De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
142 Hoofdstuk 6. Commentaar op tractaat 9<br />
(33) Scipio mocht als privé-burger Gaius Gracchus, die de toestand <strong>van</strong><br />
de republiek licht aan het wankelen bracht, doden<br />
Dus mogen de consuls Catilina, die de aarde met moord en brand<br />
verwoest, helemaal vervolgen en de doodstraf geven<br />
(34) Wilde beesten houden <strong>van</strong> hun kroost<br />
Dan moeten wij helemaal onze kinderen met liefde bejegenen.<br />
<strong>Caesarius</strong> geeft deze drie argumentaties in de vorm <strong>van</strong> een conditionele<br />
propositie; ik heb ze herschreven tot argumentaties. Bij alle drie is de differentia<br />
‘<strong>van</strong>uit het kleinere’ en de maximale propositie ‘als dat wat minder<br />
het geval lijkt te zijn zo is, zal ook dat wat meer het geval lijkt te zijn,<br />
niet zo zijn’. <strong>De</strong> maximale propositie ondersteunt de conditionele premisse.<br />
<strong>Caesarius</strong> heeft dezelfde maximale proposities als Boëthius in boek 2, maar<br />
<strong>van</strong> de voorbeelden komt er slechts één, het voorbeeld over Catilina, uit de<br />
DDT, en wel uit boek 3 (1199B14-C4).<br />
p. 89, r. 5, Cicero et Quintilianus. Volgens <strong>Caesarius</strong> is de naam die<br />
Cicero en Quintilianus voor de locus ‘<strong>van</strong>uit het grotere’ gebruiken ‘<strong>van</strong>uit<br />
vergelijking met het grotere’ (a comparatione maiorum) en voor ‘<strong>van</strong>uit het<br />
kleinere’ ‘<strong>van</strong>uit vergelijking met het kleinere’ (a comparatione minorum).<br />
Cicero bespreekt deze loci inderdaad in zijn Topi<strong>ca</strong> (iv, 23 en xviii, 68-71).<br />
Quintialianus noemt deze loci nergens letterlijk ‘<strong>van</strong>uit vergelijking met het<br />
grotere’ en ‘<strong>van</strong>uit vergelijking met het kleinere’, maar zegt wel in Institutio<br />
oratoria 5.10.87: “‘Bijstellend’ of ‘vergelijkend’ worden die argumenten<br />
genoemd, die het kleinere uit het grotere, het grotere uit het kleinere, of<br />
het gelijke uit het gelijke bewijzen” (Adposita vel comparativa dicuntur quae<br />
minora ex maioribus, maiora ex minoribus, paria ex paribus probant). 40<br />
We zien in de voorbeelden die <strong>Caesarius</strong> hier geeft dat hij (waarschijnlijk onbewust)<br />
overstapt op een andere notie <strong>van</strong> ‘groter’ en ‘kleiner’ dan hij eerder<br />
hanteerde. <strong>Caesarius</strong>’ voorbeeld ‘<strong>van</strong>uit de vergelijking met het grotere’:<br />
(35) Als iemand heiligschennis pleegt en staatsgeld verduistert, zal hij<br />
ook diefstal plegen<br />
<strong>Caesarius</strong> draagt dit aan als voorbeeld ‘<strong>van</strong>uit vergelijking met het grotere’,<br />
maar het eerste (heiligschennis plegen en staatsgeld verduisteren), wat dus<br />
het grotere is, is in dit geval niet waarschijnlijker dan het tweede (diefstal<br />
plegen). Bovendien zou deze argumentatie ook niet geldig zijn als we ‘groter’<br />
40 Vertaling <strong>van</strong> P. Gerbrandy in Quintilianus, <strong>De</strong> opleiding tot redenaar, p. 261.