De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.2 Contacten 15<br />
aan Gratius of deze een verwante <strong>van</strong> hem die in Keulen gaat studeren<br />
weg wil houden <strong>van</strong> de lezingen <strong>van</strong> <strong>Caesarius</strong> en andere dichters. 13<br />
’Dichter’ stond in deze tijd gelijk aan ’humanist’, mensen die zich ook<br />
om de vorm <strong>van</strong> taal bekommerden. Dat <strong>Caesarius</strong> vermeld wordt in<br />
deze correspondentie is waarschijnlijk terug te voeren op het nauwe<br />
contact dat <strong>Caesarius</strong>’ leerling Hermann von Neuenahr had met Ulrich<br />
von Hutten, een <strong>van</strong> de schrijvers <strong>van</strong> de brieven.<br />
Erasmus, die ook aan de zijde <strong>van</strong> Reuchlin stond, keurt in een brief<br />
aan <strong>Caesarius</strong> zijn de Epistulae obscurorum virorum af:<br />
Ik keurde de Epistulae obscurorum virorum ten zeerste af,<br />
meteen <strong>van</strong>af het begin. <strong>De</strong> grap had vermakelijk kunnen<br />
zijn, als het niet zo’n aanstootgevend precedent had geschapen.<br />
Ik hou wel <strong>van</strong> een geintje, totdat het overgaat in het<br />
beledigen <strong>van</strong> iemand. Maar wat ik erger vond was dat ze<br />
in de latere editie ook een vermelding <strong>van</strong> mijn naam toe<br />
hebben gevoegd. 14<br />
<strong>De</strong>ze brief <strong>van</strong> Erasmus is opgenomen in de Lamentationes obscurorum<br />
virorum, een polemisch antwoord op de Epistulae <strong>van</strong> Ortvinus Gratius.<br />
We hebben geen reactie <strong>van</strong> <strong>Caesarius</strong> op deze brief over.<br />
Rond 1520 raakt <strong>Caesarius</strong> bevriend met mannen <strong>van</strong> de Reformatie<br />
zoals Spalatin, <strong>Johannes</strong> Lange en Philippus Melanchton. Hij heeft<br />
sympathie voor de reformatorische beweging, maar breekt nooit met<br />
de katholieke kerk. Hiermee haalt hij zich het verwijt op de hals geen<br />
standpunt in te nemen en <strong>van</strong> twee walletjes te eten.<br />
Uit het feit dat hij de laatste jaren in een huis <strong>van</strong> de Broeders <strong>van</strong><br />
het Gemene Leven gewoond heeft mogen we afleiden dat <strong>Caesarius</strong> zich<br />
aangetrokken voelde tot de Moderne <strong>De</strong>votie.<br />
nawoord voorzien door P. Amelung, München: Winkel Verlag München, 1964, p. 78) dat<br />
deze <strong>Johannes</strong> <strong>Caesarius</strong> een neolatijnse schrijver uit Zuid-Italië is, is zeker onjuist. <strong>De</strong>ze<br />
<strong>Caesarius</strong>, in combinatie met ‘Plinius’ en ‘Griekse grammati<strong>ca</strong>’ genoemd, is onomstotelijk<br />
de in Jülich geboren <strong>Johannes</strong> <strong>Caesarius</strong>.<br />
13 Von Hutten, Epistulae obscurorum virorum, deel 1, briefserie 2, brief 45, p. 257:<br />
“Et teneatis eum in consuetudine quod semper intrat disputationes bursales, et quod non<br />
visitat lectiones Caesarii vel aliorum poetarum.” Voor de Duitse vertaling Briefe der<br />
Dunkelmänner, p. 220.<br />
14 Erasmus, Opus Epistularum[Allen], brief 622: “Magnopere mihi displicebant Epistule<br />
Obscurorum Virorum, iam tum ab initio. <strong>De</strong>lectare potuisset facecia, nisi nimium offendisset<br />
exemplum. Mihi placet lusus, sed citra cuiusquam contumeliam. Sed molestius fuit<br />
quod in posteriore editione mei quoque nominis mentionem admiscuerint.”