger het burgerrecht pas<br />
na zijn afzwaai uit het leger zou hebben ontvangen. Maar de lezing esse is zeker en donatos<br />
heeft dus betrekking zowel op se als filios, de beide onderwerpen van de infinitiefzin ingeleid<br />
door professus. Pompeius Niger en zijn kinderen hebben dus het Romeins burgerrecht<br />
verkregen in maart-juni 45. Met de toevoeging van deze tekst aan het archief kan de<br />
hypothese van Mirkovic opgeborgen worden, die op basis van onomastische criteria dacht<br />
dat Pompeius zijn burgerrecht bij de inschrijving in het legioen verkregen had van de officier<br />
die voor de inschrijving bevoegd was 176 .<br />
r. A.3-5/B.3-6: De verlening door de keizer van het burgerrecht moet volgens Rathbone één<br />
van de dovma (sic) zijn die in VII.30 vermeld worden 177 (cf. ook de comm. bij VII.30).<br />
172<br />
In de vertaling van deze Latijnse papyrus hebben we de Latijnse schrijfwijze behouden van deze naam. Elders<br />
wordt steeds de Griekse schrijfwijze met omikron gebruikt.<br />
173 D. RATHBONE (2001), p. 105. Hoewel F. BURKHALTER (1993), pp. 147-149 en D. RATHBONE (2001), pp.<br />
99-113 een verschillende opvatting hebben over de precieze betekenis en bedoeling van tekst IV (cf. 3.1.3), zijn<br />
ze het er wel over eens dat het vrouwelijke personage op r. A.1/B.2. de dochter is van Pompeius Niger. De<br />
hypothese van J.E.G. WHITEHORNE (1988), p. 448, die dacht dat het om de vrouw van Niger ging, kan nu<br />
afgewezen worden op basis van de nieuwe lezing op r. A.1/B.2, cf. F. BURKHALTER (1993), p. 148 en D.<br />
RATHBONE (2001), p. 101. Op IV.B.2 lezen we immers [L(ucia)] Pompeia, dochter van Lucius, … . Zij is dus een<br />
dochter van de declarant en niet de echtgenote.<br />
174<br />
D. RATHBONE (2001), p. 112.<br />
175<br />
G.M. PARASSOGLOU (1970), p. 92.<br />
176<br />
M. MIRKOVIC (1986), p. 751.<br />
177<br />
D. RATHBONE (2001), p. 106.<br />
68