De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
114 Hoofdstuk 6. Commentaar op tractaat 9<br />
Hoofdstuk 8: Over de drie loci die ‘<strong>van</strong>uit substantie’ worden<br />
genoemd<br />
p. 80, r. 24, substantiam. <strong>De</strong> groep <strong>van</strong> intrinsieke loci (die loci die zijn<br />
afgeleid uit de termen die in de vraag geplaatst zijn) wordt hier weer verder<br />
onderverdeeld. <strong>De</strong>ze onderverdeling neemt <strong>Caesarius</strong> over <strong>van</strong> Boëthius,<br />
DDT 1186D11-14: “Van de loci die worden gehaald uit de termen waarover<br />
twijfel bestaat in de vraag, zijn er twee soorten: de een wordt gehaald<br />
uit de substantie, de ander uit de dingen die volgen op hun substantie”<br />
(Eorum vero locorum qui ab his ducuntur terminis de quibus in quaestione<br />
dubitatur, duplex est modus: unus quidem ab eorum substantia, alter vero ab<br />
his quae substantiam eorum consequuntur). <strong>Caesarius</strong> is slordig geweest bij<br />
het overnemen <strong>van</strong> deze passage. Hij zegt dat sommige termen in de vraag<br />
de substantie aanduiden en andere de dingen die volgen op de substantie,<br />
terwijl Boëthius zegt dat sommige loci die worden ontleend aan de termen in<br />
de vraag (dus juist de middenterm en niet een <strong>van</strong> de termen <strong>van</strong> de vraag)<br />
de substantie <strong>van</strong> die term aanduiden en andere de dingen die volgen op de<br />
substantie.<br />
Dus de middenterm duidt soms de substantie zelf <strong>van</strong> subject of predi<strong>ca</strong>at<br />
aan en soms duidt het dingen aan die volgen op de substantie <strong>van</strong><br />
deze. Een idee <strong>van</strong> wat er wordt bedoeld met deze twee groepen kan het<br />
best worden verkregen door te bekijken welke differentiae vallen onder welke<br />
groep (zie Bijlage B). <strong>De</strong> tweede groep is een restgroep: alles wat niet de<br />
substantie <strong>van</strong> subject of predi<strong>ca</strong>at aanduidt, maar zich wel op een of andere<br />
manier verhoudt tot deze termen, bijvoorbeeld omdat ze er de oorzaak of<br />
het geslacht <strong>van</strong> zijn, valt onder deze <strong>ca</strong>tegorie.<br />
p. 80, r. 26, in definitione. <strong>Caesarius</strong> zegt hier dat de eerste groep, de<br />
termen die de substantie aanduiden, alleen bestaat uit definities. Later in<br />
dit hoofdstuk zal hij hierop terugkomen en naast de differentia ‘<strong>van</strong>uit de<br />
definitie’ de differentiae ‘<strong>van</strong>uit de omschrijving’ (a descriptione) en ‘<strong>van</strong>uit<br />
de interpretatie <strong>van</strong> de naam’ (ab interpretatione nominis) bespreken<br />
als loci die de substantie aanduiden. Dit heeft <strong>Caesarius</strong> overgenomen <strong>van</strong><br />
Boëthius, die ook aan<strong>van</strong>kelijk zegt dat alleen de loci ‘<strong>van</strong>uit definitie’ loci<br />
‘<strong>van</strong>uit substantie’ zijn: DDT 1187A1-3: “Hi vero qui a substantia sunt, in<br />
sola diffinitione consistunt. Diffinitio enim substantiam monstrat, et substantiae<br />
integra demonstratio diffinitio est.”<br />
p. 80, r. 28, exemplo. Vervolgens geeft <strong>Caesarius</strong> een voorbeeld <strong>van</strong> een<br />
argumentatie ‘<strong>van</strong>uit de definitie’. Dit is hetzelfde voorbeeld als Boëthius<br />
op deze plek gebruikt (DDT 1187A6-B9). <strong>De</strong> vraag is of een boom een dier<br />
is. <strong>De</strong> argumentatie is als volgt: