24.08.2013 Views

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

het Grieks-Egyptisch milieu van de gouwmetropolen 645 . Het is niet helemaal duidelijk wie De<br />

Kuyffer precies met deze laatste groep bedoelt, maar een lid van de metropolitai (en ik ben<br />

er van overtuigd dat De Kuyffer die groep burgers binnen de metropolis bedoelt) was<br />

Pompeius Niger zeker niet (cf. deel 2.5.2.1). Zijn argumentatie voor een verbod van de<br />

opname van Egyptenaren (ook Lewis gaat met dit verbod akkoord 646 ) in de legioenen wordt<br />

door dit alles ondermijnd.<br />

3.5.2.4 Tweede stroming: Rekrutering uit andere provincies<br />

Alston 647 en Mitthof, twee auteurs die zich recent met de problematiek van rekrutering<br />

hebben beziggehouden, denken dat lokale rekrutering in Romeins Egypte voor de legioenen<br />

in de tijd van Pompeius Niger nog niet voorkwam en dat de rekruten uit andere provincies uit<br />

het Griekse Oosten kwamen. Mitthof is wel iets voorzichtiger (en onduidelijker 648 ) dan Alston.<br />

Ook volgens Watson, Forni, Lewis en Bowman werd pas in de tweede eeuw lokale<br />

rekrutering de regel 649 .<br />

Of men de theorie van de rekrutering uit andere provincies tijdens de vroege keizertijd nu<br />

aanneemt of niet, de situatie van Pompeius Niger staat lijnrecht tegenover deze<br />

onderzoeksrichting en levert voor deze vorsers dan ook vaak problemen op. Niger kwam uit<br />

de Egyptische chora en niet uit een provincie in het Griekse Oosten.<br />

645 H. DE KUYFFER (1989), pp. 288-289.<br />

646 N. LEWIS (1983), pp. 27-28. Hij denkt dat enkel burgers van de Griekse poleis (en dus niet de metropolitai uit<br />

de gouwhoofdsteden of personen van Egyptische afkomst) in het legioen konden opgenomen worden.<br />

647 R. ALSTON (1995), pp. 39-43.<br />

648 Enerzijds zegt F. MITTHOF (2000), p. 379 dat de legioenen tot ver in de tweede eeuw gevormd werden uit<br />

rekruten van andere provinices, met name Syrië, Fenicië, Klein-Azië, Cyrenaica en Afrika en ook dat (p. 380) "Der<br />

peregrinen Landbevölkerung hingegen blieb, wie es scheint, der Eintritt in eine Legion versagt" (met hingegen<br />

bedoelt hij Romeinen en burgers van de Griekse poleis [in het bijzonder de Alexandrijnen]). Anderzijds kwam<br />

volgens hem lokale rekrutering reeds vroeg voor en hij verwijst daarbij expliciet naar de legioensoldaat Pompeius<br />

Niger (waarbij hij Niger een 'Metropolit' noemt). Deze contradictie wordt opgelost (p. 380) door te stellen dat de<br />

gouwhoofdsteden, hoewel hun inwoners in juridische zin aigyptioi (en dus "peregrinen Landbevölkerung") waren,<br />

op grond van hun functie als administratief en cultureel-religieus centrum en hun stedelijk karakter doorgaans als<br />

stedelijke nederzettingen golden en er bovendien een gehelleniseerde bovenlaag in deze steden was die door<br />

haar juridische privileges, bezitsstatus en culturele identiteit van de andere inwoners van de gouw afgegrensd<br />

was en dat ze daardoor rekruten mochten leveren voor de legioenen. Mitthof benadert hiermee sterk de visie van<br />

De Kuyffer (cf. supra). Mijn probleem met deze visie is nu precies dat Pompeius Niger van Egyptische afkomst<br />

was en zeker niet tot de gehelleniseerde bovenlaag, de metropolitai, behoorde (cf. deel 2.5.2.1). Het wordt dan<br />

ook alleen maar onduidelijker wanneer Mitthof verderop zegt (pp. 390-391 n. 49): " Daß die metropolitane Elite<br />

dem Eintritt ins Heer eher abgeneigt war, wird m.E. am Beispiel von Oxyrhynchos recht deutlich: …", waarmee hij<br />

dan weer tegen zijn eigen vorige stelling ingaat. Bovendien geeft Mitthof uitdrukkelijk aan (pp. 380-381) dat de<br />

Gnomon van de Idios Logos (BGU V 1210) § 55 geenszins het verbod voor Egyptenaren op indiensttreding in de<br />

legioenen impliceert, waarmee hij dan weer een aanwijzing geeft voor de rekrutering van deze bevolkingsklasse<br />

in de legioenen.<br />

649 G.R. WATSON (1969), p. 23. Voor A.K. BOWMAN (1996²), p. 687 is Pompeius Niger : "A unique early<br />

example of an Egyptian legionary soldier…". Forni publiceerde terzake heel wat studies die ik in samenvatting las<br />

apud H. DEVIJVER (1974), p. 456, 458 en kwam tot het besluit dat lokale rekrutering voor de Egyptische<br />

legioenen pas begon in de tijd van Hadrianus. N. LEWIS (1983), p. 20 stelt het zo: "For the first century and a half<br />

of Roman rule the emperors made it their policy to assign provincial recruits to military units stationed in other<br />

provinces or areas. During those decades, therefore, the veterans who settled in Egypt would be men of foreign<br />

origin."<br />

182

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!