De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 1<br />
<strong>Johannes</strong> <strong>Caesarius</strong><br />
1.1 Leven<br />
<strong>Johannes</strong> <strong>Caesarius</strong> wordt omstreeks <strong>1468</strong> geboren in Jülich (Ned. Gulik),<br />
gelegen in het midden <strong>van</strong> de driehoek die gevormd wordt door<br />
de steden Roermond, Aken en Keulen. 1 Over zijn jeugd is zeer weinig<br />
bekend. Het verhaal dat <strong>Caesarius</strong> een leerling <strong>van</strong> Hegius in <strong>De</strong>venter<br />
geweest zou zijn, mist volgens de Allgemeine <strong>De</strong>utsche Biographie enige<br />
fundering. Het is zelfs heel onwaarschijnlijk dat <strong>Caesarius</strong> les heeft<br />
gehad <strong>van</strong> Hegius gelet op de opmerking die <strong>Caesarius</strong> in zijn <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong><br />
maakt dat Hegius ten tijde <strong>van</strong> <strong>Caesarius</strong>’ jonge jaren in <strong>De</strong>venter<br />
verbleef en daar hoofd <strong>van</strong> het gymnasium was. 2 Als Hegius zijn leraar<br />
was geweest en ze zich gelijktijdig in <strong>De</strong>venter hadden bevonden,<br />
had <strong>Caesarius</strong> daar<strong>van</strong> wel melding gemaakt, vooral gezien het feit dat<br />
<strong>Caesarius</strong> nog in dezelfde zin wel <strong>van</strong> Jacobus Faber Stapulensis zegt<br />
dat deze zijn leraar was.<br />
Op 9 november 1491 wordt <strong>Caesarius</strong> als pauper ingeschreven in de<br />
matrikels <strong>van</strong> de artesfaculteit <strong>van</strong> de universiteit <strong>van</strong> Keulen. Vervolgens<br />
gaat hij naar Parijs, waar hij een leerling wordt <strong>van</strong> Jacobus<br />
1 Ik heb de informatie voor deze biografie voornamelijk gehaald uit de Allgemeine <strong>De</strong>utsche<br />
Biographie, 56 banden, uitgegeven door de Historische Kommision bij de Königliche<br />
Akademie der Wissenschaften, Leipzig: Duncker & Humblot, 1875-1912, band 3, pp. 689-<br />
691; de Neue <strong>De</strong>utsche Biographie, uitgegeven door de Historische Kommision bij de Bayerische<br />
Akademie der Wissenschaften, Berlin: Duncker & Humblot, 1953-, band 3, pp.<br />
90-91; de korte biografie die Allen geeft als inleiding op de eerste brief die <strong>Caesarius</strong> aan<br />
Erasmus schrijft (Erasmus, Opus epistularum <strong>De</strong>s. Erasmi Roterodami, 12 banden, uitgegeven<br />
door P. S. Allen, H. M. Allen & H. W. Garrod, Oxford: Clarendon Press, 1906-1958<br />
[Allen], brief 374, band 2, p. 172) en P. G. Bietenholz en T. B. <strong>De</strong>utscher (red.), The Contemporaries<br />
of Erasmus: a Biographi<strong>ca</strong>l Register of the Renaissance and the Reformation,<br />
3 banden, Toronto: University of Toronto Press, 1985-1987, band 1, pp. 238-239. Ik geef<br />
in het vervolg alleen een verwijzing naar de bron <strong>van</strong> informatie wanneer het een andere<br />
betreft dan bovengenoemde.<br />
2 J. <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong> Ioannis Caesarii, novissime iam ab ipso autore diligenter<br />
recognita et accessione locupletata <strong>ca</strong>pitibusque distincta, miro compendio omnia fere eius<br />
artis praecepta complectens, Paris: Simon Colinaeus, 1537, fol. 115v.