24.08.2013 Views

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.1.6 Wie was de auteur van tekst VII B en hoe komt de tekst in het<br />

archief terecht?<br />

Aangiftes werden opgesteld door professionele scribae, meestal in een snel cursief.<br />

Uitzonderingen kunnen in het algemeen behandeld worden als private kopies 560 . Aangezien<br />

de foto van tekst VII B m.i. op een snel cursief wijst en bovendien de uitgever voor tekst VII B<br />

(net als voor tekst VII A en C) opmerkt dat het om een "documentary hand" gaat 561 , neem ik<br />

aan dat tekst VII A, B en C geen private kopieën zijn die Pompeius Niger genomen had.<br />

Verder denk ik ook niet dat we de originele censusaangifte voor ons hebben, want die draagt<br />

steeds de handtekening van de aangever 562 .<br />

De aantekeningen van de officiële ambtenaren zijn de sleutel tot het bepalen van de aard en<br />

de auteur van tekst VII B. Men kan deze aantekeningen 563 met Bagnall-Frier in het algemeen<br />

op twee manieren verklaren. Ofwel werden deze aangiftes teruggestuurd naar de aangevers<br />

als ontvangstbewijzen ofwel bleven ze na certificatie door de eerste ontvanger in het laagste<br />

niveau van de ambtenarij circuleren om te helpen bij het opstellen van registers 564 . Het feit<br />

dat dit document nagenoeg tesamen met alle andere documenten van het archief van<br />

Pompeius Niger werd aangetroffen, wijst m.i. op de eerste hypothese. Het zou immers een<br />

sterk toeval zijn dat het officiële archief van de gouw waarin de censusaangifte van<br />

Pompeius Niger terechtkwam, in hetzelfde jaar werd aangekocht als het archief van<br />

Pompeius Niger. Ik volg op dat punt de visie van Rathbone, die evenwel op de aard van tekst<br />

VII niet verder ingaat dan de volgende regel "his [sc. Pompeius Niger] apographê, though a<br />

certified copy, …" 565 .<br />

In deze context is het interessant op te merken dat volgens Bagnall-Frier alle aangiftes uit<br />

Arsinoë en een deel van de aangiftes uit de Arsinoïtesdorpjes die gericht zijn aan meerdere<br />

ambtenaren, nooit originele aangiftes zijn en nooit deel uitmaken van de officiële<br />

administratieve archieven of tomoi 566 . Wanneer men aanneemt dat de aangifte in de<br />

Arsinoïtesgouw werd opgesteld (cf. deel 3.1.1.7), versterkt dit mijn hypothese als zou de<br />

560<br />

R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 18. Het is met zekerheid geweten dat sommige huishoudens kopies<br />

bezaten van vorige declaraties. Cf. R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 20.<br />

561<br />

G.M. PARASSOGLOU (1970), p. 87.<br />

562<br />

R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 25. Sommige van de bewaarde aangiftes dragen geen handtekening<br />

van de aangever, maar dat is omdat de onderrand niet bewaard is of omdat de verklaring in kwestie een kopie is<br />

die door de aangever genomen werd. Cf. ibidem.<br />

563<br />

Documenten met officiële aantekeningen vormen een minderheid. Cf. R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p.<br />

26.<br />

564<br />

R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 20, 21, 26.<br />

565<br />

D. RATHBONE (2001), p. 109.<br />

566<br />

R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 21.<br />

165

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!