HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.3 Tekst IV: een Romeinse censusaangifte voor een<br />
census van Romeinen<br />
3.3.1 De census van Romeinse burgers tijdens de republikeinse<br />
periode en het principaat<br />
In de republikeinse periode was er een vijfjaarlijkse census, maar in de eerste eeuw v. C.<br />
werd die steeds onregelmatiger gehouden. Augustus hield er tijdens zijn regeerperiode nog<br />
drie en de laatste twee werden gehouden door keizer Claudius 585 en keizer Vespasianus. De<br />
census die tijdens deze twee keizers georganiseerd werd, was echter deels een<br />
propagandistische en antiquarische opvoering, want in het eerste decennium n. C. werd een<br />
systeem van continue registratie voor aangiftes van geboortes en overlijdens ingevoerd.<br />
Deze continue registratie gebeurde volgens vaste procedures en de aangiftes volgens vaste<br />
formules 586 . De vraag blijft open hoe de censusniveaus van Romeinse burgers die buiten<br />
municipia of koloniën resideerden (deze hadden lokale magistraten voor de census van de<br />
Romeinse burgers in hun stad) in Egypte en in andere provincies werden bepaald en<br />
bijgehouden na de regering van Augustus 587 .<br />
3.3.2 Tekst IV<br />
3.3.2.1 Een aangifte voor de provinciale census?<br />
Hoewel tekst IV in het verleden 588 direct of minder direct verbonden werd met de provinciale<br />
census, mag voor de lezer die de informatie in deel 3.1.1.1 over een kat joijkivan ajpografhv<br />
soorten eigendomsaangiftes. Een hele korte samenvatting erover vind je in G.M. PARASSOGLOU (1970), p. 93<br />
comm. bij r. 8.<br />
585<br />
Cf. hierover ook A. DE PRAETERE (2001), p. 51.<br />
586<br />
Details hierover bij D. RATHBONE (2001), p. 110.<br />
587<br />
D. RATHBONE (2001), p. 113.<br />
588<br />
Aangezien de papyrus opgesteld is tussen 45 en 54, meende Wilcken dat deze mogelijk uit het jaar 47/8<br />
stamt, het jaar waarin een provinciale census voor Egypte werd gehouden. De census van Romeinse burgers en<br />
andere inwoners van Romeins Egypte werd volgens hem bijgevolg waarschijnlijk gelijktijdig gehouden. Cf. U.<br />
WILCKEN (1936), pp. 76-77. In hun monografie over de census in Romeins Egypte uit 1952 namen M. Hombert<br />
en C. Préaux deze visie van Wilcken over. Ze concludeerden : "Il faut donc croire que les Romains étaient<br />
recensés, mais qu' ils l' étaient dans les formes proprement romaines. On peut même se demander si le cycle<br />
appliqué à ce recensement des Romains était, comme pour les autres habitants de l'Egypte, quatrodécennal."<br />
De visie werd ook overgenomen in C.Pap.Lat. 170. Müller dacht dan weer dat tekst IV het bewijs leverde dat<br />
Romeinse burgers in de eerste helft van de eerste eeuw in het Latijn hun censusaangifte in het Latijn moesten<br />
opstellen en dat daarna, door de grote groei van Greco-Egyptische veteranen met Romeins burgerrecht, de<br />
overheid snel overschakelde op aangiftes in het Grieks, wat de uniciteit zou verklaren van tekst IV. Cf. W.<br />
MÜLLER apud D. RATHBONE (2001), p. 107. Whitehorne betwijfelde in 1990 of tekst IV een kat joijkivan<br />
ajpografh was en of we de papyrus wel moesten verbinden met de provinciale census van 47/8, vooral omwille<br />
170