De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.2 Een commentaar op de afzonderlijke hoofdstukken 133<br />
p. 84, r. 36, statuam. <strong>Caesarius</strong> geeft voor elk <strong>van</strong> de vier Aristotelische<br />
oorzaken een voorbeeld <strong>van</strong> een argumentatie volgens het principe: als<br />
de oorzaak de eigenschap x heeft, heeft ook het effect de eigenschap x. Zo<br />
is in <strong>Caesarius</strong>’ voorbeelden bij een werkoorzaak het product <strong>van</strong> de maker<br />
aanbevelenswaardig als de maker aanbevelenswaardig is (een standbeeld <strong>van</strong><br />
Phidias); bij een materiële oorzaak het ding duur als het materiaal duur is<br />
(zijden lappen) of het ding eervol als de stof of inhoud eervol is (wetenschap<br />
over de ziel); bij een formele oorzaak het ding waardig of minder waardig al<br />
naar gelang de vorm waardig of minder waardig is (een mens als rationeel<br />
dier); en bij een doeloorzaak het ding goed of nuttig als het doel goed of<br />
nuttig is (de vrije kunsten).<br />
p. 84, r. 37, illud Ovidii. Ovidius, Metamorphoses, II.5: ”<strong>De</strong> arbeid<br />
overtrof het materiaal” (Materiam superabat opus).<br />
p. 84, r. 40, iuxta Horatii sententiam. Horatius, Epistulae, I.1.52: “Zilver<br />
is goedkoper dan goud” (Vilius argentum est auro).<br />
p. 85, r. 2, ab Aristotele. Aristoteles, <strong>De</strong> anima, 402a1-5: “In de mening<br />
dat kennis behoort tot de dingen die mooi en waardevol zijn, en de ene vorm<br />
<strong>van</strong> kennis meer dan de andere of door haar precisie of doordat die gaat over<br />
betere en bewonderenswaardige onderwerpen, is het natuurlijk dat wij het<br />
onderzoek <strong>van</strong> de ziel om beide redenen bij de meest vooraanstaande dingen<br />
rekenen” ( <br />
<br />
).<br />
p. 85, r. 7, ab effectibus. <strong>Caesarius</strong> keert weer terug naar de loci ‘<strong>van</strong>uit<br />
de effecten’. Hij zegt dat volgens Boëthius de locus ‘<strong>van</strong>uit het effect’ en de<br />
locus ‘<strong>van</strong>uit het ontstaan’ (a generatione) dezelfde zijn. We lezen inderdaad<br />
in DDT 1190A10-12 dat loci ‘<strong>van</strong>uit het ontstaan’ ook wel ‘<strong>van</strong>uit de<br />
effecten’ kunnen worden genoemd (“Est autem primum quidem exemplum<br />
a generationibus, quod idem ab effectibus vo<strong>ca</strong>ri potest”). <strong>Caesarius</strong> zegt<br />
slechts heel sporadisch dat hij het niet eens is met een opvatting, maar hier<br />
zegt hij toch dat hij deze gelijkstelling <strong>van</strong> Boëthius niet accepteert. Een<br />
effect is namelijk, volgens de definitie, wat volgt op de oorzaken (quae ad<br />
<strong>ca</strong>usas ipsas sequatur), terwijl ontstaan veeleer een of andere weg is om effecten<br />
te produceren (via quaedam ad effectus producendos). En zo omschrijft<br />
<strong>Caesarius</strong> ‘vergaan’ (corruptio) ook als een weg om effecten te beëindigen.<br />
p. 85, r. 13, A generatione. <strong>Caesarius</strong> geeft een voorbeeld <strong>van</strong> een<br />
philosophi presbyteri vtriusque lingue docti Dialogi, <strong>De</strong>venter: Pafraet, 1503.