HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
asilikos grammateus was de administratieve assistent van de strateeg, die zelf aan het<br />
hoofd van de gouw stond 242 .<br />
r. 30: Tw'n toº dovma ejschkovtw(n) is een hapax in de papyri 243 . Precies omwille daarvan ben<br />
ik geneigd om aan te nemen dat Pompeius Niger, geërgerd door het feit dat gouwstrategen<br />
zich niet aan de door de keizer verleende privileges houden, expliciet stelt dat hij tot<br />
diegenen behoort die de privileges gekregen hebben. Welke die privileges nu precies zijn, is<br />
onzeker 244 . De historische context (met name tekst XIII-XV) leert ons in ieder geval dat de<br />
veteranen in de tijd van Nero moeilijkheden kenden om hun privileges van de gouwstrategen<br />
af te dwingen. Deze passage zal opnieuw ter sprake komen in deel 1.3.3.2 van de appendix.<br />
r. 34/59: De term crhsthvria dient om al hetgeen weer te geven dat logischerwijs hoort bij<br />
de elementen van een opsomming maar dat nog niet in de opsomming zelf aan bod kwam.<br />
I.c. zijn dat allerlei soorten kleine gebouwen, secundaire ruimten en vaste of verplaatsbare<br />
installaties waarvan aantal en doel niet vast omlijnd zijn 245 .<br />
r. 40: Pompeius Niger geeft aan dat hij slechts ‘van tijd tot tijd resideert’ in Oxyrhynchus en<br />
bijgevolg bevindt zijn permanente woonplaats zich elders 246 . Ik denk dat hij op dit moment in<br />
de Arsinoïtesgouw woonde (voor de argumentatie cf. deel 2.5.2.3.2).<br />
r. 41-44: De Ptolemaios die hier tekende is waarschijnlijk de laographos en niet de basilikos<br />
grammateus 247 .<br />
r. 45: Dit is geen verificatie of certificatie, maar slechts de datum van ontvangst op het<br />
bureau.<br />
r. 46-47: Aangezien de aangifte geadresseerd is aan de bibliophylakes en niet aan de hJ tw'n<br />
ejgkthvsewn biblioqhvkh denken sommige onderzoekers dat onze tekst het bewijs levert dat<br />
242 W.E.H. COCKLE (1984), p. 110; H. PROOST (1999), p. 78.<br />
243 G.M. PARASSOGLOU (1970), De DDBDP geeft nog steeds geen voorkomen aan van deze expressie in de<br />
papyri.<br />
244 Cf. G.M. PARASSOGLOU (1970), pp. 96-97 opm. bij r. 30, die de volledige discussie en de alternatieven<br />
weergeeft. Volgens hem betreft het de gunsten (ius conubii, civitas, immunitas) die Niger verkreeg bij zijn<br />
pensionering door het leger. J.F. GILLIAM (1971), p. 39 n. 2 en D. RATHBONE (2001), p. 106 (cf. supra, uitgave<br />
tekst IV, comm. bij r. A.3-5/B.3-6) volgen deze laatste visie. De vraag of Pompeius Niger ooit het ius conubii kreeg<br />
- dat legioensoldaten in principe nooit kregen - wordt uitgebreid behandeld in deel 2.5.1.3.2 en deel 2.5.2.4.2<br />
245 G. HUSSON (1983), p. 292.<br />
246 E.G. TURNER (1975), p. 13 denkt hetzelfde, D. RATHBONE (2001), p. 109 niet. Hij denkt dat Pompeius Niger<br />
misschien wél in het huis woonde.<br />
247 G.M. PARASSOGLOU (1970), p. 97 opm. bij r. 41-44 concludeert dit uit P. Mich. III 177. Deze papyrus is<br />
gericht aan vier verschillende ambtenaren (strateeg, basilikos grammateus, komogrammateus en twee<br />
laographoi) en het zijn de beide laographoi die de aangifte certificeren.<br />
90