20.06.2013 Views

De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)

De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)

De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6.3 Conclusie 155<br />

Te pas en te onpas wordt verwezen naar klassieke auteurs. Misschien geleid<br />

door het humanistische idee dat een tekst niet alleen de rede maar ook het<br />

gevoel moet aanspreken put <strong>Caesarius</strong> rijkelijk uit de werken <strong>van</strong> Quintilianus,<br />

Cicero, Vergilius, Horatius, Ovidius, Augustinus en Plinius. We zagen<br />

dit al in 3.5. Typisch humanistisch is ook dat Quintilianus en Cicero worden<br />

aangehaald als autoriteiten op het gebied <strong>van</strong> de topi<strong>ca</strong> en <strong>van</strong> de dialecti<strong>ca</strong><br />

in het algemeen (zie ook 2.2.2).<br />

Ten derde zagen we dat <strong>Caesarius</strong> in zijn voorwoord de intentie uitspreekt<br />

om, waar mogelijk, ideeën <strong>van</strong> de humanist Agricola in zijn uiteenzetting<br />

te verwerken. Hoewel <strong>Caesarius</strong> in de praktijk grotendeels Boëthius<br />

volgt, zegt hij hier dat het Agricola is die in de geschiedenis op het gebied<br />

<strong>van</strong> de topi<strong>ca</strong> de grootste prestatie heeft geleverd. Wanneer we vervolgens<br />

gaan zoeken naar invloed <strong>van</strong> Agricola’s <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong> op <strong>Caesarius</strong>’<br />

tractaat is het resultaat teleurstellend. Slechts één keer, in hoofdstuk<br />

2, wordt expliciet naar Agricola verwezen en er is ook weinig te merken <strong>van</strong><br />

beïnvloeding op de achtergrond. Toch denk ik dat <strong>Caesarius</strong> Agricola’s <strong>De</strong><br />

inventione dialecti<strong>ca</strong> daadwerkelijk heeft gelezen, bewonderde en serieus het<br />

plan had om ideeën uit dit werk te verwerken in zijn handboek. Het voornemen<br />

bleek echter gaandeweg niet uitvoerbaar. We hebben in 4.4 gezien dat<br />

Agricola de loci op een compleet andere wijze bespreekt dan in de Middeleeuwen<br />

gebruikelijk was. Hij analyseert uitgebreid tekstpassages <strong>van</strong> klassieke<br />

auteurs en laat de differentiae weg uit zijn topi<strong>ca</strong> omdat deze niet flexibel<br />

genoeg zouden zijn voor argumentaties in het alledaagse leven. Een dergelijke<br />

compleet andere benadering <strong>van</strong> de topi<strong>ca</strong> valt, zo blijkt gaandeweg, niet<br />

in te passen in het rigide raamwerk <strong>van</strong> de Themistiaans-Boëthiaanse lijst<br />

met loci die <strong>Caesarius</strong> heeft genomen als uitgangspunt voor zijn tractaat en<br />

waar hij aan vast zit omdat hij een inleidend leerboek schrijft. <strong>Caesarius</strong>’<br />

negende tractaat is hiermee een mooi voorbeeld <strong>van</strong> het geschipper tussen<br />

vernieuwing en traditie in humanistische dialecti<strong>ca</strong>handboeken waar ik in<br />

3.4 op wees. Ook al verschilt de inhoud <strong>van</strong> het tractaat niet zo veel <strong>van</strong> die<br />

<strong>van</strong> scholastieke handboeken, door mensen als Agricola, maar ook Alexander<br />

Hegius en Jacobus Faber Stapulensis te noemen plaatst <strong>Caesarius</strong> zichzelf<br />

bij de humanisten.<br />

Ten vierde zien we dat een aantal loci bij <strong>Caesarius</strong> opvallend uitgebreider<br />

wordt besproken dan bij Boëthius. Bij de locus ‘<strong>van</strong>uit de interpretatie<br />

<strong>van</strong> de naam’ kunnen we dit verklaren door een interesse in taal en etymologie<br />

die aan humanisten eigen is. <strong>De</strong>ze interesse verklaart tevens een<br />

ander verschil met middeleeuwse handboeken: de aandacht voor het Grieks<br />

(zie ook 3.6). <strong>Caesarius</strong> benadrukt het belang <strong>van</strong> kennis <strong>van</strong> het Grieks<br />

(voorwoord) en citeert soms ook in het Grieks (hoofdstuk 1).<br />

Ten vijfde is er bij <strong>Caesarius</strong> weer aandacht voor de context waarvoor de<br />

loci bedoeld zijn: het debat of de discussie. Het eigene aan de topi<strong>ca</strong>, het<br />

vinden <strong>van</strong> argumenten om je gesprekspartner te overtuigen, was in de Middeleeuwen<br />

naar de achtergrond verschoven. Vaak werd de vraag waarvoor

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!