HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
HET ARCHIEF VAN LUCIUS POMPEIUS NIGER - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
kunnen steeds uitzonderlijke gronden aangevoerd worden voor deze schenkingen 451 . Vooral<br />
Alston gaat te gemakkelijk voorbij aan deze militaire diplomata voor legioensoldaten 452 .<br />
b) Nog meer bezwaren in de specifieke situatie van Pompeius Niger<br />
Pompeius Niger zwaaide reeds af uit het leger voor het midden van de eerste eeuw n. C. Bij<br />
verschillende onderzoekers vinden we terug dat in die tijd Romeinse vrouwen in de chora<br />
uiterst zeldzaam waren 453 . Met De Kuyffer kunnen we dus zeggen dat een eventuele<br />
verlening van het conubiumrecht aan een vroege legioenveteraan als Pompeius Niger die<br />
zich in het Egyptische binnenland vestigde tegemoet zou komen aan een reële behoefte 454 .<br />
Een tweede bezwaar heeft specifiek te maken met Legio XXII Deiotariana, het legioen<br />
waarin Niger dienstdeed. Zoals hierboven gezegd zijn er enkele getuigschriften bewaard<br />
waarin privileges verleend worden aan legioenveteranen. In twee (P. Mich. VII 432 en P. Ryl.<br />
IV 611) van deze getuigschriften verleent Domitianus aan soldaten van Legio XXII<br />
Deiotariana (!) naast andere privileges ook het ius conubii. Volgens het recente onderzoek<br />
van Daris vormen deze getuigschriften het onweerlegbare bewijs dat het ius conubii en de<br />
civitas romana soms op het eind van de legerdienst geschonken werden aan veteranen van<br />
dit legioen 455 .<br />
c) Eigen hypothese<br />
Daarstraks had ik het - niet zonder reden - reeds uitgebreid over de oorsprong van Legio<br />
XXII Deiotariana. Het legioen werd kort na 25 v. C. aan de officiële legioenen toegevoegd en<br />
was samengesteld uit het leger van de vazalstaat Galatia. Eensklaps werden meer dan<br />
5.000 peregrini in het Romeins leger opgenomen. Volgens Mirkovic werd aan hen pas het<br />
451 CIL XVI, 7-11: aangepaste diploma's voor ex-vlootsoldaten die in het legioen opgenomen werden; W. Chrest.<br />
463: de soldaten hebben 24 of 25 jaar gediend, langer dan normaal dus. Bovendien werden ze gerekruteerd in<br />
het crisisjaar 68/69. Waarschijnlijk (!) kwamen ook deze soldaten oorspronkelijk uit de vloot; P. Mich. VII 432:<br />
schenking van conubium aan veteranen van Legio XXII Deiotariana en van civitas romana aan hun kinderen. Het<br />
houten tafeltje is een afschrift van een lijst die op bronzen tafels openbaar gemaakt werd te Alexandrië. Normaal<br />
werd de keizerlijke wet die in de schenking van privileges aan veteranen voorzag echter in Rome opgemaakt.<br />
Mogelijk kregen deze veteranen de privileges omdat dit legioen samen met Legio III Cyrenaica keizer<br />
Vespasianus als eerste erkend had. Cf. vooral A. DE PRAETERE (2001), pp. 65-66 maar ook H. DE<br />
KUYFFER (1989), p. 318, de verwijzingen in S.A. PHANG (2001), p. 61 n. 24 en S.A. PHANG (2001), p. 69.<br />
Deze laatste vorser is geheel terecht voorzichtiger: "In some (!) of these instances, it is clear that the legionary<br />
veterans received the civitas, conubium and the civitas liberorum because they were originally peregrine,<br />
transferred from the fleet."<br />
452 R. ALSTON (1995), p. 215 n. 23 (i).<br />
453 R. ALSTON (1995), pp. 58-59; H. DE KUYFFER (1989), pp. 348-349. Later groeide het aantal Romeinse<br />
burgers langzaam doordat auxiliaveteranen die het ius conubii met zekerheid wel hadden, zich in de chora<br />
vestigden en Romeinse afstammelingen kregen. Cf. S.A. PHANG (2001), p. 75. F. MITTHOF (2000), p. 391 n. 53<br />
stelt uitdrukkelijk dat een niet-militaire Romeinse laag in de chora zo goed als onbestaand was.<br />
454 H. DE KUYFFER (1989), pp. 348-349.<br />
455 S. DARIS (2000), p. 366.<br />
137