HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.1.5 Waarom wijkt tekst VII B af van de standaardinhoud van een<br />
censusaangifte?<br />
Bagnall en Frier weten niet precies hoe ze moeten verklaren dat in bepaalde<br />
censusaangiftes eigendom wordt aangegeven waarin geen personen gedeclareerd worden.<br />
Vermoedelijk is het de bedoeling om de regering te verzekeren dat er geen personen<br />
geregistreerd moeten worden buiten diegenen die vermeld worden in de aangifte van de<br />
leden van het huishouden 554 . In onze tekst worden er echter niet alleen in het huis in<br />
Oxyrhynchus geen leden van Pompeius' huishouden gedeclareerd, maar zelfs niemand in de<br />
gehele aangifte.<br />
Even verder stellen Bagnall en Frier dat het onduidelijk is of huizen waarin niemand<br />
geregisteerd wordt werkelijk huizen zijn die leegstaan ofwel dat het landelijke residenties<br />
waren van de inwoners van metropoleis die hun aangiftes aandienden in de metropolis 555 . Bij<br />
Pompeius Niger is geen sprake van een landelijke residentie (het huis ligt in de metropolis<br />
Oxyrhynchus zelf). De hypotheses van de moderne geleerden helpen ons dus niet echt<br />
vooruit.<br />
Ik denk dat Pompeius Niger zijn officiële woonplaats in de Arsinoïtesgouw had en daar dan<br />
ook zijn gezin declareerde. De aangifte die wij hebben is dan een secundaire aangifte,<br />
waarin Pompeius Niger zijn bezittingen aangeeft die hij nog steeds had in zijn geboortestad.<br />
Ten eerste geven Bagnall en Frier uitdrukkelijk aan dat de formule ejn w| / oujdeiv"<br />
[ajpogravfetai] 556 (cf. VII.40: oujdeiº" ajpogravfet(ai)) erop wijst dat de aangever een andere<br />
aangifte heeft ingediend voor zijn domicilie 557 .<br />
Bovendien zijn er andere voorbeelden bekend van personen die woonachtig waren in één<br />
plaats en eigendom bezaten in een ander en die hun aangiftes indienen in de plaats waar ze<br />
wonen 558 . Het blijkt dat in zulke gevallen de aangifte in de plaats waar men niet<br />
gedomicilieerd was (domicilie definieert Bagnall-Frier als de plaats die men in zijn<br />
censusaangifte als domicilie aangeeft, p. 15) een tweede en aanvullende aangifte was en dat<br />
de primaire (waarin men zichzelf en de leden van zijn huishouden aangaf) in de eigenlijke<br />
verblijfplaats werd ingediend 559 .<br />
554<br />
R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 14.<br />
555<br />
R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 16.<br />
556<br />
I.t.t. ejn w| / katoikw' kaiº ajpogravfomai, die erop wijst dat de aangever zich registreert in zijn eigendom. Cf.<br />
R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 23.<br />
557<br />
R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 23.<br />
558<br />
R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 15.<br />
559<br />
R.S. BAGNALL - B.W. FRIER (1994), p. 15.<br />
164