HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
laatstgenoemde biblioqhvkh op dit moment nog niet bestond (de biblioqhvkh werd immers<br />
rond deze tijd opgericht maar we weten niet precies wanneer, cf. deel 3.2) . Parassoglou<br />
toont aan dat we daarmee voorzichtig moeten zijn: P. Oxy. II 248 en 249 (80 (!) n. C.) zijn<br />
ook eigendomsaangiftes en ook zij zijn nog geadresseerd aan een bibliophylax tout court,<br />
dus zonder verwijzing naar de hJ tw'n ejgkthvsewn biblioqhvkh, op een ogenblik dat<br />
eigendomsaangiftes toch al zeker aan deze laatste biblioqhvkh gericht werden (cf. deel 3.2).<br />
r. 52: Uit andere papyri weten we dat G. Caecina Tuscus zeker tussen 2 september 63 en 17<br />
juli 64 prefect was 248 . Onze papyrus verlengt deze periode met 8 dagen 249 .<br />
r. 60: Teseuris, de dochter van Apion, wordt door alle moderne commentatoren gezien als de<br />
tante van Pompeius Niger 250 . In dat geval moet ze reeds zéér oud zijn, aangezien Pompeius<br />
Niger op dit moment reeds voorbij de zestig is (cf. deel 2.5.2.2). De gemiddelde<br />
levensverwachting van een inwoner van Romeins Egypte bedroeg nooit meer dan dertig<br />
jaar 251 . Het lijkt me veel logischer om Teseuris te zien als een dochter van een andere Apion<br />
van de familie van Pompeius Niger, namelijk van Pompeius' broer Apion, zoon van Syros (cf.<br />
prosopografie en stamboom in bijlage). Daarmee is niet alleen het probleem van de toch wel<br />
zeer hoge ouderdom van Teseuris opgelost. Er is nog een tweede argument. In 47/8 n. C.<br />
wordt het huis dat in tekst VII C wordt aangegeven door Pompeius Niger, bewoond door<br />
Niger zelf tesamen met zijn drie broers Apion, Sarapion en Syros. Ik denk dat een dochter<br />
van deze Apion, bijvoorbeeld na het overlijden van deze laatste, een deel geërfd heeft van<br />
het huis en dat zij daarom hier vermeld wordt.<br />
2.4 Uitgave van vijf nieuwe papyri die aan het archief<br />
moeten worden toegevoegd<br />
248<br />
G. BASTIANINI (1975), p. 274. Deze lijst van papyri waarin Tuscus voorkomt, werd met heel wat nieuwe<br />
papyri aangevuld in de addenda bij deze lijst van prefecten in G. BASTIANINI (1988), p. 505. Cf. ook de literaire<br />
bronnen en de nuttige indeling van het bronnenmateriaal voor Caecina Tuscus bij P. BURETH (1988), p. 479. De<br />
datering van zijn ambt blijft echter ondanks de nieuw ontdekte verwijzingen naar Tuscus overeind.<br />
249<br />
Cf. ook G.M. PARASSOGLOU (1970), p. 45 opm. bij r. 52. Hij meent dat onze papyrus de ambtstermijn met<br />
negen dagen verlengt, ik denk dat tekst III C van 25 juli dateert en niet van 26 juli. Cf. supra, technische<br />
gegevens. Hierbij volg ik P. BURETH (1988), p. 479 en G. BASTIANINI (1988), p. 274.<br />
250<br />
G.M. PARASSOGLOU (1970), p. 98, comm. bij r. 61 (met stamboom); J.F. GILLIAM (1971), p. 41; J.E.G.<br />
WHITEHORNE (1988), p. 446.<br />
251<br />
N. LEWIS (1983), p. 54; R. ALSTON (1995), p. 2. Twee studies hebben zich in het bijzonder met deze vraag<br />
beziggehouden. R.S. BAGNALL -B.W. FRIER apud W. SCHEIDEL (2001), p. 178 denken dat de gemiddelde<br />
levensverwachting van de Egyptenaar bij de geboorte in "the lower twenties" was. Hun berekening is in<br />
hoofdzaak gebaseerd op de censusaangiftes. W. SCHEIDEL (2001), pp. 172-180 is in zijn conclusies veel<br />
sceptischer tegenover de resultaten op basis van censusaangiftes en ik vind zijn betoog erg overtuigend (cf.<br />
vooral p. 176, 177). Volgens hem (p. 176) kunnen we enkel zeggen dat "… mean life expectancy in the Roman<br />
91