HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

More documents

Recommendations

Info

de papyri wordt door moderne onderzoekers in verband gebracht met tekst XIII-XV (zonder dat de vorsers evenwel een link leggen tussen het archief en de drie papyri). Men acht het niet onmogelijk - precies omdat de uitdrukking een hapax is - dat Niger dit expliciet zegt omdat hij vreest dat zijn privileges die hij van de keizer gekregen heeft, niet door de gouwstrategen zullen gerespecteerd worden 772 . M.i. versterken de getuigenissen uit deze twee teksten elkaar en tonen ze aan dat het niet gemakkelijk was voor veteranen om privileges te vrijwaren op het einde van de regering van Nero (voor het bewijsmateriaal voor andere periodes, cf. deel 2.5.1.3.3). Tekst XIII is nagenoeg zeker door een ex-legioensoldaat opgesteld, want het verslag wordt vanuit het standpunt van de legioenveteranen opgesteld terwijl de klacht van verschillende groepen van veteranen kwam. Pompeius Niger zal heus niet de enige legioensoldaat geweest zijn wiens privileges in de jaren 62-63 door de gouwstrategen niet gerespecteerd werden en hij is dus niet de enige kandidaat om een kopie van tekst XIII in zijn bezit te hebben. Eigenlijk zijn alle legioensoldaten (en ze kwamen uit verschillende gouwen) wier privileges in 62-63 niet gerespecteerd werden, mogelijke opdrachtgevers voor de opstelling van tekst XIII, XIV en XV. Maar we zijn nog niet aan het einde van onze argumentatie. 1.3.3.3 Museumarcheologie Eens te meer zal de museumarcheologie de doorslag moeten geven. Op dit vlak staan we dan ook bijzonder sterk. Tekst XIII (P. Yale inv. 1528) werd op hetzelfde ogenblik aangekocht als tekst VII (P. Yale inv. 1545). Beide papyri werden door Rostovtzeff aangekocht van Maurice Nahman in 1933 in Caïro (cf. de aankoopgegevens in de uitgave). Tekst XIV (P. Fouad 21) komt uit dezelfde collectie als teksten III, V, VI en XII. De papyrus werd dus ook in de jaren 1930 of in de jaren die kort daarop volgen (tot ten laatste 1939) aangekocht. Bovendien is het zeer opvallend en veelzeggend dat het inventarisnummer van tekst VI 180 is, van tekst V 182 en van tekst XIV 183. Tekst XV (P. Oslo inv. 1451) werd op hetzelfde moment en dezelfde plaats aangekocht als tekst II (P. Oslo inv. 1437), nl. in Caïro in 1934. Bovendien komen naast tekst II ook tekst VIII (Inv. 1475), IX (Inv. 1460) en X (Inv. 1444) uit dezelfde collectie. 771 A. VON DOMASZEWSKI (1967²) apud H. DE KUYFFER (1989), p. 343. Ook P. Mich. III 159 r. 1, door J. SCHERER (1939), in P. Fouad 21, p. 47 comm. bij r. 10 aangehaald als het bewijs dat missicius hetzelfde is als veteranus, kan deze hypothese niet met zekerheid ontkrachten. 772 Cf. comm. bij tekst VII r. 28-30 en H. DE KUYFFER (1989), pp. 349-350. G.M. PARASSOGLOU (1970), p. 96 comm. bij r. 30 is voorzichtiger: "The fact that the phrase is unparalleled makes the connection with the resentment of the veterans in Nero's reign very tempting, but we must not insist. It is a phrase which a veteran might have used at any time…". 212
