24.08.2013 Views

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

een andere voor de cohortales en nog een andere voor de roeiers in de vloot. Keer allemaal<br />

terug naar jullie woonplaatsen en ga terug aan het werk!"<br />

Commentaar:<br />

Zoals we reeds in de inleiding aanstipten, is dit het verslag van de behandeling van een<br />

klacht die ingediend werd door veteranen 701 . De moderne commentatoren zijn het er over<br />

eens dat dit niet een kopie is van de officiële akten over de lopende rechtszaken die bewaard<br />

werden in het bureau van de prefect. De tekst werd inderdaad duidelijk opgesteld vanuit het<br />

perspectief van de benadeelden en niet van de rechterlijke macht 702 . Het verslag werd<br />

geschreven door één van de benadeelden 703 , al dan niet met de hulp van officiële<br />

verslagen 704 (de zogenaamde uJpomnhmatismoiv 705 ) of met de assistentie van een ambtenaar<br />

uit het bureau van de prefect 706 . Precies omdat het document door de benadeelden werd<br />

opgesteld, die vanzelfsprekend hun eigen klacht goed kenden, wordt niet verder ingegaan op<br />

de reden van de klacht, en dat is bijzonder jammer voor ons 707 . Een visie op de zaak die<br />

door alle moderne commentatoren gevolgd wordt, werd reeds in 1939 geformuleerd door<br />

Segré: de veteranen richtten zich tot de prefect omdat de gouwstrategen hun privileges niet<br />

respecteerden en dat noopte de prefect tot het schrijven van een brief aan de gouwstrategen<br />

i{na mhdeiº" kovpou" paravsch 708 .<br />

701<br />

Waarom oiJ legewnavreioi veteranen van de legioenen zijn en geen legioensoldaten, verduidelijk ik in deel<br />

1.3.<br />

702<br />

C.B. WELLES (1938), p. 43; U. WILCKEN (1939), p. 237; L. WENGER (1942), pp. 374-375; S. DARIS (1962),<br />

p. 124.<br />

703<br />

Het bewijs hiervoor leveren de orthografische en stilistische fouten. Cf. L. WENGER (1939), p. 383; A.<br />

SEGRÉ (1940), p. 153; L. WENGER (1942), pp. 374-375.<br />

704<br />

De argumentatie is dan dat de uitspraken van de prefect op r. 4-8 en r. 17-22 nagenoeg woordelijk gelijk<br />

moeten geweest zijn aan hetgeen de prefect zei. Cf. C.B. WELLES (1938), p. 43; L. WENGER (1939), p. 384,<br />

387; L. WENGER (1942), pp. 374-375. W.L. WESTERMANN (1941), p. 29 denkt niet dat de opsteller de<br />

beschikking had over een officieel document, maar enkel op basis van zijn geheugen een verslag neerschreef. A.<br />

SEGRÉ (1940), p. 153 ziet de beschikbaarheid van een officieel document als mogelijkheid. L. WENGER (1942),<br />

pp. 368-369 blijft er in een reactie op Westermann bij dat de auteur van tekst XIII een officieel stuk voor zich<br />

liggen had toen hij de tekst opstelde.<br />

705<br />

Dergelijke uJpomnhmatismoiv werden door magistraten en ambtenaren van iedere rang werden bijgehouden<br />

in Egypte en zijn vooral bekend van de uittreksels met als hoofding ajntigrafon uJpomnhmatismou' of ejx<br />

uJpomhnmatismw'n tou' dei'no". Meer uitleg over deze documenten in C.B. WELLES (1938), p. 43.<br />

706<br />

U. WILCKEN (1939), pp. 238-239 (gevolgd door W.L. WESTERMANN (1941), p. 25) en L. WENGER (1939),<br />

p. 384 zagen onafhankelijk van elkaar in dat verbetering van C.B. WELLES (1938), p. 42 van uJmei'n tot hJmei'n in<br />

r. 4 (cf. ook het kritisch apparaat) onnodig is (temeer omdat de scriba in de rest van het document de twee<br />

termen wel correct onderscheidt) en dat dit - naast andere aanwijzingen - erop wijst dat de militair zich door een<br />

deskundige liet bijstaan. De legioenveteranen zouden inderdaad, indien ze zich niet lieten bijstaan, nooit de derde<br />

persoon meervoud gebruiken in het verslag, maar wel consequent de eerste persoon aanhouden. Het<br />

afwisselend gebruik van eerste en derde persoon is te verklaren door de interactie tussen de assisterende scriba<br />

en de legioenveteraan. Cf. U. WILCKEN (1939), pp. 238-239.<br />

707<br />

C.B. WELLES (1938), p. 43, gevolgd door U. WILCKEN (1939), p. 237. Deze reden zal waarschijnlijk in de<br />

originele tekst van de uitspraak van de prefect wél gestaan hebben. Cf. L. WENGER (1939), pp. 384-385.<br />

708<br />

A. SEGRÉ (1940), pp. 153-154.<br />

197

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!