HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De enige zekere financiële activiteiten in de periode dat Niger veteraan 623 was, kunnen we<br />
als volgt resumeren:<br />
- eigendom in bruikleen geven in ruil voor geld (tekst III)<br />
- kapitaal investeren (tekst V)<br />
- eigendom van delen van twee huizen (tekst II en IV), wat niet écht een financiële bezigheid<br />
is.<br />
Met de weinige informatie die we in het archief vernemen, lijkt de visie van Alston op de<br />
economische status van veteranen in Romeins Egypte het best overeen te komen met<br />
Pompeius Niger. Hij ziet de veteranen niet als een klasse die op economisch vlak ver boven<br />
de rest van de populatie in Romeins Egypte staat 624 . Veteranen als Pompeius Niger<br />
overtroffen op vermogensvlak de numerieke meerderheid van de kleine boeren maar ze<br />
benaderden nooit de economische status van grootgrondbezitters of Alexandrijnen 625 . Ik kan<br />
me dan ook goed vinden in Mitthofs voorstelling van de socio-economische status van onze<br />
legioenveteraan. Hij vermoedt dat Pompeius Niger, die zelf van bescheiden afkomst was 626 ,<br />
de socio-economische positie die hij van zijn familie geërfd had door zijn militaire dienst en<br />
de daaruit volgende privileges en economische voordelen (cf. deel 2.5.1.3.1) niet aanzienlijk<br />
heeft kunnen verbeteren 627 .<br />
Een lid van een Fremdkörper of een geïntegreerd Romeins burger?<br />
In het recente onderzoek naar de maatschappelijke integratie van soldaten en veteranen<br />
staan twee stromingen tegenover elkaar. Alston en Whitehorne geloven in een verregaande<br />
interactie van veteranen én soldaten met de Egyptische inwoners 628 . Mitthof noemt de<br />
veteranen een Fremdkörper dat zich slechts gebrekkig integreerde in de maatschappij 629 .<br />
Nergens in het archief vinden we aanwijzingen terug dat Pompeius Niger zich opsloot binnen<br />
een veteranenmilieu en niet interageerde met de Egyptische bevolking. Integendeel, in tekst<br />
III zien we hem een lening aangaan met Didyme, duidelijk een inwoonster van Oxyrhynchus.<br />
Contra Alston spreekt echter tekst V waarin Niger zaken doet met een Alexandrijn. Een echt<br />
duidelijke lijn kunnen we aan de hand van de schaarse informatie uit het archief niet<br />
vaststellen.<br />
623<br />
Als soldaat leende hij in 31 n. C. tussen 264 en 300 drachmen uit aan Marios, zoon van Theon (tekst I). De<br />
economische activiteit van soldaten werd reeds in de comm. bij tekst I r.I.1 behandeld en is hier niet relevant.<br />
624<br />
R. ALSTON (1995), passim. Voor kritische beschouwingen bij het werk van Alston, cf. R.S. BAGNALL (1997),<br />
pp. 504-512.<br />
625<br />
R. ALSTON (1995), pp. 115-116.<br />
626<br />
Mitthof stelt een handwerkersfamilie voor. Daar zijn nergens aanwijzingen voor. In deel 2.5.2.1 heb ik wel<br />
geargumenteerd dat Pompeius Niger afkomstig was van de laagste sociale klasse in de chora.<br />
627<br />
F. MITTHOF (2000), p. 404.<br />
628<br />
J.E.G. WHITEHORNE (1990), passim, vooral pp. 549, 551, 553-554; R. ALSTON (1995), pp. 115-116, 159-<br />
160.<br />
177