Graag wil ik er hier ook nog op wijzen dat de verbanden tussen P. Mert., P. Fouad, P. Oslo, P. Yale en PSI aantonen dat het zorgvuldig bijeenpuzzelen van reeds gepubliceerde teksten uit deze uitgaves en het tijdrovende bezoek aan musea en bibliotheken over heel de wereld (Dublin, Caïro, Oslo, New Haven en Firenze) op zoek naar ongepubliceerde papyri uit deze collecties niet alleen nog papyri aan het archief van Pompeius Niger zouden kunnen toevoegen, maar ook voor andere archieven (nieuwe en bestaande) en voor de archiefstudie in het algemeen zeer waardevol zouden zijn. 2. Tips voor verder onderzoek 213
Page 1 and 2:
FACULTEIT LETTEREN DEPARTEMENT KLAS
Page 3 and 4:
Inhoudstafel DANKWOORD ............
Page 5 and 6:
3.1 DE PROVINCIALE CENSUS IN ROMEIN
Page 7 and 8:
1. Inleiding 1.1 Situering van het
Page 9 and 10:
Tot op de dag van vandaag bestaat h
Page 11 and 12:
latere tijd in voorkwam. Deze papyr
Page 13 and 14:
1.5 Bibliografie 1.5.1 Papyrologisc
Page 15 and 16:
H. DE KUYFFER, Het Romeinse leger i
Page 17 and 18:
W. SCHEIDEL, Death on the Nile: dis
Page 19 and 20:
P. BURETH, Le préfet d’Égypte (
Page 21 and 22:
J. HENGSTL, Bemerkungen zu Papyri,
Page 23 and 24:
A. SEGRÉ, Il diritto dei militari
Page 25 and 26:
J.E.G. WHITEHORNE, Soldiers and Vet
Page 27 and 28:
2.1.3 Waar werd het archief ontdekt
Page 29 and 30:
De hoofdstad van de Fajoem-oase wor
Page 31 and 32:
archieven en maken dan een stamboom
Page 33 and 34:
2.2.4.2 Het archief Het archief van
Page 35 and 36:
Tekst IV PSI Caïro of Firenze Febr
Page 37 and 38:
Niger. Zij behoren immers tot dezel
Page 39 and 40:
2.3 Uitgave van de teksten die tot
Page 41 and 42:
werd afgesloten op basis van een su
Page 43 and 44:
Kolom 2: […] van Mesore van het 1
Page 45 and 46:
Marius, … , mindestens 200 Drachm
Page 47 and 48:
Tekst: !Eátoíu" eJptakaidekavtáo
Page 49 and 50:
die door dezelfde uitgever enkele p
Page 51 and 52:
. 6: De meest recente en uitvoerige
Page 53 and 54:
Aankoop 125 : 1930 door koning Foua
Page 55 and 56:
Kritisch apparaat: Recto: r. 4: Luk
Page 57 and 58:
Het is interessant om het standaard
Page 59 and 60:
door het deel dat men in gebruik kr
Page 61 and 62:
de Romeinse periode de dhmovsia mee
Page 63 and 64:
Technische gegevens: Algemeen: Teks
Page 65 and 66:
kopies van een aangifte door Lucius
Page 67 and 68:
. A. 16-18: mogelijk: ac[t(um)] of
Page 69 and 70:
. A.4&7/B.11: Voor het systeem van
Page 71 and 72:
Bewaarplaats: Caïro, Fouad-collect
Page 73 and 74:
je voor hem een loon geven van vier
Page 75 and 76:
Romeinse periode nog gebruikte. Hie
Page 77 and 78:
hier specifiek voor onze papyrus ov
Page 79 and 80:
j 25 ].ssqai ejn ajsfaïlei' ].igno
Page 81 and 82:
steeds onder de vorm (ejp j) ajmfov
Page 83 and 84:
onderzoeken. Het is best mogelijk d
Page 85 and 86:
nomevnou mou patroº" Suvrou 10 tou
Page 87 and 88:
. 3: stratiwvtou: w corr. from o (?
Page 89 and 90:
. 1: Dat bibliophylakes pas vanaf 6
Page 91 and 92:
laatstgenoemde biblioqhvkh op dit m
Page 93 and 94:
elatief onbekende sociale klasse. D
Page 95 and 96:
niva" ákíaiº Pompáh'iní kaiº
Page 97 and 98:
. 10: De uitgevers denken dat Pompe
Page 99 and 100:
15 í.. íeij" toº... Kritisch app
Page 101 and 102:
. 10: eij deº mhv, ejgwº uJpavgw:
Page 103 and 104:
Tekst: JEreïánnivaí Pïomphivw/
Page 105 and 106:
maar daarmee is het probleem niet o
Page 107 and 108:
Aankoop: 1934 306 . Bewaarplaats 30
Page 109 and 110:
(e[tou") d Nevrwno" Klaudivou Kaivs
Page 111 and 112:
ijgestaan door een onervaren scriba
