HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

Marios, zoon van Theôn I.1 betaalt een lening terug aan Pompeius Niger van minstens 264 drachmen
(eerste helft 31 n. C.)
Mênodôros, zoon van Apollônios,
van de deme Althaea
V.1, V.12, V.13 2725 neemt in een contract met Lucius Pompeius Niger de taak op om diens
zoon Fouskos het beroep van ‘zittende wever’ aan te leren (13/4/48)
Nemesous XI.33 figureert in onduidelijke context in het adres van tekst XI (18/1/57)
Ônomastos XI.17-18, XI.32 brengt een brief van Pompeius aan Herennia
figureert in onduidelijke context in het adres van tekst XI (18/1/57)
Pompei(o)s junior VIII.14, X.11,
XI.26-27
kind van Pompeius Niger
woont bij Herennia
groet in tekst X zijn vader Pompeius Niger en zijn moeder
Pration X.7-8 aan Pompeius wordt door Herennnia een kledingstuk voor hem gevraagd
Ptolemaios, de basilikos
grammateus
VII.24 3975 (28/4/62)
Ptolemaios, de laographos VII.26, VII.41 3976 (28/4/62)
ondertekent VII B
Sarapiôn I, zoon van Suros I II.3; IV.A.7;
IV.B.9
4282 broer van Pompeius Niger (cf. stamboom)
ontvangt deel van lasten en baten van erfenis van zijn vader Suros I (tekst
II, 31 n. C.)
bezit deel van een huis tesamen met zijn broers Apiôn II, Syros II en
Pompeius Niger (tekst IV, ca. 47/8 n. C.)
in II.2 wordt hij Sarapiôn genoemd, in IV.A.7 Serapion en in IV.B.9
Sarapion
226