Page 113 and 114:
Uit de context is eveneens duidelij
Page 115 and 116:
. 24-27: Herennia doet hier de groe
Page 117 and 118:
Tekst: Recto: qauba'" Pomphi?wi tw'
Page 119 and 120:
Commentaar: Recto: r. 1: Thaubas, P
Page 121 and 122:
Oxyrhyncha had in de derde eeuw v.
Page 123 and 124:
omstandigheden van de aankopen aang
Page 125 and 126:
2.4.3.2 Datering Hier kunnen we kor
Page 127 and 128:
2.5 De archiefeigenaar en zijn fami
Page 129 and 130:
Augustus legde de diensttijd voor l
Page 131 and 132:
estaande uit niet-burgers van het k
Page 133 and 134:
het rechtstreekse beroep op de keiz
Page 135 and 136:
tijdens de legerdienst van de solda
Page 137 and 138:
kunnen steeds uitzonderlijke gronde
Page 139 and 140:
hebben om de privileges van de vete
Page 141 and 142:
VII.9-10). De afstamming die hij ze
Page 143 and 144:
vervallen toestand (cf. II.7). Huis
Page 145 and 146:
enkel de tria nomina, in VI.2-3 wor
Page 147 and 148:
M.i. moeten we vooral aandacht sche
Page 149 and 150:
in de papyrus verwezen wordt, tweem
Page 151 and 152:
2.5.2.3.3 Nigers bezittingen in Oxy
Page 153 and 154:
Wat we echter nog weten is dat aan
Page 155 and 156:
collega’s, doet me nog meer twijf
Page 157 and 158:
voor de levering van waren aan Pomp
Page 159 and 160:
urgerrecht (cf. deel 2.5.2.4.1). Oo
Page 161 and 162: 3. Beschouwingen bij het archief 3.
Page 163 and 164: 3.1.4 Moesten Romeinen censusaangif
Page 165 and 166: 3.1.6 Wie was de auteur van tekst V
Page 167 and 168: Merken we ten slotte nog op dat Pom
Page 169 and 170: ajpografaiv opgesteld werden door d
Page 171 and 172: met de formulering van tekst IV ver
Page 173 and 174: 3.4 Tekst V vergeleken met andere l
Page 175 and 176: 3.5 Pompeius Niger en de geschieden
Page 177 and 178: De enige zekere financiële activit
Page 179 and 180: 3.5.2.2 Belangrijke methodologische
Page 181 and 182: ekrutering voor de Egyptische legio
Page 183 and 184: 3.5.2.5 Besluit Het is in theorie n
Page 185 and 186: 3.5.4 Was Pompeius Niger een expone
Page 187 and 188: 4. Wat bracht deze verhandeling bij
Page 189 and 190: 4.3 Pompeius Niger en de geschieden
Page 191 and 192: Appendix: Nieuwe papyri voor het ar
Page 193 and 194: 1.2 Uitgave van tekst XIII-XV Tekst
Page 195 and 196: Tekst: Kolom 1: eerste kolom door h
Page 197 and 198: een andere voor de cohortales en no
Page 199 and 200: meervoud in r. 11-12 (ei[posan). Bo
Page 201 and 202: Westermann denkt ook aan actio en n
Page 203 and 204: Kritisch apparaat: . . á. .í. . u
Page 205 and 206: façon incisive de trancher les que
Page 207 and 208: áuJpovqesi": oiJ meíºn gaºr uJm
Page 209 and 210: 1.3.1 Inleiding Ik geef toe dat er
Page 211: Hoewel geen enkele van de moderne v
Page 215 and 216: 3. Een nieuwe papyrus voor het arch
Page 217 and 218: SB XII 11064 is een privé-brief va
Page 219 and 220: A. Prosopografie van het archief va
Page 221 and 222: Apollonius III, zoon van Hatrion I
Page 223 and 224: Epimachos, zoon van Lykios (of Louk
Page 225 and 226: Lucia Pompeia Nigra, dochter van Lu
Page 227 and 228: Sarapiôn II, zoon van Dorkôn VI.8
Page 229 and 230: B. Index van plaatsnamen Dit is een
Page 231 and 232: VIII.20 Midden eerste eeuw Pomphivw
Page 233: E. Stamboom van de familie van Luci
show all

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?